In Amsterdam worden voorbereidingen getroffen voor de bouw van een nationaal Holocaust Monument voor de 102.000 Joodse, Roma- en Sinti-slachtoffers van de naziterreur. De Amerikaanse architect Daniel Libeskind ontwierp een zeer groot monument van bakstenen en roestvrij staal op een smalle strook langs de Weesperstraat. Het kleine stadspark dat zich daar nu bevindt, zal er door verdwijnen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data37296117-23d175.jpg)
Tal van buurtorganisaties en individuele burgers hebben bezwaar gemaakt. Hoewel zij het initiatief voor een Holocaust-monument ondersteunen, hekelen zij de ondemocratische procedure die de totstandkoming van dit monument aankleeft. De locatiekeuze is op onnavolgbare wijze tot stand gekomen. De buurtorganisaties protesteren ook tegen het verdwijnen van het schaarse groen langs de Weesperstraat. In het ontwerp van Libeskind worden de randvoorwaarden genegeerd die door de gemeente vooraf als bindend aan het ontwerp gesteld zijn. Hoewel het monument grote invloed zal hebben op de directe leefomgeving van omwonenden, wordt hun inbreng kennelijk niet op prijs gesteld: er heeft in het geheel geen inspraak plaatsgevonden. Het Nederlands Auschwitz Comité en de gemeente hebben iedere artistiek inhoudelijke discussie over het monument geweigerd. Omwonenden zijn zelfs niet in staat gesteld om het architectuurmodel van Libeskind te bekijken.
Libeskind heeft het Auschwitz Comité op eigen initiatief voorgesteld een Holocaust Namenmonument voor Amsterdam te ontwerpen en dat ontwerp cadeau te doen. Het monument zal op publieke grond gerealiseerd worden met publieke middelen: naar schatting 80- 90 % zal worden gefinancierd met gemeenschapsgeld. Nationale en Europese wetgeving schrijft voor dat voor ontwerp en uitvoering van dit soort belangrijke opdrachten aanbesteding verplicht is. Elke Europese ontwerper, architect of kunstenaar moet hierbij in de gelegenheid gesteld worden een ontwerp in te dienen. Ergo: wanneer de gemeente dit voorstel accepteert, omzeilt zij behalve een zorgvuldige opdrachtformulering ook de verplichte aanbesteding.
Recentelijk heeft zich een vergelijkbare problematiek voorgedaan in Parijs. De Amerikaanse kunstenaar Jeff Koons stelde voor om de stad Parijs een ontwerp voor een monument voor slachtoffers van de recente terroristische aanslagen, cadeau te doen. De stad diende de 12 meter hoge roestvrij stalen sculptuur wel zelf te betalen. Als locatie eiste Koons een prestigieuze plek voor het Musée d’Art Moderne met zicht op de Eiffeltoren. Een groep kunstenaars, ontwerpers, politici en museummedewerkers schreven gezamenlijk een open protestbrief en hekelden het voorstel als een uitgekookte vorm van ‘product placement’ en verwezen naar de Europese mededingingsregels. Het voorstel gaat niet door. Bezwaarmakers hebben de Gemeente Amsterdam via een aanbestedingsadvocaat gesommeerd zich aan de geldende wetgeving met betrekking tot nationale en Europese aanbesteding te houden. Juist de overheid zou deze wetgeving, die eerlijke mededinging en een transparant opdrachtgeverschap nastreeft, als eerste moeten propageren en naleven. Het is de enige manier om tot een goed en toekomstgericht ontwerp te komen én om draagvlak onder Amsterdammers te garanderen.
Het nationale Holocaust Monument zal een van de belangrijkste naoorlogse monumenten in Nederland worden. Dit gaat de gehele Nederlandse bevolking aan. De ondertekenaars van deze brief vinden het moeilijk te begrijpen hoe de nationale bevolking en de direct betrokken burgers voor wie het monument is bedoeld, buiten spel worden gezet. Het Auschwitz Comité legt een terechte claim op erkenning van de nationale behoefte tot nagedachtenis van de slachtoffers. Deze claim mag echter nooit leiden tot uitsluiting van anderen: de betrokken burgers en de nationale bevolking. Het is deze exclusie die ons verbaast en verontrust. Het ontwerp voor het monument is op basis van een exclusieve emotie tot stand gekomen, waarmee de aandacht voor het inclusieve fundament van elk goed en mooi herdenkingsmonument in de openbare ruimte in het proces is ondermijnd. Wij roepen het nieuwe stadsbestuur en zijn burgemeester op om pas op de plaats te maken met de lopende procedure en een open en inhoudelijke gedachtewisseling over dit monument te initiëren om tot een nieuwe procedure te komen.
In zijn coalitieovereenkomst geeft het nieuwe stadsbestuur aan burgerparticipatie cruciaal te vinden. Dit is een uitgelezen kans om die woorden gestand te doen en over dit zo belangrijke ‘nationale monument’ een open en brede discussie te organiseren waarmee de stad aan haar verleden recht kan doen.