De mens kan de opwarming van de aarde nog beperken tot 1,5 graad Celsius. Maar daarvoor zijn wel snelle veranderingen op „een ongekende schaal” nodig. Niet alleen in het gebruik van energie en land, maar ook in de inrichting van steden, infrastructuur en industrie. Dat schrijft het wetenschappelijk klimaatbureau van de Verenigde Naties, het IPCC, in een maandag gepubliceerd rapport.
De wereldwijde, door de mens veroorzaakte uitstoot van CO2 (nu circa 42 gigaton per jaar) zal in 2050 moeten zijn teruggebracht tot nul. Ook de uitstoot van andere broeikasgassen zal sterk moeten verminderen. Het betekent bijvoorbeeld dat wereldwijd nagenoeg alle kolencentrales voor 2050 dicht moeten. De industrie zal zijn uitstoot met 75 tot 90 procent moeten verlagen, bijvoorbeeld via elektrificatie, het gebruik van biomassa of het opvangen en opslaan van CO2. De helft tot driekwart van alle woningen en kantoren moet dan op duurzame elektriciteit draaien.
Tegelijkertijd zullen landen zich al aan moeten passen aan de gevolgen van 1,5 graad opwarming. Want die zijn er: meer weersextremen (langere periodes van droogte, meer hittegolven, heftigere regenbuien), en een stijging van de zeespiegel.
Bij lange na niet genoeg
Het nu verschenen rapport komt voort uit de klimaattop in Parijs, in 2015. Daar werd afgesproken de opwarming van de aarde te beperken tot ruim beneden 2 graden Celsius, en liefst tot 1,5 graad. De vraag kwam op of dat laatste nog wel mogelijk is. En zo ja, hoe? Maatregelen die landen na het Parijs-akkoord hebben uitgestippeld, blijken bij lange na niet genoeg, stelt het rapport nu. Daarmee stuurt de wereld aan op een opwarming van 3 graden Celsius. Inmiddels is het aardoppervlak gemiddeld ongeveer 1 graden Celsius warmer vergeleken met de periode voor het industriële tijdperk.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data36950581-c46543.jpg)
Een opwarming van 1,5 graad is per saldo minder erg dan 2 graden, stelt het rapport. De weersextremen zijn minder, net als de schade aan ecosystemen. In 2100 is de zeespiegel 10 centimeter minder gestegen, en in ontwikkelingslanden is er minder kans op voedsel- en watertekorten. „Het verschil tussen 1,5 en 2 graden opwarming is niet eerder zo goed in kaart gebracht”, zegt Leo Meyer, projectleider van het IPCC-syntheserapport (2014) over klimaatverandering.
Toch heeft ook een opwarming van 1,5 graad al allerlei impact. De meeste risico’s lopen warmwaterkoralen (verbleking en afsterving), kustregio’s (overstromingen) en het arctisch gebied. Daarnaast zijn er ook na 2100 nog gevolgen, al blijft de opwarming beperkt rond tot 1,5 à 2 graden. Volgens het rapport zouden de ijskappen op Groenland en Antarctica in dat geval kunnen destabiliseren en tot een zeespiegelstijging van vele meters leiden.
Verschillende routes
Het rapport presenteert verschillende routes om het 1,5 graden-doel te bereiken. „We laten zien dat er nog wat te kiezen valt”, zegt Heleen de Coninck, een van de veertien hoofdauteurs van het rapport. Elke route legt andere accenten. De ene zet meer in op ingrijpende gedragsveranderingen: minder (vlees) eten, minder spullen kopen. De ander meer op grootschalige technologische verschuivingen, waaronder een massale toename van duurzame energie. Bij elke route is in meer of mindere mate het verwijderen van CO2 uit de lucht nodig, via bijvoorbeeld installaties of grootschalige herbebossing.
Ook is er een route waarbij het doel van 1,5 graad in eerste instantie wordt overschreden, maar aan het eind van de eeuw toch wordt gehaald door in de laatste helft van de eeuw op grote schaal CO2 uit de lucht te halen. Die route vraagt een massale verbouwing van biomassa, gecombineerd met opvang en opslag van CO2 als die biomassa wordt verbrand. Deze techniek wordt nog niet toegepast. Hoewel het IPCC geen voorkeuren mag geven, laat het rapport tussen de regels weten dat deze route geen voorkeur heeft.
Het rapport, dat zaterdag is goedgekeurd door de landen van de VN, zal in december een rol spelen bij de klimaattop in het Poolse Katowice. Daar bepalen de VN-landen of ze hun klimaatbeleid gaan aanscherpen.
De Coninck houdt hoop dat de mens erin slaagt de opwarming tot 1,5 graad te beperken. Meyer gelooft niet dat de mens in staat is snel genoeg zulke enorme veranderingen door te voeren. „Ik parafraseer sir Robert Watson, oud-voorzitter van het IPCC, aan: streef naar 1,5 graad opwarming, maar stel je in op 3 graden.”