Opinie

Nafta

Trump vernielt het vertrouwen dat nodig is voor vrijhandel

Commentaar

NAFTA is dood, lang leve NAFTA. Begin deze week bereikten de Verenigde Staten, Mexico en Canada op de valreep een akkoord over de onderlinge handel. President Trump had het bestaande NAFTA-akkoord uit 1994 eenzijdig aan de kant gezet. Nu is er het US-Mexico-Canada Agreement (USMCA). De VS krijgen meer toegang tot de Canadese zuivelmarkt, auto’s die in Mexico en Canada voor de Amerikaanse markt worden gemaakt moeten meer Amerikaanse onderdelen bevatten. Er zijn wat andere kleinere wijzigingen.

Was dit een storm in een glas water? Zeker niet. De betrekkingen tussen de drie landen zijn duurzaam ontwricht. Zeker sinds president Trump de Canadese premier Trudeau na de jongste G7-bijeenkomst in Winnipeg uitmaakte voor „oneerlijk en zwak”. Mexico en Canada is het bovendien in de overeenkomst verboden om handelsakkoorden te sluiten met non-markteconomieën. Lees: China. En de staal- en aluminiumtarieven die Trump vrijwel al zijn bondgenoten oplegde, zijn nog niet weg.

De schade geldt ook voor de EU en Japan. Ook deze Amerikaanse bondgenoten zijn hardhandig aangepakt. Het is mogelijk dat nieuwe besprekingen uiteindelijk tot een akkoord leiden: met Japan zijn ze al in een vergevorderd stadium. Maar ze hebben al geleid tot een vertrouwensbreuk.

De verwachting is dat de regering-Trump zich uiteindelijk grotendeels richt op het conflict met China. Inderdaad: China neemt het niet nauw genoeg met het beschermen van intellectueel eigendom. Buitenlandse bedrijven worden vaak gedwongen kennis over te dragen en de markt is niet toegankelijk genoeg.

Een gemeenschappelijke opstelling van handelspartners tegen China zou effectiever zijn dan een losse verzameling tegenspelers. Mocht het de regering-Trump daar om te doen zijn geweest, dan hadden de VS beter niet uit de besprekingen voor het Trans Pacific Partnership kunnen stappen. Dat handelsakkoord met landen rond de Stille Oceaan was min of meer bedoeld om samen tegen China op te kunnen treden.

De Amerikaanse strategie onder Trump is anders van aard: van samenwerking is weinig sprake. Het model is eerder dat van een Amerika dat leidt, en bondgenoten die worden geacht te volgen. De Democratische erfenis (NAFTA onder Clinton en TPP onder Obama) moest eerst uitgewist. Het is zeer de vraag of de Europese Unie zich net zo makkelijk laat koeioneren als Mexico en Canada. Nu het vertrouwen ten aanzien van de VS is verdampt, ontstaat juist ruimte om met China tot andere akkoorden te komen, hoe complex dat ook is. Zie het front dat zich vormt ten aanzien van Iran, nu de VS eenzijdig uit de nucleaire deal met dat land zijn gestapt en weer handelssancties invoeren. Dat de EU onderzoekt of er alternatieve kanalen zijn om handel met Iran overeind te houden buiten het gebruik van de Amerikaanse dollar om, spreekt boekdelen.

In plaats van Amerikaanse macht en invloed te consolideren en uit te breiden, breekt de regering-Trump deze steeds verder af. Vertrouwen verkruimelt, argwaan groeit en verhoudingen zijn enkel nog transactioneel. Maar de wereldeconomie is geen vastgoedproject. Internationale betrekkingen vergen complexe samenwerking, nuance, geduld en dialoog. Een supermacht die deze termen niet langer erkent, toont niet zijn kracht, maar juist zijn zwakte.

In het Commentaar geeft NRC zijn mening over belangrijke nieuwsfeiten. De commentatoren schrijven deze artikelen in samenspraak met de hoofdredactie.