Er mogen dan „talloze bezwaren” en „serieuze juridische zorgen” zijn, de Californische gouverneur Jerry Brown ondertekende de wet afgelopen zondag tóch. Brown wil beursgenoteerde bedrijven daarmee dwingen meer vrouwen op te nemen in hun bestuurstop. Want: „recente gebeurtenissen in Washington maken het overduidelijk dat velen de boodschap nog niet begrijpen”. De vrijdag ervoor stemde een Senaatscommissie vóór de aanstelling van Brett Kavanaugh als rechter in het Amerikaanse Hooggerechtshof, ondanks beschuldigingen van seksueel wangedrag.
Eind volgend jaar moeten beursbedrijven met het hoofdkantoor in Californië minimaal één vrouw in hun bestuur hebben, zo schrijft de nieuwe wet voor. Dat bestuur bestaat in de Verenigde Staten uit zowel de dagelijkse leiding, als de toezichthouders – anders dan in Nederland, waar de raad van bestuur meestal gescheiden is van de raad van commissarissen.
In 2021 moeten er minstens twee of drie vrouwen in de toplaag van het bedrijf zitten, afhankelijk van het totale aantal bestuurders. Bedrijven die zich niet aan de wet houden, krijgen een geldboete die kan oplopen tot 300.000 dollar (bijna 260.000 euro). Een kwart van de 446 beursgenoteerde Californische bedrijven heeft geen enkele vrouwelijke bestuurder.
‘Golden skirts’
Grote kans dat Californische bedrijven binnen de kortste keren aan de wet voldoen, voorspelt Kees van Veen, die onderzoek doet naar corporate governance aan de Rijksuniversi teit Groningen. „Maar er is evengoed een grote kans op een reeks rechtszaken, aangezien dat de manier is waarop conflicten in Amerika worden opgelost.”
Want bedrijven houden niet van verplichtingen. De meeste weerstand zit ’m in het feit dat een overheid zich gaat bemoeien met wie zij moeten benoemen, zegt Mijntje Lückerath, hoogleraar corporate governance aan Tilburg University. „Een privaat bedrijf wil zélf bepalen wie de top bereikt.”
In de Verenigde Staten is Californië de eerste staat die met een wet het aantal topvrouwen wil laten toenemen. Maar in Europa is al langer een ontwikkeling gaande waarbij overheden diversiteit in de top van beursgenoteerde bedrijven proberen af te dwingen. Dat begon ruim tien jaar geleden in Noorwegen: per 1 januari 2008 moesten raden van commissarissen daar voor 40 procent uit vrouwen bestaan. Sindsdien volgde een groot aantal andere Europese landen.
In veel gevallen met een wat zachtere hand, zoals in Nederland, dat het vooralsnog houdt bij een (nog niet erg succesvol) wettelijk streefcijfer van 30 procent vrouwen in de raden van bestuur en de raden van commissarissen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data35439605-47b8a3.jpg)
Maar onder meer België, Frankrijk, Italië en Duitsland voerden ook quota in – inclusief straffen als die niet gehaald worden. Soms, net als nu in Californië, zijn dat geldboetes. Maar er zijn ook landen die bijvoorbeeld de benoemingen van mannen kunnen afkeuren (België, Frankrijk en Duitsland), of de beloningen van bestuurders intrekken (België). In Noorwegen konden bedrijven die het quotum niet haalden zelfs opgeheven worden.
Toch zal het niet de dreigende boete zijn die de Californische beursbedrijven dwingt tot het aannemen van vrouwelijke bestuurders, zegt Van Veen. „Een groot Amerikaans bedrijf haalt zijn neus op voor drie ton.” Hij verwacht dat ze uit angst voor een negatieve reputatie overstag zullen gaan.
De Europese landen die Californië zijn voorgegaan, laten inderdaad zien: bedrijven gehoorzamen een dwingende wet. Al leidt dat niet per se bij elk bedrijf tot meer topvrouwen. Zo kozen veel Noorse bedrijven ervoor om de beurs te verlaten, zodat ze niet aan de wet hoefden te voldoen. En de Franse beurstoezichthouder constateerde dat diverse bedrijven hun raad van commissarissen kleiner maakten, om zo het percentage vrouwen te verhogen. Ook bekend is de opkomst van de golden skirts: vrouwen met bestuursfuncties bij meerdere bedrijven, omdat het aantal geschikte vrouwen te klein is.
Masculiene techbedrijven
Het Britse weekblad The Economist zocht eerder dit jaar uit wat het afgelopen decennium van overheidsdwang nu heeft opgeleverd. In ieder geval wel meer vrouwelijke bestuurders van grote bedrijven, zo zijn in Noorwegen en Frankrijk nu meer dan 40 procent van de commissarissen vrouw, in lijn met de daar geldende quota. En ook de ‘golden skirts’ worden gerelativeerd. Want hoewel het inderdaad geregeld voorkomt dat een topvrouw minstens drie bestuursfuncties heeft (veelal commissariaten), geldt dat evengoed voor veel topmannen (19 procent tegenover 15 procent bij de zeshonderd bedrijven op de Europese aandelenindex STOXX). Bovendien waren vrouwen die werden benoemd onder een quotumregime niet minder gekwalificeerd dan vrouwen die vóór die tijd benoemd werden, bleek uit een onderzoek naar het Italiaanse quotum van 33 procent vrouwen in de totale bestuurstop.
Maar: er zijn volgens The Economist ook nog geen eensgezinde conclusies te trekken over de gewenste effecten van de quota, zoals andere besluitvorming, meer vrouwen in de managementlagen ónder het bestuur, hogere winsten en een lagere kans op bijvoorbeeld fraude.
Dat de wettelijke plicht om vrouwelijke bestuurders aan te stellen nu ook in Californië is geïntroduceerd, komt misschien ook wel door de Silicon Valley-bedrijven, denkt Lückerath. Masculiene techbedrijven die razendsnel groeiden, met weinig aandacht voor de bedrijfscultuur en het goed bestuur. Gevolg daarvan was bijvoorbeeld de bestuurscrisis bij taxibedrijf Uber vorig jaar, onder meer als gevolg van een seksistische bedrijfscultuur. Lückerath: „Er ontstonden problemen omdat het bedrijf niet voldoende divers was. Ik kan me voorstellen dat de hoop onder andere is dat deze wet voorkomt dat de techbedrijven te veel losgezongen raken van de maatschappij.”