Reportage

Shinta heeft net een baby maar haar ogen staan dof door de ramp

Tsunami Sulawesi Drie dagen na de ramp is pijnlijk duidelijk dat de Indonesische overheid de situatie niet aankan. De sfeer wordt grimmiger.

Ruim drie dagen na de ramp begint pijnlijk duidelijk te worden hoe slecht de Indonesische overheid erin slaagt om de crisis beheersbaar te krijgen.
Ruim drie dagen na de ramp begint pijnlijk duidelijk te worden hoe slecht de Indonesische overheid erin slaagt om de crisis beheersbaar te krijgen. Foto Rifki/AP

Haar dochtertje van drie jaar is wonder boven wonder levend onder het puin vandaan gekomen, maar haar moeder heeft de aardbeving niet overleefd. En Shinta Kusuma Dewi heeft ook nog een nichtje en twee aangetrouwde familieleden verloren.

Zelf ligt Shinta Kusuma Dewi in een klein ziekenhuis in Palu omdat ze net is bevallen van een zoontje, dat zou mooi nieuws moeten zijn. Maar haar ogen staan dof. Ze vertelt dat ze haar familie nog niet heeft kunnen begraven. Shinta Kusuma is islamitisch en volgens haar geloof hoort een dode binnen 24 uur een begrafenis te krijgen. Dat gaat niet, ze liggen nog onder de brokstukken. „We hebben zwaar gereedschap nodig om ze eruit te kunnen graven en dat hebben we niet.”

Iedereen in Palu op het Indonesische eiland Sulawesi heeft een verhaal als dat van Shinta Kusuma. Iedereen is dierbaren kwijt of kent mensen die dat is overkomen.

Kustplaats Palu en het district Donggala dat daarom heen ligt, hebben een driedubbele ramp over zich heen gekregen: een set aardbevingen, de tsunami en daarna deed zich nog liquefactie voor. Dat verschijnsel komt vaker voor bij aardbevingen, het houdt in dat een vochtige bodem door de schokken in een soort drijfzand verandert. In de buurt waar Shinta Kusama woonde zijn veel huizen door die liquefactie totaal verzakt en verwoest.

Onbeheersbaar

Ruim drie dagen na de ramp begint pijnlijk duidelijk te worden hoe slecht de Indonesische overheid erin slaagt om de crisis beheersbaar te krijgen. Van de regio Donggala is nog steeds volkomen onduidelijk hoe groot de schade is en hoeveel mensen er hulp nodig hebben.

Het officiële dodenaantal lag maandag rond de 850, maar dat zegt eigenlijk niets. De woordvoerder van de nationale rampendienst gaf toe dat hij de totale impact nog steeds niet kan overzien. Hij is bang dat in Donggala hele steden zijn weggevaagd door de tsunami.

Lees ook: Dodental natuurramp Sulawesi opgelopen tot ruim 1.200

President Joko Widodo heeft zijn volk om geduld gevraagd. Hij zei dat de autoriteiten er alles aan doen om voedsel, water en brandstof naar het gebied te krijgen. Maandag werd bekend dat hij internationale hulp accepteert, een gevoelig besluit omdat Indonesië graag te boek wil staan als land dat zijn sores zelf prima aankan. Het ministerie van Buitenlandse Zaken maakt een lijst met alles wat er aan bijstand nodig is, van water en voedsel tot vliegtuigen, tenten en graafmachines om nog slachtoffers onder het puin vandaan te krijgen.

Van dat alles was maandag in Palu nog weinig te merken. De coördinatie van het vliegverkeer van en naar de stad was een chaos. Veel vluchten die aanvankelijk wel zouden gaan, werden weer geannuleerd om onduidelijke redenen. Op het vliegveld stonden honderden mensen te wachten, in de hoop op een vlucht de stad uit. De meeste van hen kamperen er al dagen, pal naast de landingsbaan en tussen het afval en de brokstukken.

Over land gaat alles langzaam. De wegen liggen overhoop door aardverschuivingen. Mensen van hulporganisaties zijn maandag zelfs met de brommer de weg op gegaan om water en eten te verspreiden. Extra probleem is dat er een tekort aan brandstof is. De tankstations zijn leeg, terwijl benzine ook hard nodig is voor generatoren die stroom kunnen leveren. Het elektriciteitsnetwerk ligt plat.

Palu is op veel plekken in de stad veranderd in een openbaar kampeerterrein. Inwoners durven niet binnen te slapen uit angst voor naschokken, dus ze liggen in de openlucht of onder een tentzeil. Ze hebben simpele huizen die maar tegen weinig bestand zijn. Ook hierover is in Indonesië kritiek ontstaan. Waarom controleert de overheid niet beter of huizen en andere gebouwen aan de aardbevingsbestendige bouwregels voldoen?

Lees ook: Waarom faalde het tsunami-alarm?

Leeggeplunderd

Uit verslaggeving van Indonesische media blijkt dat de sfeer soms grimmig wordt, ook al zit dat niet in de aard van Indonesiërs. Als ergens toch een auto met hulpgoederen aankomt, is het dringen en smeken geblazen. Veel winkels zijn leeggeplunderd, op filmpjes is te zien hoe jongens met brandblussers glazen deuren inslaan. De nationale retailersorganisatie gaf ook hier de overheid de schuld van, omdat die zou hebben toegezegd later de kosten te vergoeden die de slachtoffers van de ramp zouden veroorzaken door zich ongevraagd toegang tot winkels te verschaffen.

Te midden van alle wanhoop en reddeloosheid gebeurt ook af en toe iets moois. In Palu stellen Indonesiërs die geluk hebben gehad hun huizen en tuinen open voor mensen die geen dak meer boven hun hoofd hebben. Ze regelen benzine voor hun generator, zodat ze rijst kunnen koken en mensen hun telefoon kunnen opladen.

En maandagmiddag, voor de ingang van het ziekenhuis, vond een dochter haar oude vader terug na dagen zonder contact. Ze vielen elkaar hard huilend in de armen.