Een algeheel verbod op het gebruik van mobiele informatiedragers (smartphone, laptop of geluidsdragers) in het verkeer. Dat wil minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) vanaf volgend jaar juli invoeren. Dinsdag heeft zij een wetswijziging naar de Tweede Kamer gestuurd. Wat betekent dat voor de appende fietser of de automobilist die op zijn mobieltje zijn navigatie even wil raadplegen?
-
Wat gaat er veranderen?
Voor al het gemotoriseerd verkeer is het sinds 2002 al verboden om achter het stuur te bellen of te appen. Bellende fietsers werden niet als een gevaar beschouwd. Het verbod is nu uitgebreid met alle elektronische apparaten, dus ook de laptop, de mobiele navigator of geluidsdragers als de iPod. Fietsers vallen nu ook onder dat verbod omdat volgens de minister „de verleiding van het bellen of van het lezen en schrijven van berichten onderweg” te groot is geworden.
-
Waarom nu die wetswijziging?
Sinds 2002 is er veel meer bekend over de risico’s. Uit recent Amerikaans onderzoek bleek dat het bellen via een handheld telefoon de kans op een ongeval verdubbelt. Uit Europees onderzoek bleek dat Europese automobilisten 10 procent van hun reistijd besteden aan bellen of appen. De Tweede Kamer dringt dan ook al langer aan op aanscherping van het verbod.
-
Wat mag er nu wel en niet?
Wie in het verkeer een mobiel elektronisch apparaat in zijn handen heeft, is in overtreding. De mobiele navigator in de auto of de fiets mag, zolang het maar geen afleiding vormt.
-
Is het verbod handhaafbaar?
Een fietser die bellend of append gesignaleerd wordt, is zichtbaar en dus makkelijk te traceren en aan te houden. Voor automobilisten volstaat de waarneming dat hij bellend achter het stuur zit en hoeft de agent alleen nog maar zijn kenteken te registreren.
-
Is er draagvlak voor?
Volgens de Fietsersbond, de ANWB en andere belangengroepen in het wegverkeer wel degelijk. Minister Van Nieuwenhuizen zei het zo „vroeger dacht je bij slingerende auto’s aan dronken bestuurders. Nu weet je dat iemand bezig is met zijn mobieltje. We denken dat we kunnen multitasken, maar we kunnen het niet.”