Drie maanden uit huis gezet om 14 gram wiet

Drugsbeleid Het sluiten van woningen om de vondst van drugs gebeurt vaker en sneller. Ook bij kleine hoeveelheden, of als het de eerste keer is. „Het zijn vaak kleinere krabbelaars. Grote criminelen ontspringen de dans.”

Foto Robin van Lonkhuijsen

In het voorjaar van 2017 meldt de politie zich op een woonwagenkampje in Maarssen, vlak bij Utrecht. De agenten kloppen aan bij de woonwagen van Riekie Smit. Ze willen binnen kijken. Dat mag, er wordt niets gevonden. Smit vertrekt naar een afspraak. Als ze terugkomt, is de elektriciteit van haar woonwagen gehaald. In een schuurtje op het midden van het kamp hebben agenten namelijk een wietplantage gevonden, met 110 planten.

Een paar weken later krijgt ze een brief thuisgestuurd, ondertekend door de burgemeester van de gemeente Stichtse Vecht. De woonwagen van Riekie Smit zal drie maanden door de gemeente worden gesloten, zo schrijft hij. Het schuurtje waar de wiet is gevonden staat op haar naam, hoewel het schuurtje in het midden van het kampje staat en nauwelijks vanaf haar woonwagen te zien is. Smit zegt niks van de wiet te weten – ze had zelfs geen sleutel van het schuurtje. Ze zegt niet te weten wie verantwoordelijk is voor de plantage. Op straat wordt er wel over geroezemoesd, maar ze weet niet of die verhalen kloppen.

Dus moeten Smit en haar drie kinderen, die dan zeven, vier en twee jaar oud zijn, de woonwagen uit. In de brief van de burgemeester staat dat hij in principe eerst een waarschuwing geeft, maar dat specifieke „feiten en omstandigheden”, zoals in het geval van Smit, er voor kunnen zorgen dat van de beleidsregels wordt afgeweken. De maatregel is niet bedoeld als straf, maar om drugshandel vanuit de panden terug te dringen. De burgemeester schrijft dat de kinderen eventueel naar de moeder van Smit kunnen gaan en dat ze zich anders kan melden bij het Sociale Wijkteam voor een vervangende woonruimte.

De zaak ligt nu stil

Riekie Smit begrijpt er niks van. Ze wist echt niks van de wietplantage, zo zegt ze. Daarnaast is ze er nog niet voor veroordeeld. Volgens haar advocaat Thomas van der Horst ligt de zaak momenteel stil, volgens hem is er geen bewijs om te veronderstellen dat zijn cliënt de exploitant van de kwekerij is.

Smit heeft een verklaring afgelegd bij de politie, en er verder niks van meer van gehoord. „Ik ben een alleenstaande moeder met drie minderjarige kinderen. Toch kun je door de gemeente op straat worden gezet, zonder dat ik ben veroordeeld door een rechter. Dat voelt heel erg naar, en dat is gewoon een straf.”

Nederlandse burgemeesters kunnen inwoners van hun gemeenten tijdelijk uit hun huis zetten, als daar een handelshoeveelheid drugs wordt gevonden. Dat is niet bedoeld als straf, maar om de overtreding te beëindigen en herhaling ervan te voorkomen. Daarnaast moet een sluiting van een woning nadelige effecten van de productie, verspreiding, handel en het gebruik van drugs op het openbare leven tegengaan.

Lees ook: ‘Jongeren in criminaliteit door tolerant drugsbeleid’

Burgemeesters sluiten steeds vaker en sneller een woning, en doen dat bijna altijd zonder eerst een waarschuwing te hebben gegeven, zo blijkt uit een rondgang van NRC langs de vijftien grootste gemeenten van Nederland en onderzoek van promovenda Michelle Bruijn van de Rijksuniversiteit Groningen.

In de praktijk wordt een woning niet alleen op slot gedaan als er sprake is van actieve drugshandel, maar ook als er meer dan 0,5 gram harddrugs, 5 gram softdrugs of vijf hennepplanten in een huis zijn. „Zodra er meer dan een handelshoeveelheid drugs aanwezig is, mag een burgemeester sluiten”, zegt Bruijn. „Dat is voldoende om aan te nemen dat er wordt gehandeld. Daardoor wordt de wet niet gebruikt waarvoor deze ooit bedoeld was: het tegengaan van illegale verkooppunten van drugs. Ik vind het opmerkelijk dat vrijwel niemand zegt dat deze koers niet de juiste is.”

Rechtsongelijkheid

Het sluiten van woningen is een lokale aangelegenheid, het aantal gesloten woningen loopt per gemeente nogal uiteen. Zo werd er het afgelopen jaar in Apeldoorn slechts twee keer een woning gesloten op basis van de Wet Damocles, terwijl dat in Groningen 29 keer gebeurde. In Amsterdam werd vorig jaar 53 keer een woning gesloten. „Er is geen landelijk beleid”, zegt advocaat Johan Keizer, die jaarlijks tientallen cliënten bijstaat die uit hun huis zijn gezet. „Dit is gewoon rechtsongelijkheid. In de ene stad heb je meer kans om door de burgemeester uit je huis gezet te worden dan in de andere.”

Volgens meerdere advocaten is de wetgeving bedoeld om de grote criminelen aan te pakken, maar gebeurt het tegenovergestelde. „De mensen die uit hun huis worden gezet zijn vaak de kleinere krabbelaars die omdat ze in een schrijnende situatie zitten een paar plantjes op een slaapkamer stoppen”, zegt Barry van de Luijtgaarden, advocaat en raadslid voor de VVD in het Brabantse Rucphen. „Terwijl de grote criminelen die huizen van anderen volstoppen de dans ontspringen.”

Het uit huis zetten van iemand waarbij drugs zijn gevonden is officieel geen straf, maar volgens meerdere advocaten wordt het wel zo ervaren. „Kwetsbare mensen staan gewoon op straat”, zegt advocaat André Beckers, die veel wietzaken doet in het zuiden van Nederland. „En als ze in een sociale huurwoning zitten, wordt de overeenkomst ontbonden. Soms staan ze dan ook nog op een zwarte lijst en kunnen ze nergens terecht.”

Strafrechtadvocate Maartje Schaap zegt niet aan haar cliënten uit te kunnen leggen dat het tijdelijk sluiten van hun woning geen straf is. „Het is een herstelmaatregel, waarmee burgemeesters strafbare feiten in een straat of wijk willen stoppen. Maar als de wiet uit een huis wordt gehaald, is dat al niet meer aan de orde. Die hele sluiting slaat dan dus nergens op.”

Jean-Paul van ’t Gilde uit Middelburg staat te douchen als er in 2016 bij hem wordt aangebeld. Er staan vijf agenten voor zijn deur. Ze hebben een huiszoekingsbevel omdat er in het huis gehandeld zou worden in cocaïne. De politie vindt geen wit poeder in de woning, maar wel 14 gram wiet, 360 gram wietbladeren, een balletjespistool en een weegschaal. Van ’t Gilde zegt thee te maken van de wietbladeren, omdat hij MS heeft. Daardoor heeft hij minder pijn. De wiet rookt hij ’s avonds, om te ontspannen, het balletjespistool heeft hij jaren terug van een vriendin gekregen.

Verhuizen naar een caravan

Maar de gemeente Middelburg zet Jean-Paul van ’t Gilde in september 2016 drie maanden uit zijn huis. Hij betrekt een caravan op een camping in Arnemuiden, volgens hem na tussenkomst van de gemeente. Hij betaalt daar 780 euro per week aan huur, dus 3.000 euro per maand. Ook zijn huurhuis moet hij nog doorbetalen. Zijn schuld loopt uiteindelijk op tot bijna 17.000 euro. De officier van justitie besluit de zaak in november voorwaardelijk te seponeren „Ik heb een medicijn gebruikt en ben als een crimineel behandeld. Een burgemeester gooit me voor drie maanden mijn huis uit, voor iets waarvoor ik niet ben veroordeeld.”

Volgens de gemeente waren er in het huis van Van ’t Gilde genoeg aanwijzingen dat hij handelde in wiet. Een woordvoerder wijst erop dat Van ’t Gilde niet heeft kunnen aantonen dat de aangetroffen wiet voor iets anders bedoeld was dan handel. Volgens de woordvoerder heeft de Middelburger er zelf voor gekozen drie maanden op een camping te gaan staan. „Ik kan me voorstellen dat het voor hem voelt als een straf, maar als gemeente dienen wij het algemeen belang.”

Promovenda Michelle Bruijn onderzocht 217 gerechtelijke uitspraken over panden die door de burgemeester zijn gesloten en bij de rechter zijn aangevochten. Volgens Bruijn is het in de praktijk niet nodig om aan te tonen dat een pand gebruikt wordt in het drugsmilieu. In slechts een kwart van de gevallen wordt een pand gesloten vanwege actieve drugshandel. Bij zeven op de tien gevallen is het aantreffen van een handelshoeveelheid verdovende middelen of het vinden van een hennepplantage genoeg reden om een woning te sluiten. Als een sluiting wordt aangevochten bij de rechter grijpt deze soms in: in ruim 40 procent van die zaken wordt de sluiting ongedaan gemaakt.

Dat laatste is gebeurd bij Riekie Smit uit Maarssen. De voorzieningenrechter draait de beslissing om haar woning te sluiten terug. Volgens de rechter blijkt onvoldoende dat Riekie Smit naast eigenaar van de woonwagen ook exploitant van de hennepplantage is. Dit omdat het gaat om een gezamenlijke schuur, en er dus geen automatisch verband is. Ook zou er onvoldoende rekening zijn gehouden met de belangen van de kinderen. Smit krijgt een brief van de burgemeester met daarin een officiële waarschuwing. Daartegen is ze nu in beroep gegaan.

Huurcontract blijft ontbonden

Maar de gemeente Stichtse Vecht wil nog steeds dat Riekie Smit haar woonwagen verlaat. Het huurcontract voor de standplaats waarop de woonwagen staat moet worden ontbonden, onder meer vanwege de vondst van de hennepplantage. Die procedure loopt nu.

Een woordvoerder van de gemeente Stichtse Vecht zegt dat de overtreding van dien aard is dat het beëindigen van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is, vanwege de veiligheid van de omwonenden. De standplaats staat namelijk op gemeentelijk terrein.

Volgens promovenda Bruijn is het sluiten van woningen voor burgemeesters tegenwoordig een manier om drugscriminaliteit aan te pakken. „Maar het is oorspronkelijk een herstelsanctie, en is dus niet bedoeld om te straffen, want daar hebben we het strafrecht voor. In het strafrecht ben je onschuldig totdat het tegendeel is bewezen, maar als de burgemeester je woning sluit, ligt de bewijslast bij de burger. Ik kan me wel voorstellen dat mensen deze maatregel als een straf ervaren.”

Riekie Smit hoopt ondertussen dat zij en haar kinderen in de woonwagen kunnen blijven wonen. Volgens haar misbruikt de gemeente de mogelijkheden die ze hebben. „Het is nog steeds niet aangetoond dat ik ook maar iets met de wietplantage te maken heb, maar toch doet de gemeente er alles aan om me uit mijn woonwagen te zetten. Ze willen ons hier gewoon weg hebben.”

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.