In het oeuvre van theatermaker Jetse Batelaan, artistiek leider van Theater Artemis, staat het spanningsveld tussen orde en anarchie vaak centraal. Zelfs als ze binnen de kaders van het begrijpelijke beginnen, ontpoppen zijn voorstellingen zich vaak tot universa met volstrekt eigen regels, waardoor impliciet de gedeelde normen van het publiek in twijfel worden getrokken.
Ook in Het verhaal van het verhaal, de nieuwe co-productie met Het Zuidelijk Toneel, speelt absurdistische ontregeling een belangrijke rol. Het begint al in de foyer, waar bont uitgedoste figuren woordeloos tussen het publiek door zwerven. Het blijken leden te zijn van een prehistorische (of juist postapocalyptische?) stam, die met nooduitgangbordjes, rode lopers en andere voorwerpen uit de schouwburg een kampement op het toneel hebben gebouwd.
Hun bestaan wordt doorbroken door een kwebbelend kerngezin (gerepresenteerd door metershoge rondrijdende prints van Trump, Beyoncé en Cristiano Ronaldo), door mysterieuze, voorbijtrekkende geometrische figuren èn door een steeds terugkerende voiceover, die vertelt over de odyssee van een Verhaal dat op zoek is naar iemand die het nog wil horen.
En dan doorbreekt de voorstelling ook nog regelmatig de theaterillusie door schouwburgtechnici (steeds net te laat) in te laten grijpen als de destructieve neigingen van de stamleden uit de hand dreigen te lopen.
Op slimme en oergeestige wijze weet Batelaan zo het gevoel van transitie en ongedefinieerdheid te vangen dat ons huidige tijdsgewricht kenmerkt. De bangige ouders van het gezin weten zich geen raad met alle ‘raarheid’ waarmee ze worden geconfronteerd, terwijl hun zoon zijn nieuwsgierigheid juist niet weet te bedwingen. Het onverwachte open einde onderstreept echter dat de toekomst voor hem ook ongewis is, en de voorstelling vermijdt zo een makkelijk optimistisch einde dat zijn hoop al te naïef op de nieuwe generatie vestigt. De strijd tussen collectieve gereglementeerdheid en individuele ontplooiingsvrijheid blijft prikkelend onbeslist.