De grootste vakbond FNV gaat volgend jaar in alle cao-onderhandelingen met werkgevers een historisch hoge loonsverhoging eisen van 5 procent. In sectoren waar hoge winsten worden gehaald, kan de looneis zelfs nog hoger uitvallen. Dat maakte de vakbond maandag bekend. De FNV vindt dat werkenden nog veel te weinig profiteren van de economische groei.
Dit jaar zette de FNV in op een looneis van 3,5 procent. In de praktijk waren er weinig werkgevers die daarmee akkoord gingen. De gemiddelde jaarlijkse loonstijging in cao’s die de FNV heeft afgesloten was zo’n 2,4 procent. Nog los van de cao’s waar de FNV niet aan mee deed omdat de bond de aangeboden arbeidsvoorwaarden te mager vond.
Grootste moeite
FNV-bestuurslid Zakaria Boufangacha, die de cao-onderhandelingen coördineert, zei in juni dat de vakbond de grootste moeite moet doen om stevige loonsverhogingen af te spreken. “Het is vechten tegen de bierkaai”, zei hij. Bedrijven wijzen er volgens hem vooral op dat ze hun kosten laag willen houden. Nu hoopt Boufangacha op een trendbreuk:
“De bedrijfswinsten zijn nog nooit zo hoog geweest. De lonen kunnen daarom niet achterblijven. Onze looneis van 5 procent is meer dan gerechtvaardigd.”
De FNV wil verder in cao-onderhandelingen met werkgevers afspreken dat er meer vaste banen komen en dat mensen met een flexibel contract (oproepkrachten, uitzendkrachten, payrollers) hetzelfde loon en dezelfde arbeidsvoorwaarden krijgen als hun collega’s met een vast contract.