Gezonde ouderen hebben geen baat bij het dagelijks slikken van een aspirientje. Dat is de overkoepelende conclusie van drie artikelen over een groot onderzoek onder bijna 20.000 Amerikaanse en Australische ouderen. De resultaten verschenen zondag in het medisch-wetenschappelijke blad The NEJM. Het leest bij elkaar als een demasqué van het preventiepilletje.
Nederlandse artsen schrijven jaarlijks aan ruim 700.000 mensen aspirine in dagelijkse, niet-pijnstillende, lage dosis voor om hen te beschermen tegen een hartziekte. Het zijn veelal recepten voor mensen die al iets aan hun hart hebben.
Onbekend is in hoeverre artsen het nog steeds voorschrijven aan gezonde patiënten. Aspirine in een lage dosering tot 100 milligram is ook verkrijgbaar bij de drogist en op internet. Hoeveel mensen dit op eigen initiatief als preventieve zelfmedicatie slikken, is evenmin bekend.
Een lage dosering aspirine raakte in de mode toen uit onderzoeken onder hartpatiënten bleek dat het verdere problemen kan voorkomen. Het idee was daarna dat het ook voor gezonde mensen een goede preventie zou zijn. Veel mensen maakten toen een gewoonte van een dagelijks preventief lagedosisaspirientje. Maar voor de beschermende werking bestond geen stevig wetenschappelijk bewijs.
Aspirine-Protect, het pilletje met een lage dosering, is in Nederland nog steeds erg populair, blijkt uit cijfers van het Zorginstituut Nederland. Apotheken leverden in 2017 228 miljoen dagdoseringen, en daarmee staat het op plaats zeven in de ranglijst van meest verstrekte pillen. De 75-plussers vormen in Nederland de grootste groep die deze middelen slikt. Hoeveel er bij de drogist wordt verkocht is niet bekend.
Aspirine is van oudsher bekend als pijnstiller en koortsverlager, maar werkt in lage doseringen ook als bloedverdunner. Een dagelijkse dosis hiervan kan voorkomen dat er ongewenste stolsels in het bloed ontstaan, die kunnen leiden tot een hartaanval of een beroerte. De verminderde stolling leidt er echter ook toe dat mensen uit een klein wondje heviger kunnen bloeden of makkelijker blauwe plekken krijgen. Ook de kans op een hersenbloeding neemt toe.
In het nu gepubliceerde Amerikaans-Australische onderzoek werd een aspirientje van 100 milligram vergeleken met een placebopilletje in een groep ouderen van gemiddeld 74 jaar oud. Aspirine bleek na vijf jaar geen belangrijke ziekten te voorkomen in vergelijking met de controlegroep, maar het aantal ernstige bloedingen was in de aspirinegroep wel significant hoger (3,8 procent tegen 2,8 procent). Aspirine bleek nauwelijks hart- en vaatziekten te voorkomen, de aandoeningen waarom het nou juist te doen was. Daarentegen verhoogde aspirine het sterfterisico licht: 12,7 tegen 11,1 sterfgevallen per duizend jaar. Dat kwam vooral door extra sterfte aan kanker. Omdat dit laatste geheel in tegenspraak is met eerdere onderzoeken (aspirine zou juist beschermen tegen kanker), schrijven de auteurs dat dit resultaat „met de nodige voorzichtigheid” geïnterpreteerd moet worden.
Het onderzoek was groot en goed opgezet: artsen en proefpersonen wisten niet wie er een echt aspirientje en wie er een neppil (placebo) slikte. Maar de duur van het onderzoek is aan de korte kant (4,7 jaar) om harde uitspraken te doen. Dat geldt met name ook voor het effect op kanker.
Overigens bleek het voor veel deelnemers lastig om trouw elke dag een pilletje te nemen. Aan het eind van de studie deed 62 procent van de mensen in de aspirinegroep dat nog en 64 procent in de placebogroep .
Het Australisch-Amerikaanse onderzoek betreft nadrukkelijk ouderen die nog kerngezond waren en die puur preventief dagelijks een aspirientje gingen slikken. Voor mensen met hart-en vaatziekten die aspirine slikken verandert dit onderzoek niets.