Het is een sterk verhaal, en nog waargebeurd ook. In de jaren 70 infiltreerde de zwarte politieagent Ron Stallworth in de Ku Klux Klan (KKK), de notoire organisatie die Amerika wil ontdoen van zwarten, joden en homo’s. Door zich telefonisch voor te doen als witte man die zich zorgen maakt over zwarte verkrachters weet Stallworth uiteindelijk zelfs door te dringen tot KKK-leider David Duke. Als enkele lokale KKK-leden met hem willen afspreken, vaardigt hij zijn collega Flip Zimmerman (Adam Driver) af. In een scène zien we beiden lacherig oefenen op hun accent, zodat het niet opvalt dat de man die de KKK aan de lijn heeft een andere is dan diegene die in levende lijve op komt dagen. De infiltratie heeft als doel om te kijken of de KKK iets van plan is, los van het met veel theatraal vertoon verbranden van kruizen.
Het door Spike Lee met ingehouden woede geregisseerde BlacKkKlansman is gebaseerd op de memoires van Stallworth, Black Klansman. Stallworth (John David Washington) is de eerste zwarte politieagent in Colorado. In het begin van zijn film houdt Lee alles vrij luchtig: er valt flink veel te lachen om de avonturen van de enige zwarte politieman in het witte politiekorps, en de KKK wordt zelfs wat karikaturaal neergezet als stelletje idioten die geen benul hebben wat ze allemaal aan racistische en antisemitische onzin uitkramen. Allengs wordt de toon serieuzer. Dat begint met de introductie van een racistische politieagent en eindigt met een bloedstollende parallelmontage tussen een White Power- en een Black Power-bijeenkomst; het kloppende hart van de film.
Dat Lee hier de vorm van de parallelmontage gebruikt, de afwisseling van deze twee bijeenkomsten, is buitengewoon significant. Het is de montagevorm die groot werd gemaakt door D.W. Griffith, maker van The Birth of a Nation (1915), een beruchte film die een heropleving van de KKK veroorzaakte en die bomvol raciale stereotypen zit. Lee eigent zich de griffithiaanse parallelmontage toe om die op krachtige retorische wijze te gebruiken. Met enerzijds de rituelen van de KKK, in hun karakteristieke uitdossing, en anderzijds Harry Belafonte, icoon van de burgerrechtenbeweging, die ten overstaan van Black Power-aanhangers het ijzingwekkende, echt gebeurde verhaal vertelt over een zwarte jongen die in 1916 werd beschuldigd van de verkrachting van een witte vrouw en het gruwelijke lot dat hem daarna wachtte.
Dat The Birth of a Nation daarbij een grote rol speelde, staat voor Lee buiten kijf: BlacKkKlansman zit vol invloedrijke filmscènes die impact hadden op de beeldvorming van zwarten: van Gone with the Wind (1939) tot de blaxploitationfilms uit de jaren zeventig.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/08/data35172877-f0935a.jpg)
Lee heeft met BlacKkKlansman een speelse film gemaakt, met veel humor en (soms) overdrijving, maar het venijn zit in de staart. De slotbeelden vormen een mokerslag en tonen Lees bedoeling. Zijn film gaat in feite over Donald Trump, die racistisch is en de weg baande voor de groei van de alt-right-beweging. Trump eigende zich de KKK-slogan ‘America First’ toe en vergoelijkte het gedrag van de rechtse relschoppers die vorig jaar door Charlottesville trokken en op het publiek inreden – waarbij een dode viel. Met die huiveringwekkende beelden, inclusief een opruiende David Duke anno 2017, eindigt BlacKkKlansman. Waarna je nog lang verslagen in je stoel zit.