Vincent van Goghs beroemde bloesemboom leeft nog

Een boek over Van Gogh onthult nieuwe feiten over zijn laatste levensjaren, dankzij een bevriende koetsier en de Franse president die zijn werk in 1890 verbaasd bekeek. En Vincents amandelboom bloeit nog.

Vincent van Gogh, Amandelbloesem, geschilderd in Saint-Rémy-de-Provence, februari 1890.
Vincent van Gogh, Amandelbloesem, geschilderd in Saint-Rémy-de-Provence, februari 1890. Van Gogh Museum, Amsterdam

Na bijna 130 jaar heeft hij een naam: de tuinman die Vincent van Gogh in 1889 heeft geportretteerd tijdens zijn verblijf in de psychiatrische inrichting in Saint-Rémy-de-Provence heette Jean Barral. Dat stelt de Britse publicist Martin Bailey in zijn maandag te verschijnen boek Starry Night. Van Gogh at the asylum.

Vincent van Gogh, Jean Barral, een boer uit de omgeving van de kliniek. Hij zou de man zijn op het voorheen anonieme ‘Portret van een tuinman’. Geschilderd in september 1889.

Collectie Galleria Nazionale d’Arte Moderna, Rome

De naam van de tuinman diepte Bailey op uit de ongepubliceerde memoires van Louis Poulet. Dat is de kleinzoon van Jean-François Poulet, de koetsier die Van Gogh vergezelde als diens geestelijke gezondheid goed genoeg was om buiten de muren van de kliniek te schilderen.

Van Gogh verbleef vanaf mei 1889 op vrijwillige basis 374 dagen in de kliniek, nadat hij problemen bleef houden met zijn geestelijke gezondheid. Tijdens een zenuwinzinking in zijn toenmalige woonplaats Arles, in oktober 1888, had hij eerder zijn linkeroor afgesneden. Zijn broer Theo betaalde voor zijn verblijf in Saint-Rémy: 100 francs per maand, het derde-klassetarief, inclusief een halve liter wijn bij de maaltijden.

In de kliniek bouwde Van Gogh een band op met Poulet. De koetsier, die in 1954 overleed, vertelde vaak dat Van Gogh op hun gezamenlijke tochten als een zwerver gekleed ging, dat hij nimmer lachte, en langzaam sprak met een zwaar accent. „Een goeie vent, maar vreemd en stil”, die „als hij schilderde zijn zorgen vergat”, aldus de koetsier.

Vincent van Gogh, Gezicht op de inrichting en kapel, geschilderd herfst 1889 in Saint-Rémy-de-Provence.

Particuliere collectie

Bailey heeft meer details over Van Goghs verblijf in de kliniek ontdekt. Geen hemelschokkende onthullingen, maar bij een schilder van zijn kaliber tellen ook de cijfers achter de komma. De belangrijkste vondst is het inschrijfregister van de Zuid-Franse inrichting. De namen van de achttien mannen met wie Van Gogh daar tegelijk opgenomen was, zijn nu bekend.

In zijn brieven uit Saint-Rémy meldde Van Gogh dat de kliniek soms leek op een dierentuin, met al dat „geschreeuw en verschrikkelijke gehuil”. Bailey verdiepte zich in sommige van de mede-patiënten van Van Gogh en concludeert in Starry Night. Van Gogh at the asylum dat de kunstenaar omringd werd door ernstig zieke patiënten.

Neem Jean Revello, die op zijn twintigste, twee jaar voor Van Gogh, in Saint-Rémy werd opgenomen. Revello leerde nooit praten en werd soms zeer agressief. Hij was uiteindelijk de laatste mannelijke patiënt; na de Eerste Wereldoorlog werden in Saint-Rémy alleen nog vrouwen opgenomen. Op oudere leeftijd zat Revello vaak bij de entree, bij tijd en wijle onverstaanbare klanken uitslaand. In 1932, op 65-jarige leeftijd, overleed hij in de inrichting.

Of neem Henri Enrico, die twee weken na Van Gogh in Saint-Rémy arriveerde. De kunstenaar noemde hem niet bij naam, maar Enrico moet wel de nieuwkomer zijn geweest die alles kapotgooide en dag en nacht schreeuwt, zoals Van Gogh in een brief schreef.

Het inschrijfregister van de psychiatrische inrichting waar Van Gogh 374 dagen verbleef.

Een ander onbekend feit, aldus Bailey, is dat de toenmalige Franse president Sadi Carnot, in maart 1890 een uur lang heeft rondgelopen over een tentoonstelling in Parijs waar tien schilderijen van Van Gogh hingen. De president werd rondgeleid door de Franse schilder Paul Signac, die Van Gogh bewonderde en hem vlak daarvoor in de kliniek had opgezocht.

In krantenberichten sprak de president over het „verontrustende kleurgebruik” van sommige van de exposanten. Carnot zei ook de tentoonstelling „tamelijk verbaasd” te hebben verlaten. Het feit dat de president zijn werk heeft opgemerkt, is voor Bailey een bewijs dat Van Gogh tijdens zijn leven minder over het hoofd is gezien als vaak is gesteld. „Het benadrukt dat zijn werk echt begon te winnen aan acceptatie. De tragedie is dat Van Gogh vier maanden later zelfmoord pleegde.”

In het boek van Bailey staat ook een in 2017 gemaakte foto van een amandelboom. Niet zomaar een boom, maar exact de boom waarvan Van Gogh in februari 1890 een paar takken met bloesem schilderde, het beroemde schilderij dat hij cadeau deed aan zijn pasgeboren neef Vincent Willem, en dat nu een van de publiekstrekkers van het Van Gogh Museum is.

Dit is de amandelboom waarvan Van Gogh in februari 1890 een paar takken met bloesem schilderde.

Foto Martin Bailey

Bailey bezocht alle plekken in de omgeving van de inrichting waar Van Gogh heeft geschilderd (hij maakte in Saint-Rémy zo’n 150 schilderijen). Twee stokoude inwoners van het plaatsje wezen Bailey op de bewuste boom – met overtuigende argumenten, schrijft Bailey. Hij wijst er ook op dat amandelbomen wel 150 jaar oud kunnen worden.

Om te voorkomen dat souvenirjagers takken van de boom afbreken, wil de auteur de locatie van de Van Gogh-boom niet prijsgeven.

Correctie (26 augustus 2018): de naam van de Franse president Sadi Carnot stond eerst abusievelijk als Sadi Cornot geschreven, dit is gecorrigeerd.