Is het een tegenvaller of juist een meevaller? Op de bouwtekeningen van het nieuwe depot van Museum Boijmans Van Beuningen van bouwer BAM stonden vijf bollenvloeren, de handige prefab platen die geliefd zijn vanwege hun lage prijs en lage gewicht.
Die vloeren moeten anders. Na het instorten van de parkeergarage bij Eindhoven Airport vorig jaar „is er twijfel ontstaan over de deugdelijkheid van dit type vloer”, schrijft het Rotterdamse college eind juli aan de gemeenteraad. Daarom is nog eens goed gekeken naar het bloempotvormige ontwerp, het dePot. De vloeren worden nu versterkt of ter plekke gestort. Dat kost de gemeente maximaal 1,6 miljoen euro extra, waardoor de pot onvoorzien in de min staat en er „geen ruimte voor nieuwe tegenvallers” meer is.
Een tegenvaller dus, ook voor bouwer BAM, want die moet de onderzoeken naar de vloeren betalen. Maar, zo kun je ook denken, een ontwerp aanpassen vóór de bouw is makkelijker dan een bestaand gebouw versterken. Dat gebeurt inmiddels ook, in gebouwen door heel Nederland. Zo'n reparatie is duur en lastig, en een geijkte methode is er nog niet. Wat zijn de opties?
Gloednieuw
De Eindhovense parkeergarage was nog niet in gebruik toen ze vloer voor vloer in elkaar klapte. BAM legde er net de laatste hand aan. Maar de bouwer was in paniek. Het ding was gloednieuw. Wát was de oorzaak van de dramatische instorting?
Na maanden onderzoek door onder meer TNO, de TU Eindhoven en adviesbureau Hageman kwam er een antwoord. Het ligt hoogstwaarschijnlijk aan de breedplaatvloeren in de parkeerdekken. En dan met name breedplaatvloeren waarvan de onderste plaat is gemaakt van beton dat niet is opgeruwd, al dan niet gevuld met betonbesparende kunststof bollen. Als deze platen worden gebruikt om grote open ruimtes te overspannen, zoals in scholen en kantoren, zijn ze mogelijk gevaarlijk. De lagen kunnen van elkaar losraken.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/data21245396-984847.jpg)
Tweede prangende vraag: in hoeveel gebouwen zitten die vloeren? Niemand die het weet, nog steeds niet. Een eerste inventarisatie door gemeenten en constructeurs leverde „een paar honderd” gebouwen op met code ‘oranje’ en ‘rood’, zei branchevereniging VNconstructeurs een aantal maanden geleden. Naar die gebouwen moest snel serieus gekeken worden. Sommige mochten niet open of moesten extra worden gestut.
Dat aantal staat nog steeds, zegt directeur Bob Gieskens van VNConstructeurs nu. De branchevereniging voor constructeurs coördineert in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken de werkgroep voor breedplaatproblematiek, met daarin betonfabrikanten, het Rijksvastgoedbedrijf, aannemers, toezichthouders en andere experts. Ook die werkgroep weet nog steeds niet precies welke gebouwen onveilig zijn. Het ministerie, dat zelf op risicovolle bollenvloeren huist, heeft de gemeenten gevraagd de gebouwen binnen eigen grenzen te bekijken, maar heeft geen onderzoeksplicht opgelegd. Er bestaat geen landelijke lijst.
Toch heeft VNconstructeurs een redelijk overzicht, denkt Gieskens. „Er komen maar heel sporadisch nieuwe gebouwen bij, het depot was de laatste. De lijst wordt vooral korter. Dat zijn gebouwen die zijn onderzocht en die goed zijn gebleken. Daar zijn we buitengewoon blij mee.”
Anker
Dan de derde vraag: wat kun je aan zo’n onveilige vloer doen?
Frans Jansen van bevestigingstechniekbedrijf B+Btec denkt dat ze de eersten zijn met een speciale breedplaatoplossing: het RAB-anker. Het bedrijf gebruikte het ‘Renovatie Ankers voor Breedplaatvloeren’ voor het eerst in het KBF-hotel, tegenover de Kauwgomballenfabriek in Amsterdam. Het anker trekt de prefab betonlaag tegen de gestorte laag aan, zodat die de werking van de ‘koppelstaven’ tussen de platen herstelt, vertelt Jansen aan de telefoon. Het prefab beton bleek namelijk zo glad, dat die staven niet goed hechten en dus niks doen. Mét anker doen ze wel wat en kunnen de twee lagen niet gaan schuiven.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data35216263-bb6788.png|https://images.nrc.nl/7OE-8YNOSwwp-WogfDo_ujVUXGo=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data35216263-bb6788.png|https://images.nrc.nl/bVEr5QYTNCWAhPat_lL4fxsNhEo=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data35216263-bb6788.png)
Het anker, bedacht met boorspecialist Interboor Midsland en ingenieursbureau Van Rossum, heeft als voordeel dat je het vanaf onder in een vloer kunt boren, zegt Jansen. „Stofvrij, trillingsvrij en geluidsarm.” Het anker hoeft niet helemaal door de bovenste laag heen en kan dus gebruikt worden in gebouwen waar de vloeren netjes zijn afgewerkt en waar mensen rondlopen.
Het Voorzetgebouw bij winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht was nog niet in gebruik. Daar konden de bouwers ‘gewone’ doorsteekankers van boven naar beneden in de vloer boren. Ook het NoMa-gebouw op de Zuidas is met doorsteekankers verstevigd, meldt vakblad Cobouw. De ankers kunnen alleen gebruikt worden als er genoeg beton is tussen de bollen.
Derde optie is het bevestigen van metalen strips aan de onderkant van instabiele vloeren, door ze te verlijmen en met ankers vast te zetten. Dat heeft Royal HaskoningDHV gedaan in het Polakgebouw van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. De metalen strips moeten de wapening tussen de verschillende vloerdelen verstevigen. Het voordeel van strips is dat de afgewerkte vloer erboven intact kan blijven, al moeten er soms tijdelijk plafonddelen weg.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/anp-53818731.jpg)
De strips kunnen in de meeste gebouwen werken, zegt Jan Font Freide van Royal HaskoningDHV, die zich bezighoudt met de bollenvloeren. „Mits de wapening ook daadwerkelijk zit waar die conform de tekening hoort te zitten.”
De wapening in de vloer was het probleem in gebouw X van hogeschool Windesheim in Zwolle. De bouwers boorden er maar telkens op. Daarom koos de aannemer voor ‘bollenankers’. De ankers worden ín de kunststof bollen geplaatst, en die worden daarna gevuld met ‘injectiemortel’ dat uithardt. Maar in Cobouw vragen sommige constructeurs zich af of de mortel en het kunststof wel genoeg zullen hechten.
Het is nog puzzelen, zegt Bob Gieskens van VNconstructeurs. „Een oplossing werkt in het ene gebouw wel en in het andere niet. Als er een methode is, en bouwers willen ’m delen, leggen wij hem voor aan de breedplaatwerkgroep. En als die het oké vindt, dan publiceren we ’m op onze site platformbreedplaatvloeren.nl.”
Miljoenen euro's
Wat zeker is, is dat risicovolle breedplaatvloeren tonnen, zo niet miljoenen zullen kosten. In sommige gebouwen moeten wel duizenden ankers worden geplaatst. Dat kost materiaal en manuren.
Intussen is het nog niet eens honderd procent zeker waardoor de parkeergarage in Eindhoven instortte. De Onderzoeksraad voor Veiligheid moet daar na de zomer uitsluitsel over geven. Pas dan kunnen bouwers en eigenaars besluiten wie de rekening zal betalen.