‘Jos B. kreeg in 1985 twee jaar proeftijd wegens ontucht’

Tipgevers delen info over de mogelijke verblijfplaats van B. De verdachte in de zaak-Verstappen zou in 2001 zelf bij de politie hebben gemeld dat hij eerder in behandeling was vanwege betrokkenheid bij een zedendelict.

Het chalet bij Sainte-Marie-Aux-Mines in de Vogezen waar Jos B. de beheerder van was.
Het chalet bij Sainte-Marie-Aux-Mines in de Vogezen waar Jos B. de beheerder van was. Foto Piroschka van de Wouw/ANP

Jos B., de 55-jarige voortvluchtige in de zaak-Verstappen, heeft in 1985 twee jaar proeftijd opgelegd gekregen wegens ontucht met twee jongens van tien. Dat meldt Nieuwsuur vrijdagavond op basis van de inschrijving bij de rechtbank die het programma van het Regionaal Historisch Centrum Limburg heeft gekregen.

Uit de documenten blijkt volgens Nieuwsuur dat B. de proeftijd kreeg opgelegd in het kader van een voorwaardelijk sepot. Hoewel er dus bewijs was voor ontucht, besloot het Openbaar Ministerie niet te vervolgen zolang B. gedurende twee jaar niet in de fout zou gaan.

Eerder kwam een artikel uit 1985 uit het Limburgsch Dagblad boven water, waarin een man uit Simpelveld erkent ontucht te hebben gepleegd met twee 10-jarige jongens. De politie meldde alleen dat de zaak tegen B. geseponeerd was. Maar de documenten die Nieuwsuur in handen heeft bevestigen dat B. dezelfde persoon is als de man uit het Limburgsch Dagblad.

Duizenden tips

De politie Limburg meldde vrijdagochtend dat er al meer dan duizend tips zijn binnengekomen in het onderzoek naar Jos B., die gezocht wordt voor de dood van Nicky Verstappen, twintig jaar geleden. Het grootste deel van de tips gaat over de mogelijke verblijfplaats van B., of over mensen die denken hem gezien te hebben.

Eerder meldde dagblad De Limburger al op basis van een gesprek met een onderzoeksleider van de politie al dat Jos B. in de jaren 80 behandeld is bij het Riagg na een zedendelict.

B. verklaarde dit volgens De Limburger uit eigen beweging tijdens een politieverhoor in 2001 waar hij voor opgeroepen was omdat hij enkele uren na de vondst van Nicky’s lichaam in 1998 ’s nachts over de Brunssummerheide had gefietst. In eerste instantie werd hij nog als toevallige passant gezien en niet ondervraagd, maar in 2001 vond een nieuw politieteam het wél nuttig B. te spreken.

Zedendelict

B. vertelde toen dat hij in 1985 verhoord was over een zedendelict met kinderen, aldus De Limburger. Maar die zaak bleek geseponeerd. Ook verklaarde hij dat hij in de nacht van Nicky’s dood over de Brunssummerheide had gefietst om brieven te bezorgen voor de scouting.

De politie maakte B. vanwege het sepot niet tot verdachte, zo meldt het AD, maar waarschuwde een jaar later wel de scouting voor hem. Frank Peters, al bijna zestig jaar lid van de Heerlense scouting, zei tegen het AD dat hij in 2002 van de politie te horen kreeg dat B. een man was “die je niet bij de scouting moet willen hebben”. Peters maakte toen deel uit van een landelijk opvangteam van de scouting, dat optrad bij ernstige gebeurtenissen zoals zedendelicten.

De voortvluchtige in de zaak-Nicky Verstappen is getraind in opgaan en overleven in de wildernis. Zo iemand vinden is een specialisme. Lees ook: Sneller, slimmer en stiller zijn dan degene die je zoekt

Toen Peters Jos B. confronteerde met de van de politie verkregen informatie, zou B. bekend hebben dat hij op jongens tussen de 10 en 14 jaar viel, de leeftijdscategorie waaraan hij op de scouting leiding gaf. Ook toen vertelde hij volgens het AD dat “hij in het verleden een zedendelict had begaan”. Hij zou “te ver zijn gegaan” met het fotograferen van jongens die hij tegenkwam op de fiets. B. zou vervolgens op verzoek van Peters zijn vertrokken.

De Politie Limburg heeft desgevraagd vooralsnog de berichtgeving De Limburger en het AD bevestigd noch ontkracht.

Doorbraak in decennia oud onderzoek

Woensdag maakte de Limburgse politie bekend dat er na twintig jaar eindelijk een belangrijke doorbraak was in het onderzoek naar de dood uit 1998 van Nicky Verstappen. De toen 11-jarige Nicky uit Heibloem verdween tijdens een zomerkamp op de hei bij het Zuid-Limburgse Brunssum. Een dag later werd hij dood teruggevonden in de buurt van het kamp.

Politieonderzoek leverde geen duidelijkheid op over een eventuele dader, totdat in dit jaar een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek werd gestart. Ruim 16.000 mannen stonden DNA af. Doordat Jos B. niet meewerkte, kwam hij in beeld bij de politie als mogelijke verdachte. Uiteindelijk bleek dat er een “100 procent match” was tussen DNA-sporen op het lichaam van Verstappen en op spullen van B.