Opinie

De aanbidding van de lijdende Maarten

Ook de zwemtocht van Maarten van de Weijden kende een grens. Maar de mensen vonden het prachtig.

Maarten van der Weijden heeft zijn zwemtocht langs elf Friese steden moeten staken.
Maarten van der Weijden heeft zijn zwemtocht langs elf Friese steden moeten staken. Foto Remko de Waal/ANP

Alsof hij over dat water had gelópen, zo praatte men maandag over Maarten van der Weijden en zo hadden de mensen aan de kant hem aangemoedigd. Bijna bovenmenselijk, werd zijn prestatie genoemd. Of moet ik Zijn prestatie schrijven?

Want laten we eerlijk zijn, de gelijkenis ligt er nogal dik bovenop. Zoals Jezus het lijden van de mensen op zich nam, zo zwom Van der Weijden zichzelf kapot om het lijden aan kanker te bestrijden. Hij voelt zich schuldig, zei hij afgelopen weekend in NRC, dat hij zijn kanker heeft overleefd: „Als ik niet meer weet hoe ik mijn schuld moet inlossen, heb ik een probleem. Ik wil altijd ergens naar streven, met een basis van dankbaarheid en een vleugje pijn.”

Met dat vleugje pijn zat het tijdens de tocht wel goed, hij moest vechten tegen spierpijn, uitputting en misselijkheid. De E. coli was de kroon op Maartens werk: met elke gulp besmet water die hij binnenkreeg (die hij zelfs gretig leek te drinken) werd zijn tocht nóg heroïscher.

Lees dit NRC-interview met Van der Weijden over zijn zwemtocht: ‘Ik ben bezeten, ik ben nu geen leuke man, geen toffe vader’

Van der Weijdens Elfstedentocht was een moderne lijdensweg, niet in veertien staties maar in elf (of nou ja, tien) steden. Net als bij de Via Dolorosa stonden ook hier supporters langs de route om hem te steunen en te helpen. Zoals Simon van Cyrene het kruis overnam van Jezus, zo werd Van der Weijden op cruciale momenten over bruggetjes heen getakeld of door boeren met lampen beschenen. En zoals de dorstige Jezus van voorbijgangers drupjes wijn kreeg op de droge lippen, zo schonk men Van der Weijden een pizza.

Maartens moeder stond net als Maria langs de route, maar kon niet verhinderen dat haar zoon, net als die andere Zoon, drie keer viel: Jezus viel onder het kruis, Maarten viel in slaap. Dat derde dutje bleek het einde in te luiden. „Mijn lijden kent wel ergens een grens”, had Van der Weijden even daarvoor al gezegd tegen zijn coach. Hij leek er zelf verbaasd over. Na afloop nam zijn Daisy de liggende Maarten in de armen, het zag eruit als een piëta, maar dan levend en met vriendin.

„Het is volbracht”, zei Jezus aan het kruis. „Dit was alles”, zei Maartens arts na afloop.

De mensen, ondertussen, vonden het prachtig. Wat een held, verzuchtten ze, ook toen hij de finish niet haalde. Kijk, een man die door te lijden het lijden wil verkleinen! Eindelijk!

De mensen veranderen nooit. Vroeger hadden ze Jezus, nu zoeken ze nieuwe helden. Dat is niet makkelijk, want hoeveel mensen zijn nou echt barmhartig en onbaatzuchtig? Hoeveel blijken ook bij nadere inspectie niks verkeerd gedaan te hebben?

Gutmensch is een scheldwoord, maar geef de mensen een Goed Mens om van dichtbij te zien, en ze aanbidden Hem maar al te graag.