Vanaf dinsdag 21 augustus vieren moslims het Offerfeest. Een bloederig tafereel dat veel dierenleed met zich meebrengt. De traditie komt voort uit een bizar verhaal, dat Allah aan Ibrahim (in de christelijke Bijbel Abraham) vroeg om zijn zoon Ismaël te offeren als bewijs van trouw. Toen Ibrahim aanstalten maakte zijn zoon dood te steken, verkondigde een engel dat een schaap Ismaëls plaats mocht innemen.
Ik ben gelovig opgevoed, maar van dit verhaal gruwelde ik als kind al en dacht: wat is dat voor een God die een vader vraagt zijn zoon te vermoorden? En wat is dat voor een vader die zijn onwetende zoon hout laat sprokkelen voor zijn eigen brandstapel? Die vader had moeten zeggen: „God, dit kunt u niet van mij vragen, mijn zoon is onschuldig. Ik offer mijzelf aan u!” Dát zou pas een bewijs van trouw zijn! Maar nee, er moest een onschuldig schaap dood. Het is voor mij daarom een raadsel waarom moslims zo graag als Ibrahim willen zijn.
Het echte offer komt dus niet eens van de moslim, maar van een onschuldig en onwetend dier. Dat moet angst ondergaan en pijn lijden. Zijn leven wordt op gruwelijke wijze ontnomen voor het geloof van een mens. Dat moslims bidden voor de schapen, geiten en koeien, voordat zonder verdoving hun keel wordt doorgesneden, zal de dieren een zorg zijn. Zij leven in het heden, iets waar wij mensen nog wat van kunnen leren. Het enige offer wat de moslim doet is de uitgave van wat euro’s. Trouw aan Allah kun je eerlijker bewijzen door iets van jezelf op te offeren in plaats van dat je een ander onschuldig levend wezen daarvoor gebruikt.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/anp-29380699.jpg)
Nee, ik ben geen racist. En ik ben vóór vrijheid van godsdienst. Maar niet onbeperkt. In onze grondwet ontbreekt zo bezien iets essentieels. Godsdienst zou nimmer ten koste mogen gaan van andere levende wezens. Dat geldt voor mensen, maar ook voor andere diersoorten die, net als de diersoort mens, een intrinsieke waarde hebben, kunnen voelen en dus ook lijden. De wet moet mens en dier hiertegen beschermen. Dat geldt voor het Offerfeest, maar ook voor het kipslingeren bij het Joodse feest Jom Kippoer, de kalkoenenmoord op Thanksgiving Day en het braden van konijnen met Kerst. Evengoed geldt dit voor tradities als stierenvechten en ganstrekken. Een beschaving onwaardig.
En wat te denken van al die Nederlandse (hobby)boeren die daags voor het Offerfeest hun schapen, geiten, bokken, koeien en stieren op Marktplaats zetten? Zij zouden een houdverbod moeten krijgen. Waar is de compassie met hun dieren, of gaat het enkel om het geld dat de dieren opleveren? De angst en pijn die de dieren moeten ondergaan deert hen blijkbaar niet. Het offervlees komt trouwens nogal eens terecht bij voedselbanken en verzorgingshuizen. Gretig wordt het gratis vlees daar aangenomen. Ik begrijp dat niet. Zijn ze daar niet op de hoogte van het dierenleed dat eraan voorafging?
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/08/nlkippen.jpg)
Net als voorgaande jaren roepen dierenorganisaties moslims op om in plaats van een dier, geld te offeren. Euro’s die gebruikt kunnen worden voor hulp aan mensen en dieren in nood. Namens Comité Dierennoodhulp breng ik in overweging het al bestelde schaap in leven te laten. Wij bieden opvangplekken aan waar de dieren oud mogen en kunnen worden. Helaas komt daar tot nu toe geen enkele respons op. Als het om religies en tradities gaat, houden mensen zich doof voor onze argumenten. Hier ligt daarom een taak voor de politiek: verbied het offeren en misbruiken van dieren voor geloof, traditie en vermaak.