In deze warme zomer is de groene, zonnige tuin van haar ruime Scheveningse huis haar kantoor, vertelt Carla Smits-Nusteling. „Dan doe ik die call met de CFO van Tele2 lekker in die ligstoel in de zon, dat is toch net effe anders!”, zegt ze terwijl ze koffie zet in haar keuken. Ze heeft voor dit interview even snel haar korte broek voor een lange ingewisseld. Na haar vertrek als financieel directeur bij telecombedrijf KPN in 2012, door een conflict met de toenmalige bestuursvoorzitter Eelco Blok, heeft ze haar leven drastisch omgegooid. „Ik heb Blok daarna nooit meer gesproken.”
„Het is niet dat ik nu minder werk, sterker: ik werk nu zeven dagen in de week in plaats van vijf of zes. Maar het voelt absoluut niet zo.” Ongeveer de helft van de week besteedt ze aan haar drie commissariaten bij technologiebedrijven Nokia, ASML en Tele2. De andere helft van haar week vult ze met allerlei commissies, sociale activiteiten, bijbanen en vrijwilligerswerk. Ze besteedt meer tijd aan haar vier kinderen. Bij hockeyclub Klein Zwitserland (HCKZ) zit ze vrijwillig in de technische commissie, die verantwoordelijk is voor de selectieteams.
„Ik pak het aan als een multinational. Ik kan dan een hele dag op sites van andere clubs kijken naar hoe hun selectiebeleid werkt. Even benchmarken zoals je vroeger ook deed met KPN en Vodafone ofzo. Hoe vaak trainen ze, hoe lang, doen ze fysieke training, wat is de kwaliteit van hun coaches. De standen van heel Nederland opzoeken. Modellen maken, cijfers combineren in Excel, alles in kaart brengen. Ze lachen zich ook helemaal slap daar om mij. Maar we zijn wel van de tiende naar de vierde plek in Zuid Holland gegaan.”
Leven zonder baas
Nu heeft Smits-Nusteling naast haar commissariaten en hockeycommissie nog tijd voor allerlei andere dingen, zoals jonge bedrijfjes adviseren. Ook adviseerde ze het kabinet over een nieuw belastingstelsel in de Commissie-Dijkhuizen (2013), en coachte ze op informele basis bestuurders over carrièrekeuzes.
„De kern van het verschil tussen mijn oude en mijn nieuwe leven zit erin dat ik niet meer het gevoel heb dat ik een baas heb. Het is ook heerlijk dat je niet meer één vaste plek hebt waar je per se elke dag naartoe moet. Zo’n kantoor met een toegangspas. Als het nu mooi weer is, ga ik even tussendoor naar het strand met een vriendin om te lunchen.”
Toch heeft ze het bij KPN „ontzettend” naar haar zin gehad, vertelt Smits-Nusteling. „Op het laatste staartje na. Ik vond het vooral gaaf om iets te bereiken dat niet voor de hand lag. Destijds was ik de eerste Nederlandse vrouw in de raad van bestuur van een AEX-fonds. Toen ik bij KPN begon, ik was begin twintig, zei een man van management development tegen een zaaltje starters: ‘Ach, niemand van jullie komt toch in de raad van bestuur’. Ik weet nog dat ik toen dacht: dat zullen we nog wel eens zien.
„Pas toen ik er na 22 jaar uit stapte, en ik een jaar ging nadenken over wat ik zou doen, drong het tot me door. Iedereen zet je in een hokje; wéér CFO. Maar ik merkte dat het me tegenstond. Ik dacht echt: getver. Ik voelde er niks spannends bij.
„Ik merkte dat ik mezelf niet zag waar anderen mij evident wél zagen. Ik was 45, 46 en toen ging het me beklemmen. In eerste instantie had ik zoiets van nou, dan ga ik bij een nog groter bedrijf werken, nog belangrijker, tutterdetut. Daar was ik ook mee bezig. Ik was al heel ver in de procedure bij mediabedrijf Bertelsmann in Duitsland, in de laatste ronde. Dan zou ik daar doordeweeks op zo’n kamertje gaan zitten, in Gütersloh of all places. Met mijn stapel geld. Op een gegeven moment dacht ik: ik lijk wel gek, waarom zou ik dat doen. Het ging op me kruipen. Toen las ik een boekje: De kracht van motivatie van Anton Philips.”
Ze laat zien hoe ze destijds alinea’s zat te markeren. „Beetje tuttig misschien maar ik was in zo’n gemoedstoestand, haha. Zoeken: wat is eigenlijk mijn drijfveer. Je hebt dagen dat je zingend van de energie thuiskomt. Wat zit er dan in die dagen dat in alle andere dagen niet zit? Bij mij is het vooral belangrijk om iets productiefs en meetbaars te doen, met een leuke groep mensen, op basis van gelijkwaardigheid.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/08/web-1108zatecotopgroenwebjpg20070122.jpg)
Nee zeggen
Ze vertelt wat ze van de periode vlak na KPN heeft geleerd: „Nee zeggen. Je wordt gevraagd voor allerlei dingen die passen in het hokje waarin mensen jou plaatsen. Maar je moet zélf ontdekken waar je blij van wordt. Ik heb de eerste twee jaar na KPN onwijs veel lol gehad door nee te zeggen tegen dingen. Ik voelde me echt moedig.
„Zoals bij Bertelsmann, of voor verschillende commissariaten van AEX-fondsen. Dat ik nee durfde te zeggen tegen dingen waarvan bijna iedereen zou zeggen dat het kansen waren, maar die voor mij geen kansen waren. Dat voelde geweldig.
„Je denkt heel erg vanuit een vast idee: zoveel geld ben ik waard, dit is mijn marktwaarde. Nou, bij KPN verdiende ik op het laatst een miljoen. Dat kun je toch nooit opmaken. Ik ging na mijn vertrek direct terug naar nul omdat ik geen vertrekpremie wilde hebben. En als je op nul zit is het best lastig om nee te zeggen tegen dingen die goed betalen.
„Maar je moet het dus andersom bekijken. Ik heb toen gewoon uitgerekend: wat heb ik nodig voor het leven dat ik wil. En natuurlijk zit ik in een bevoorrechte positie met mijn man Paul, die CFO is bij het Rotterdamse Havenbedrijf. Maar ook als ik zijn salaris niet meerekende, kwam ik eigenlijk op een fractie uit van wat ik bij KPN verdiende. Wat natuurlijk heel normaal is, want heel Nederland leeft met minder. Het klinkt gek, maar dat was voor mij echt een eye-opener. Die realisatie gaf een ongelooflijke bevrijding – niet meer vast in dat patroon van elke keer een salarisschaal erbij. En het grappige is dat ik nu alsnog veel meer dan genoeg verdien. Al is het wel fors minder dan bij KPN.
„Ik ben ontzettend blij met mijn keuze, maar het is niet zo dat ik spijt heb dat ik dit niet eerder heb gedaan. Het één hoort bij het ander. Zonder CFO van KPN te zijn geweest had dit natuurlijk nooit gekund, daarom word ik voor zoveel gevraagd. Ik zou het mijn dochter bijvoorbeeld niet aanraden om het vanaf het begin zo aan te pakken als ik nu, want dan belandt ze straks nog in de bijstand.
„Wat anderen wél van mijn keuzes kunnen leren: maak je los van het verwachtingspatroon van anderen én van je eigen financiële verwachtingspatroon. Ik hoor heel veel mensen, ook topbestuurders, zeggen: ‘Wat jij doet, dat lijkt mij eigenlijk ook heerlijk!’. Maar ze doen het niet. Ik zeg dan dat ze het gewoon moeten doen. Eén ding is zeker: ik ga zelf in elk geval nooit, nooit, nóóit meer een raad van bestuur in.”