De drukte en herrie zijn heftig, twittert Arre Zuurmond twee weken geleden, als hij zijn eerste 24 uur als Wallen-bewoner erop heeft zitten. De ombudsman van Metropool Amsterdam is er tijdelijk gaan wonen om de overlast gedurende de nachten aan den lijve te ondervinden. „Constant geschreeuw, getoeter, een permanente stroom aan voorbijgangers”, schrijft hij.
Afgelopen weekend in Trouw spreekt Zuurmond van een ‘urban jungle’, waar „crimineel geld leidend is, en het gezag niet langer aanwezig”. Zuurmond blijft voorlopig nog drie tot vier dagen per week op de Wallen wonen voor zijn onderzoek.
Het is niet de eerste keer dat Zuurmond voor een onorthodoxe onderzoeksmethode kiest. De dag voor hij als ombudsman begint, in september 2013, meldt hij zich in oude kleren bij het daklozenloket: hij wil achterhalen hoe lang het duurt voordat een dakloze een bed krijgt toegewezen.
Het is ook niet de eerste keer dat Zuurmond de Amsterdamse binnenstad een ‘urban jungle’ noemt. In 2016 schrijft hij zijn eerste rapport – getiteld Feesten of Beesten? – over de „indringende, meervoudige en onaanvaardbare overlast” van uitgaanspubliek rond het Leidseplein. De gemeente Amsterdam zet daarop 140 extra handhavers in. Vorig jaar verscheen Feesten of Beesten deel 2, over de vraag of de maatregelen geholpen hebben. Nee, is het korte antwoord.
In het rapport, waarvoor Zuurmond ook zelf ’s nachts rondom het Leidseplein postte, wordt beschreven hoe het uitgaanspubliek voor voortdurende overlast zorgt, hoe taxi’s (waarvan een groot deel onverzekerd blijkt rond te rijden) massaal het stopverbod negeren, hoe mensen wildplassen en -poepen. En vooral: hoe niemand daartegen optreedt. In één nacht constateert hij 942 overtredingen. Van de camerabeelden van die nacht wordt een filmpje gemonteerd (getiteld: ‘urban jungle’). „Zichtbare handhaving ontbreekt grotendeels”, luidt de conclusie van het rapport.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/06/data32468361-5654bc.jpg)
Gebrek aan mensen
Op de Wallen is het niet veel beter, concludeert Zuurmond nu. Gemeente, politie en Openbaar Ministerie onderschrijven dat. De hardnekkige problemen in de binnenstad „kunnen niet door één partij worden opgelost”, zegt de gemeente in een reactie. Met onder meer extra handhaving en ‘horecahosts’ probeert het stadsbestuur de overlast en criminaliteit in de binnenstad terug te dringen.
Het grootste euvel daarbij is het gebrek aan mensen. „Als je hier tien agenten ziet, is het veel”, zegt Edwin Schölvinck, die al 26 jaar op de Wallen woont. Hij doet mee aan de ‘buurtschouwen’: routes die 28 keer per jaar worden gelopen door drie bewoners, een wijkagent en een ambtenaar, om te zien hoe de buurt erbij ligt. „Een paar weken terug liepen we een nachtschouw. Het was hartstikke druk, maar we hebben maar zes agenten gezien. En die waren bezig met een onwel geworden persoon.”
Amsterdam pesten
Onwil is het niet, ziet Schölvinck. „De politie wil héél graag.” Maar terwijl het toerisme welig groeit in de hoofdstad, is het aantal agenten nog altijd berekend op een inwonertal van 800.000. Hoofdcommissaris Pieter-Jaap Aalbersberg zei in februari vorig jaar dat het Amsterdamse korps 500 agenten meer nodig heeft om de handhavingstaak goed te kunnen vervullen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/07/data34079263-3854c0.jpg)
„Maar hij krijgt ze gewoon niet”, zegt Schölvinck bitter. „Ik heb het idee dat dat Amsterdam pesten is vanuit Den Haag. Als de zeespiegel stijgt, dan verhogen we de dijken; als de droogte toeslaat, treffen we maatregelen. Maar als de drukte toeneemt, en daarmee de overlast en het gevaar voor personen, dan doen we niks.”
Dat gevaar, zegt hij, ontstaat al door een misverstand: iemand gilt, er breekt paniek uit, mensen rennen weg, hulpdiensten komen de menigte niet door.
Burgemeester Femke Halsema bracht in de nacht van vrijdag op zaterdag een bezoek aan de drukke uitgaansgebieden om met bewoners, ondernemers en handhavers te praten. Schölvinck sprak haar afgelopen week een kwartier. Zijn indruk van het gesprek was positief, zegt hij. „Ze zei dat er meer handhavers moeten komen. Maar goed, zij kan ook niet toveren.”