Slachtoffers van het bloedbad in oktober in Las Vegas worden gedaagd door het hotel van waaruit de schutter hen onder vuur nam. Dat blijkt uit vrijdag ingediende dagvaardingen, meldt de krant Las Vegas Review-Journal.
Op 1 oktober schoot de 64-jarige, zwaarbewapende Stephen Paddock vanuit een hotelsuite op de 32ste verdieping van het Mandalay Resort ruim duizend kogels af op bezoekers van een countryfestival. In tien minuten doodde hij 58 mensen, verwondde er zeker 700 en pleegde vervolgens zelfmoord.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/10/data20654522-1ffb6d.jpg)
MGM Resorts, het moederbedrijf van zowel het hotel als het festivalterrein, daagt de slachtoffers in een poging te vermijden dat het zelf aansprakelijk gesteld kan worden. Het doet dit met een beroep op een federale wet uit 2002, ingevoerd na ‘11 september’. Die wet beschermt bedrijven tegen claims als ze „anti-terreurtechnologie” inzetten of diensten die „helpen bij het voorkomen van en reageren op massa-geweld”.
MGM Resorts voert aan dat het beveiligingsbedrijf dat het inhuurde om het festival te bewaken, voldoet aan die voorwaarden. Het vraagt de federale rechter dit te bevestigen en civiele klachten van slachtoffers af te wijzen.
Een advocaat die een deel van de slachtoffers juridisch bijstaat, beschuldigt het bedrijf van „obscure” methodes. MGM zou de zaak liever door een federale rechter behandeld zien worden dan door rechters in de deelstaat Nevada. „Ik heb nog nooit zoiets belachelijks gezien, dat slachtoffers worden gedaagd in een poging een rechter te vinden die bevalt. Het is heel triest dat ze zich verlagen tot dit niveau.”
Overigens hebben de autoriteiten de schietpartij nooit aangemerkt als terrorisme. Naar Paddocks motief wordt nog altijd gegist.