In de jaren vijftig, toen de term Bekende Nederlander nog lang niet bestond, was Karin Kraaijkamp een van de bekendste Nederlanders. Als tv-omroepster van de VARA was zij degene die alle uitzendingen aan- en afkondigde – van 8 uur ’s avonds tot een uur of half 11, langer duurde de tv-avond destijds niet. Met hyperverzorgde dictie en een stralende glimlach was zij de charmante gastvrouw die de kijker welkom heette en een goede nacht toewenste.
In de eerste vier tv-decennia was een uitzendavond zonder omroepster ondenkbaar. En in 1959 bleek uit een enquête van weekblad Televizier dat Karin Kraaijkamp de populairste omroepster was. Het Parool prees haar om „haar ongekunstelde lach, haar gemakkelijke, moeiteloze manier van praten”.
Na een kort ziekbed is Karin Kraaijkamp op 25 juni in haar woonplaats Gorinchem overleden. Ze was negentig jaar. Ze behoorde tot de eerste generatie omroepsters van de Nederlandse televisie.
Puur toeval
Karin Kraaijkamp werd in 1927 als Karine Jonker geboren in Amersfoort. Ze volgde een opleiding verpleegkunde, werkte bij het Jeugd Rode Kruis en trouwde in 1951 met de sociaal psycholoog Joop Kraaykamp, met wie ze een dochter en een zoon kreeg.
Een vrouw die in het huwelijk trad, werd in die dagen automatisch ontslagen. Maar zij wilde na een paar jaar toch weer aan het werk. Door puur toeval kwam ze bij de televisie terecht. De moeder van een schoolgenoot herinnerde zich Karine Jonker van de toneeluitvoeringen op school en tipte de VARA, die opzoek was naar een omroepster.
In 1955 begon haar tv-carrière onder de naam Karin Kraaykamp. Toen de fanmail echter steeds vaker werd gericht aan „Karin Kraaijkamp”, besloot ze die spelling over te nemen. „Maar mijn broer en ik zijn hardnekkig de originele spelling blijven hanteren”, zegt dochter Mirjam van Leer-Kraaykamp.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data33876917-6f07f1.jpg|https://images.nrc.nl/EK-ABZ1cQtdpHauf814E5NmZj3E=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data33876917-6f07f1.jpg|https://images.nrc.nl/2DyyMX2OEUf04qllw1VdlGmbtZk=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data33876917-6f07f1.jpg)
Karin Kraaijkamp als omroepster .
Foto’s KIPPA, Hollandse Hoogte
Naast haar omroepsterswerk presenteerde Karin Kraaijkamp ook wel eens een incidenteel programmaatje, maar de VARA zag haar toch het liefst als omroepster. Daarom stopte ze per 1 januari 1961. „Haar man en haar kinderen hebben haar nodig,” verklaarde de VARA, „en het televisiewerk gaat de in Rotterdam wonende omroepster te veel uren kosten.” In De Telegraaf onthulde Kraaijkamp wat er echt aan de hand was: „Ik heb nu zes jaar voor de camera’s gestaan en dan kom je op een punt dat je er genoeg van krijgt. Je wilt iets anders.”
Gouden Meiden
Ook wees ze op het financiële aspect. Met één avond als omroepster verdiende ze 75 gulden, en dan draaide ze zelf op voor haar garderobe. Een optreden als ladyspeaker bij een modeshow leverde vijf keer zoveel op.
Na haar vertrek presenteerde ze nog wel enkele grotere tv-gala’s, waaronder de eerste uitzendavond van de TROS, in 1966. Nu onder de naam Karin van Wamelen – na haar echtscheiding was ze hertrouwd met reclame- en promotieman Maarten van Wamelen. Samen presenteerden ze bij de TROS een zomers magazineprogramma dat maar één seizoen heeft bestaan. Het huwelijk eindigde na tien jaar.
Meestentijds werkte ze nadien buiten het tv-wereldje, op bedrijfsavonden, bij presentaties en presentatiecoaching. Als directeur van Happy Service – een felicitatiedienst ter promotie van producten voor aanstaande ouders – gaf ze leiding aan honderden hostesses die met de pakketten het land in gingen.
Naar het voorbeeld van de club De Ouwe Jongens voor gepensioneerde omroepmannen, richtte ze in 1985 de club Gouden Meiden op. Jarenlang runde ze de samenkomsten van omroepsters en presentatrices uit vroeger dagen. „Karin was altijd erg geïnteresseerd in ons wel en wee en onderhield ook zorgvuldig bilaterale contacten”, vertelt ex-nieuwslezeres Henny Stoel. „Het ging mis toen een aantal vrouwen Karin met het oog op haar leeftijd wat werk uit handen wilde nemen. Dat beviel haar niet, ze twijfelde waarschijnlijk aan de goede bedoelingen. Vond dat ze op een zijspoor was gezet en liet ons weten dat ze zo niet verder wilde. Maar ook na de breuk hield ze contact, ook met mij. Ze was heel belangstellend. Verder was ze heel erg gebrand op spreken in keurig Nederlands en mopperde ze op mensen die dat niet meer doen.”
Tot op hoge leeftijd bleef ze actief. Ze weigerde haar eigen huis te verruilen voor een kamer in het Rosa Spier Huis voor kunstenaars, aldus haar dochter: „Ze was daar welkom, maar ze wilde vasthouden aan haar zelfstandigheid. Ze was ook nog steeds een mooi verzorgde vrouw. Als we samen over straat liepen, werd er naar haar gekeken – ook door mensen die veel te jong waren om nog te weten wie zij was. Dan zag je ze kijken: dat móét wel Iemand zijn.”