Legerimams Aydin en Eddaouadi en de Halalpolitie

Geestelijke verzorging Suat Aydin en Ali Eddaouadi werden negen jaar geleden de eerste Nederlandse legerimams. Maar de verhoudingen tussen de kolonel en majoor verslechterden. En nu staat Aydin op straat. „U kunt zich melden bij de voedselbank.”

Suat Aydin, jaren werkzaam als imam bij defensie, zit nu al maanden werkloos thuis.
Suat Aydin, jaren werkzaam als imam bij defensie, zit nu al maanden werkloos thuis. Foto Annabel Oosteweeghel

Na maanden werkloos thuis te hebben gezeten, meldt Suat Aydin zich in het voorjaar van 2018 op het gemeentekantoor van Soest. De imam zit in geldnood. Hij is ontslagen bij defensie. Slaapt nauwelijks. Slikt antidepressiva. Wat moet hij doen? „U kunt zich melden bij de voedselbank”, zegt de ambtenaar.

Als Suat Aydin het gemeentekantoor uitloopt, knapt er iets. Hij, majoor en rots in de branding bij defensie, naar de voedselbank? Hij maakt nog liever een einde aan zijn leven. De man die als geestelijk verzorger bij de krijgsmacht honderden islamitische militairen in geestelijke nood heeft bijgestaan, is zelf in de positie gekomen dat hij dringend hulp nodig heeft.

In een rapport over zijn psychische toestand, opgesteld door een defensiepsycholoog, wordt uitgelegd hoe het zo ver heeft kunnen komen. Aydin is uitermate „gefrustreerd” vanwege een „langdurig arbeidsconflict” met zijn collega-imam. Die is hoger in rang en heeft na jaren van sluimerende onvrede uiteindelijk zijn ontslag weten te forceren, na een onderonsje met een moskeekoepel.

Lees ook: Ontslagen legerimam eist 1,5 mln van moslimkoepel

Belangrijke imams

Negen jaar geleden begonnen de Turkse Nederlander Suat Aydin (47) en de Marokkaanse Nederlander Ali Eddaoudi (44) gezamenlijk als eerste legerimams van Nederland. Ze moeten de circa 2.500 moslims bij defensie begeleiden. Net als andere militairen kunnen die in gewetensnood raken, bijvoorbeeld over de legitimiteit van missies in islamitische landen.

De krijgsmachtimam is er om daar met hen – en hun familie – over te praten. Daarnaast hebben de imams een „belangrijke rol” in het voorkomen van radicalisering. Dat zei toenmalig minister Jeanine Hennis (Defensie, VVD) in 2015 toen bleek dat drie geradicaliseerde militairen voor de jihad naar Syrië waren vertrokken.

Internationaal maakt Nederland goede sier met de defensie-imams. Eddaoudi reist de wereld rond, onder meer naar de VS, waar hij in 2015 in het Pentagon een lans breekt voor internationale samenwerking tussen legerimams in de strijd tegen IS.

De legerimams zijn uitgekozen door het Contactorgaan Moslims en Overheid, een koepel van tien islamitische organisaties die samen 380 moskeeën vertegenwoordigen. Dit CMO is hun zogeheten ‘zendende organisatie’, verantwoordelijk voor de religieuze capaciteiten van het duo. Defensie verzorgt hun militaire opleiding, aanstelling en salaris. Precies zo is het geregeld voor legerpredikanten, aalmoezeniers, rabbi’s en pandits die soldaten van andere gezindten bijstaan – een erfenis uit de verzuiling.

Met Aydin en Eddaoudi heeft het CMO twee tegenpolen uitgekozen. Aydin komt uit een gezin van zestien uit Zuidoost-Turkije. Opgeleid in Egypte aan de meest prestigieuze islamuniversiteit ter wereld, en later bij een Turkse moskee in Soest terechtgekomen. Zijn Nederlands is, zeker in het begin, matig, zijn theologische kennis volgens vriend en vijand „ongekend”.

De Marokkaanse Nederlander Eddaoudi is een compleet ander type. Hij verhuisde op zijn zevende uit Marokko, verwierf bekendheid met provocerende columns en televisie-optredens, en kwam na een studie geestelijke verzorging terecht bij defensie.

Theologisch is hij minder sterk. Eddaoudi noemt zich dan ook geen ‘imam’ maar ‘geestelijk verzorger’. Door zijn vlotte babbel merken de meeste militairen daar echter weinig van. En Eddaoudi houdt van de schijnwerpers. Naast zijn fulltime baan bij defensie begeleidt hij Marokkaans-Nederlandse profvoetballers, traint hij politiemensen en heeft hij een eigen bedrijf als antiradicaliseringsdeskundige. Op zijn website staat een foto waarop hij poseert naast premier Mark Rutte.

‘Broeders’ Suat Aydin en Ali Eddaoudi, poserend in legeruniform na aanstelling als eerste defensie-imams (2009). Foto Joost van den Broek/HH

Gebrekkig Nederlands

De eerste drie jaar gaan de imams als ‘broeders’ met elkaar om. Maar sinds een aanvaring in 2011 over iets onbenulligs – een defensiekok heeft bij Aydin geklaagd over Eddaoudi – staan ze lijnrecht tegenover elkaar.

Eddouadi is in het voordeel. Hij is kolonel, met Aydin als ondergeschikte. In functioneringsgesprekken begint Eddaoudi over diens gebrekkige talenkennis. Krijgsmachtimams moeten ook vooroordelen over de islam bestrijden en begrip kweken voor de soms moeilijke positie van islamitische militairen. Daarin zou Aydin, vanwege zijn matige Nederlands, tekortschieten.

Hij krijgt tijd om zich te verbeteren, maar Aydin heeft het gevoel dat hij geen eerlijke kans heeft. Hij is niet de enige. Geestelijk verzorger Jan Smit is in 2016 als coach bij een functioneringsgesprek. Achteraf mailt hij Aydin verbaasd: „De strekking van het verslag is veel negatiever dan hoe ik het gesprek heb ervaren.” Smit twijfelt niet aan het functioneren van Aydin, „maar wel bij de relatie die jij en jouw direct leidinggevende met elkaar hebben”.

Eddaoudi noemt de zaak in een reactie „een normaal arbeidsconflict” dat onder de rechter is. Ook defensie houdt zich op de vlakte, onder meer vanwege „de scheiding tussen kerk en staat”.

Halalpolitie

Ondertussen blijft Aydin zich inzetten voor de krijgsmacht. Hij is vanaf 2013 onder andere druk met moslimmilitairen die boos zijn dat er niet wordt opgetreden tegen de Syrische dictator Assad. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) vraagt diverse malen of hij op bezoek wil gaan bij militairen over wie de dienst zich zorgen maakt.

Maar het conflict met zijn meerdere sleept zich voort. Bijvoorbeeld over het keuren van halalvlees. Eddaoudi heeft daarvoor in 2016 de Stichting Halalpolitie binnengehaald, die moet nagaan of de slachterijen die vlees aan defensie leveren wel volgens islamitische voorschriften opereren.

De Halalpolitie is omstreden. De organisatie is diverse malen veroordeeld vanwege het zwartmaken van vleesbedrijven. Uit de uitspraken komt een intimiderende werkwijze naar voren. De ‘politie’ publiceerde ongefundeerde beschuldigingen aan het adres van slagerijen en hun certificeerders op internet.

Om die reden weigert een cateraar van defensie zich door de Halalpolitie te laten beoordelen. Ook de afdeling logistiek van defensie heeft bedenkingen. Levert inhuren van de Halalpolitie geen „afbreukrisico” op, vraagt een medewerker zich af. Maar Eddaoudi houdt voet bij stuk. De organisatie krijgt vijf opdrachten van defensie.

Een ander twistpunt vormen Eddaoudi’s bijverdiensten. Hij heeft sinds 2011 een eigen advies- en trainingsbureau en laat zich inhuren door de politie Amsterdam, ontdekt Aydin. „Ali blokte de uren die hij buiten de deur werkte in zijn defensie-agenda. Hij declareerde ze ook. Ik heb hierover nooit publiekelijk aan de bel getrokken, maar inmiddels zie ik geen uitweg meer.”

De imam aan wie wij heel veel steun hebben gehad, is zomaar weggestuurd. Dat is nauwelijks te verkroppen.

Mimoun Abbou

Mocht dit? De imams moeten hun nevenwerkzaamheden van defensie opgeven, maar de zendende moslimkoepel CMO is voor hen verantwoordelijk. Toenmalig CMO-voorzitter Rasit Bal zegt dat Eddaoudi van hem mocht „meedenken” met de Amsterdamse politie over het opzetten van geestelijke verzorging, „zolang het werk bij defensie er niet onder zou lijden”.

Maar Eddouadi denkt niet alleen mee. Hij werkte bij de politie ook als „geestelijk verzorger” van „zowel islamitische als niet-islamitische politieagenten”, zo valt te lezen in referenties op zijn persoonlijke website.

Bal, van het CMO: „Dat heeft hij mij nooit gemeld, ook niet dat dit tegen betaling gebeurde.” De politie Amsterdam wil er niets over kwijt.

Door Eddaoudi’s drukke agenda kwam zijn werk voor defensie in het gedrang, zegt kolonel buiten dienst Henk Timmer, die zich in 2000 tot de islam bekeerde en jaren heeft geijverd voor de komst van defensie-imams. „Eddaoudi was altijd druk met andere dingen.”

Dat onderschrijft Mimoun Abbou, in 1996 uitgezonden naar Bosnië als mijnenruimer. Daar raakte hij ernstig gewond en getraumatiseerd na een val in een ravijn. Hij revalideerde jarenlang, knokte zich terug naar een baan als chauffeur bij defensie – maar raakte in 2012 diep in de put. Hij was depressief en kampte met posttraumatische stressstoornis.

Zijn echtgenote Sandra Abbou: „Mimoun had indertijd in het ziekenhuis echt iemand nodig om mee te praten, ook over religieuze zaken. Ik heb tot drie keer toe Ali Eddaoudi aan de lijn gehad, die van alles beloofde maar niets deed. De ene keer had hij het te druk, de andere keer zat hij in het buitenland. Ik was woedend, tot opeens Suat Aydin voor onze neus stond. Die heeft Mimoun gered.”

Master-geestelijke

In het najaar van 2016 lijkt het erop dat de defensie-imams de vrede tekenen. Aydin heeft op dat moment in één jaar zijn master geestelijke verzorging aan de Vrije Universiteit gehaald, terwijl er twee jaar staat voor dit tweetalige Nederlands-Engelse masterprogramma. Ook is zijn Nederlands sterk verbeterd.

Directeur geestelijke verzorging Ron Geenen van defensie schrijft Aydin en Eddaoudi daarop een brief. „Het lopende beoordelings- en functioneringstraject kan worden afgesloten”, aldus Geenen. „De heer Aydin functioneert boven de minimaal gestelde eisen.”

Maar Eddaoudi weet hem via een omweg alsnog weg te krijgen. Die omweg heet het CMO. Bij de islamitische koepel balen ze van het conflict tussen de twee. Het tast hun geloofwaardigheid aan als leverancier van de imams.

Dus als het CMO in mei 2017 een klacht ontvangt over Aydin, gestuurd door de secretaresse van Eddaoudi, is dit de „druppel die de emmer doet overlopen”, zegt Rasit Bal van het CMO. In de klacht worden allerlei oude zaken opgerakeld, waaronder zijn taalbeheersing. Ook zou Aydin een reis naar Mekka voor moslimmilitairen slecht hebben voorbereid.

De klacht rept met geen letter over het religieuze functioneren van Aydin. Toch trekt Bal, zonder Aydin te horen, diens zendingsbrief in – de religieuze erkenning die hij als legerimam moet hebben. Defensie rest niets anders dan Aydin te ontslaan.

Andere organisaties binnen het CMO eisen opheldering. Waarom heeft Bal op eigen houtje de zending ingetrokken? Bal draait, probeert de verantwoordelijkheid bij anderen te leggen, maar moet uiteindelijk toegeven dat hij Aydin heeft weggestuurd.

Defensie houdt zich op de vlakte, onder meer om ‘de scheiding tussen kerk en staat’

Uiteindelijk blijven de meeste CMO-organisaties, om de eenheid te bewaren, achter het besluit staan. Rasit Bal wordt wel gewipt als voorzitter. Hij erkent dat zijn aftreden verband houdt met interne onvrede over de imam-kwestie.

Aydin zelf vecht inmiddels zijn ontslag aan met hulp van advocaat Michael Ruperti. Van CMO heeft hij deze woensdag anderhalf miljoen euro geëist – smartengeld, inkomensderving en genoegdoening. Ook wil hij dat defensie zijn ontslag terugdraait.

Het defensiepersoneel blijft verdeeld achter. Zes geestelijk verzorgers van defensie (drie dominees, een pandit, een aalmoezenier en een humanist) hebben zich in brieven hartstochtelijk uitgesproken vóór Aydin, die zij volop lof toezwaaien – in alle aspecten van zijn werk. Tot nu toe tevergeefs.

Ook islamitische militairen hebben partij gekozen in het conflict. Een deel steunt Eddaoudi in zijn besluit, een ander deel wil niets liever dan dat Aydin terugkeert. Zoals Mimoun Abbou. „De imam aan wie wij heel veel steun hebben gehad, is zomaar weggestuurd. Dat is nauwelijks te verkroppen.”