Donderdagochtend, de dag na de tiende verjaardag van Denis, bleef zijn stoel in de kring leeg. Zijn ouders kon ik niet bereiken, ook zijn zusje was niet op school. Ik kreeg een naar voorgevoel.
De volgende ochtend belde zijn moeder. Ze vertelde dat haar hele gezin die donderdagochtend om 6.30 uur van hun bed was gelicht. Door tien man politie. Meegenomen naar een detentiecentrum, alleen kleren mochten mee. Niet eens hun knuffels.
Deze week moeten ze weg, terug naar Oekraïne. Geen afscheid van hun vriendjes, hun hond, hun buren, hun school.
Hoe leg ik aan een klas met tienjarigen uit dat ze hun vriendje nooit meer zien? Dat hij gevangen zit? Dat niemand weet hoe het verder moet in het land dat hij niet kent, omdat hij hier geboren is?
We schreeuwen moord en brand over de behandeling van vluchtelingen in Amerika. Dit is Nederland.