Het is het Amsterdamse stadsbestuur „niet gelukt” om de Wallen op te schonen. In de oude binnenstad heerst nog altijd een monocultuur van toeristenwinkels en ‘laagwaardige’ horeca. Ook heeft het stadsbestuur geen grip kunnen krijgen op mensenhandel en gedwongen prostitutie in het gebied.
Dat concludeert de Rekenkamer Metropool Amsterdam (RMA) in een uitgebreid rapport dat dinsdag is verschenen. De onderzoekers evalueerden een ambitieus programma dat tien jaar geleden door toenmalig wethouder Lodewijk Asscher (PvdA) werd opgezet om de Wallen op te schonen.
Het Project 1012, vernoemd naar de postcode van de oude Amsterdamse binnenstad, had twee ambities. Het straatbeeld op de Wallen zou ingrijpend veranderen: coffeeshops, souvenirwinkels en massagesalons moesten plaatsmaken voor restaurants, galerieën en modezaken. Daarnaast wilde de gemeente een einde maken aan misstanden in de prostitutiebranche door het sluiten van ramen en strengere handhaving.
Er zijn de afgelopen tien jaar wel degelijk successen behaald, schrijft de Rekenkamer. Zo is de openbare ruimte „minder groezelig” en zijn de vastgoedprijzen in het gebied sneller gestegen dan elders in de stad. Ook bleef het project netjes binnen zijn budget, al maken de onderzoekers geen precieze cijfers bekend om de onderhandelingspositie van de gemeente bij het opkopen van vastgoed niet te schaden.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data32895493-b24f73.jpg)
Wafelwinkels
Toch zijn de twee belangrijkste doelen volgens de onderzoekers niet gehaald. De „gewenste economische opwaardering” is uitgebleven. De gemeente sloot de afgelopen tien jaar 48 coffeeshops in het gebied, maar in plaats daarvan kwam vaak opnieuw ‘laagwaardige’ horeca, zoals wafelwinkels en mini-supermarkten. In combinatie met de stijgende vastgoed- en huurprijzen en de groei van het toerisme heeft dit onder bewoners en ondernemers geleid tot „grote onvrede over de ontstane situatie”, zo staat in het rapport.
Economische opwaardering lukte volgens de Rekenkamer wel wanneer ‘fout’ vastgoed werd opgekocht door de gemeente of aan de gemeente gelieerde partijen, zoals de panden op het Damrak van de Israëlische Barazani-familie. Maar dat gebeurde slechts sporadisch. Na een jarenlange zoektocht naar partners richtte de gemeente pas in 2016 een eigen vastgoedinvesteringsbedrijf op, 1012Inc. Volgens de Rekenkamer zou het stadsbestuur veel meer geld beschikbaar moeten stellen voor het strategisch aankopen van panden.
Ook is er de afgelopen tien jaar geen doorbraak gerealiseerd in de „criminele infrastructuur” op de Wallen. De ambitie van Project 1012 om een einde te maken aan uitbuiting van vrouwen door veelal Oost-Europese bendes, bleek volgens de Rekenkamer te hoog gegrepen. De gemeente sloot weliswaar meer dan honderd prostitutieramen en onderwierp bordeelhouders aan extra controle, maar tot afname van mensenhandel heeft dit niet geleid.
Gedwongen prostitutie
Gedwongen prostitutie komt volgens de Rekenkamer nog steeds „regelmatig” voor op de Wallen. Over de precieze omvang is het volgens de onderzoekers onmogelijk uitspraken te doen, maar uit een inventarisatie van strafzaken blijkt dat er tussen 2005 en 2016 119 slachtoffers van mensenhandel waren in Amsterdam. De Rekenkamer noemt dit „een ondergrens”, omdat in de strafzaken de verdachte van mensenhandel centraal staat en niet de slachtoffers. Ook is er geen zicht op illegale seksclubs en thuisprostitutie.
Het gevoerde beleid heeft de positie van prostituees ten opzichte van raamexploitanten zelfs „verslechterd”, omdat vooral ‘beschutte’ ramen in steegjes werden gesloten. De verplichte intakesprekken die bordeelhouders houden, worden bovendien als onprettig ervaren omdat prostituees intieme details moeten prijsgeven. „Ik heb niemand gesproken die vond dat dit systeem goed werkte,” zegt onderzoeker Jurriaan Kooij van de Rekenkamer.
Fragiel draagvlak
Het probleem van Project 1012 was volgens de Rekenkamer dat het politiek draagvlak „fragiel” was. De gemeenteraad stemde in 2008 weliswaar vrijwel unaniem in met het plan, maar in de beeldvorming bleef het altijd het project van wethouder Asscher. Toen die de hoofdstad in 2012 verliet om vice-premier te worden in Den Haag, kalfde de steun voor zijn project snel af. Het vorige stadbestuur stelde de doelen al naar beneden bij. Met het overlijden van burgemeester Van der Laan (PvdA) in oktober vorig jaar bleef het project verweesd achter, waarna het begin dit jaar werd stopgezet.
Het nieuwe Amsterdamse college, dat vorige maand aantrad, onderschrijft de conclusies van de Rekenkamer. In een reactie wijst het op een verbod op nieuwe toeristenwinkels dat inmiddels van kracht is. Over het terugdringen van criminaliteit kon volgens het college „minder gemakkelijk met bewoners en ondernemers worden gecommuniceerd” vanwege de „vertrouwelijkheid van de aanpak.”