In het jaarverslag van het RIVM over het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) blijkt dat de vaccinatiegraad onder jonge kinderen voor het vijfde achtereenvolgende jaar is gedaald. De daling is zichtbaar voor alle vaccinaties, maar voor kleine kinderen is er met name reden tot zorg over de bescherming tegen polio en mazelen. In 2017 was de bescherming lager dan in het begin van de jaren negentig, toen we met de laatste polio-epidemie in Nederland te kampen hadden. Verlamming en sterfte als gevolg van polio doen zich gelukkig nog maar in enkele landen voor, maar de ziekte is niet verdwenen.
Kwetsbare gebieden in Nederland
In vergelijking met een groot deel van de wereld kent Nederland enkele uiterst kwetsbare gebieden: de zogenoemde ‘biblebelt’ van gemeenten met veel bevindelijk gereformeerden die vaccinatie op religieuze gronden afwijzen. Mogelijk worden de klassieke religieuze bezwaren steeds meer vermengd met – en versterkt door – misvattingen over risico’s van vaccinatie zoals die door moderne antivaccinatiegroepen worden verspreid. Als in deze gebieden polio opduikt zal dat rampzalig uitpakken.
Voor wat betreft mazelen, een ziekte die nog veel besmettelijker is, is de zorg nog groter. Sinds begin 2017 zijn er in Europa zo’n 25.000 ziektegevallen en 62 sterfgevallen geteld, met name in Griekenland, Roemenië, Italië, Frankrijk, en Engeland. Gezien die brede verspreiding is het onvermijdelijk dat ook in Nederland weer mazelen zullen uitbreken. Maar dit keer zal het probleem zich waarschijnlijk niet tot de biblebelt beperken. Ook daarbuiten is de vaccinatiegraad te laag (ruim beneden de 95 procent) om collectieve bescherming te garanderen. Hierdoor kan het virus zich in heel Nederland handhaven, en ziekte veroorzaken onder kinderen die (nog) niet ingeënt zijn en mensen die om andere redenen kwetsbaar zijn.
We zijn het succes vanzelfsprekend gaan vinden
Het RVP is lange tijd een toonbeeld van succes geweest: ons vertrouwde programma met vrijwillige deelname kende een uiterst hoge deelname en resulteerde dus in een hoge collectieve bescherming. We zijn die hoge deelname te veel als vanzelfsprekend gaan beschouwen. Dat geldt zowel voor de overheid die vaccinatie veel proactiever en minder vrijblijvend zou moeten aanbieden, alsook voor sommige groepen ouders die inmiddels twijfelen over nut, noodzaak en veiligheid van de inentingen, en wier niet-gevaccineerde kinderen nog steeds indirect via de groepsbescherming veilig waren.
Grote uitbraken van mazelen hebben in landen als Italië en Frankrijk geleid tot een (uitbreiding van de) vaccinatieplicht, en dat blijkt te werken: er is relatief weinig weerstand tegen de invoering van verplichting en het aantal inentingen onder kleine kinderen is daar direct gestegen.
Verplichte vaccinatie is goed te verdedigen
Een verplichte vaccinatie tegen ernstige ziekten als polio en mazelen is in principe goed te verdedigen – juist vanuit een liberaal perspectief dat keuzevrijheid als belangrijke waarde omarmt. John Stuart Mills schadebeginsel (voorkomen van schade aan derden is een goede grond voor inperking van vrijheid) is zonder meer van toepassing: ouders die afzien van vaccinatie accepteren nodeloze risico’s voor hun kind, en ze ondermijnen de collectieve bescherming die cruciaal is voor kinderen die te jong zijn voor vaccinatie of mensen die door ziekte slechts beperkt profiteren van hun eigen inentingen. Met een vaccinatieplicht wordt dergelijke schade voorkomen. Naast dit liberale argument zou het collectieve belang van vaccinatie ook linkse partijen en christen-democraten kunnen aanspreken. Een eerste stap is om vaccinatie verplicht te stellen op kinderdagverblijven.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/01/anp-8413019.jpg)
Natuurlijk moeten we geen vaccinatiedwang willen als we op een andere manier de deelname aan het RVP weer op een voldoende peil kunnen brengen. Het overgrote deel van de bevolking heeft veel vertrouwen in vaccinatie. Het aantal echte twijfelaars is nog steeds beperkt, maar ze zorgen er samen met de overtuigde weigeraars wel voor dat de voor groepsbescherming benodigde vaccinatiegraad niet meer gehaald wordt. Vermoedelijk zullen veel twijfelaars op hun schreden terugkeren wanneer ziektes als mazelen vaker zichtbaar zijn en meer slachtoffers eisen. Het is echter cynisch om die kentering af te wachten. Het Rijksvaccinatieprogramma biedt kinderen rechtstreeks immuniteit tegen ernstige ziektes en beschermt bovendien de samenleving als geheel tegen uitbraken en verspreiding van infecties. Zo’n collectief programma kan en mag niet vrijblijvend zijn, zeker niet nu ziekten weer dreigen uit te breken.