Een vader, of misschien een grootvader, zat met zijn dochter (danwel kleindochter) in een koffiezaak. „Ik dacht, dit vind jij wel leuk”, zei hij onzeker. Er volgde een gesprek waarin beide partijen hun best deden het leuk te vinden.
Toen er een stilte viel, pakte de (groot)vader zijn telefoon. „Hé,” acteerde hij, „dat is ook toevallig, ik krijg net een sms’je van Hans Kazàn.” Het was overduidelijk: hij had het sms’je al eerder gekregen. Dit was een vooraf gerepeteerd gespreksonderwerp. „O?” zei het meisje welwillend, maar zonder herkenning. „O ja, die ken jij natuurlijk niet,” zei de man een beetje teleurgesteld, „dat is een goochelaar.” „Leuk”, zei het meisje.
O ja, die ken jij natuurlijk niet
Leuk? Leuk? Een sms’je van Hans Kazàn is niet ‘leuk’, dat is fantastisch! Maar natuurlijk, realiseerde ik me, er is nu een generatie die Hans Kazàn helemaal niet kent. Terwijl, als er in de jaren tachtig, negentig nou één household name was in Nederland, dan was het toch wel Hans Kazàn. Inmiddels heeft Hans Klok zijn functie in de samenleving overgenomen. Toevallig dat ze alletwee Hans heten. Of is dit geen toeval? Heb je, als je Hans wordt genoemd, meteen al de behoefte om te compenseren voor je alledaagse naam? In de trant van, ik mag dan Hans heten, maar ik zaag wel een vrouw doormidden?
En dan de achternamen. Klok heet echt Klok, maar Kazàn heet natuurlijk niet echt Kazàn. Dat dacht ik. Dat de man in de koffiezaak een sms van Hans Kazàn had gekregen, was wat mij betreft bewijs dat die vriendschap niet heel erg close was. Anders noem je iemand toch bij zijn echte naam?
Maar hoe heette Hans Kazàn dan echt? Ik deed even wat diepgravend onderzoek, en ontdekte dat Kazàn al sinds zijn negende Kazàn heet. Hij heeft zijn naam ook officieel laten veranderen. Voor iedereen in zijn omgeving is Hans Kazàn dus echt Hans Kazàn. Dat hij ooit geboren is als Hans Mulders, dat weet inmiddels alleen het internet nog maar.
Kijk, dat is nog eens een geslaagde verdwijntruc.