Reportage

Naar wrakken duiken is niet zonder risico’s

Grevelingenmeer Zeeland investeert in veilig duiken. Toch verdronken onlangs bij Scharendijke twee ervaren instructeurs.

Recreatieduikers in het Grevelingenmeer bij Scharendijke. De provincie trof onder meer voorzieningen om het water makkelijk in en uit te komen.
Recreatieduikers in het Grevelingenmeer bij Scharendijke. De provincie trof onder meer voorzieningen om het water makkelijk in en uit te komen. Foto David van Dam

Henk van Ielen zwemt in een rood droogpak boven de met Japanse oesters bezaaide bodem, dode en levende. De woekerende exoot is ook hier in het Zeeuwse Scharendijke uitgegroeid tot een plaag. Om zuurstof te besparen beweegt de 71-jarige duikinstructeur zo min mogelijk bij het zwemmen; zijn flippers maken elke paar seconden een slag.

Een paar honderd meter verderop aan de zuidkant van het Grevelingenmeer is een spannende duikattractie te vinden: Le Serpent, een 60 meter lang Frans kolentransportschip van gewapend beton uit 1920. Het wrak ligt ongeveer 25 meter diep en is speciaal geprepareerd voor duikers, onder meer met een gidslijn door het hoofdruim. Het wordt graag gebruikt als oefenplek voor gevaarlijkere wrakken in de Noordzee. Vooral het achterschip is een uitdaging: het is op drie kleine ingangen na afgesloten, waardoor het zicht slecht is. Cruciaal is daarom dat duikers een veiligheidslijn gebruiken om de weg terug te vinden.

Duiken in het wrak is daardoor niet zonder risico's, bleek onlangs weer. Een ervaren buddypaar – twee instructeurs – ging het achterschip in en kwam niet meer levend boven water. De politie doet geen uitspraken over de oorzaak omdat het onderzoek nog loopt.

Genoeg te zien

Het Grevelingenmeer „staat bekend als het grootste en helderste zoutwatermeer en één van de mooiste duikgebieden van West-Europa” rapporteerde de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) in 2011. Duizenden Nederlandse, Belgische, Duitse en Franse duikers trekken jaarlijks naar het gebied. Er is nauwelijks stroming, waardoor zand en modder minder opgeschud worden dan bijvoorbeeld in de Oosterschelde. Duikers kunnen zeker drie tot vier meter ver kijken. En er is genoeg te zien: platvisjes die zich onder een dun laagje bodemzand verschuilen, zeenaalden (een langwerpige verwant van het zeepaardje), grote oranje zeesterren, kleine anemonen en veel krabben. Soms stuiten duikers op een bijdehante zeehond.

Of duiken een gevaarlijke sport is? „Nee, niet gevaarlijk, maar wel risicovol’’, zegt Van Ielen op de wal in zijn Duikcentrum Scharendijke. Hij was degene die, samen met zijn zoon, alarm sloeg toen de twee duikers niet meer boven water waren gekomen; ze hadden hun autosleutel bij hem achter gelaten. Tussen de duikflessen, brillen, wetsuits en andere duikspullen deelt hij zijn ervaringen. Het overgrote deel van de dodelijke ongevallen tijdens het duiken heeft een medische oorzaak. Sinds hij en zijn zoon het centrum – inclusief hotel – in 2013 overnamen, heeft hij drie dodelijke incidenten meegemaakt. Twee keer hadden de slachtoffers hartproblemen. Een keer had de duiker waarschijnlijk zijn oren niet goed geklaard, waardoor zijn trommelvlies scheurde, hij gedesoriënteerd en in paniek raakte en verdronk.

Foto David van Dam

Dure duikreizen

Is het Grevelingenmeer zo gevaarlijk dan? Het is in ieder geval een enorm populaire duiklocatie, de top in Nederland, met de Oosterschelde. Jaarlijks vinden in het zoutwatermeer alleen al 800.000 tot een miljoen duiken plaats. Zeeland, met in totaal meer dan honderd duikstekken, biedt een goed alternatief voor verre en dure duikreizen naar bijvoorbeeld Egypte of Curaçao.

Precies zo ziet de Duitse familie Briehl het, zojuist aangekomen uit Müllheim. Voor hen is het het Grevelingenmeer het dichtstbijzijnde gebied waar ze in zout water kunnen duiken. Elk jaar verblijven ze een dag of vijf in Scharendijke, met vijftig mensen van hun duikvereniging. Daarvoor hebben ze het hotel van Van Ielen afgehuurd, en plekken in een naburig bungalowpark.

„Hier kunnen we met z’n allen verblijven en duiken”, zegt vader Ingo in de duikwinkel van Van Ielen. „Je ziet hier heel andere dingen dan in de zoete wateren waar we thuis duiken.”

Of ze wel eens stilstaan bij de risico’s? „Je moet weten dat ze er zijn, maar je moet niet bang zijn”, reageert dochter Saskia (18) nuchter. „Als je met angst duikt, is het gevaarlijk”, vult haar vader aan. En, nuanceert hij : „Elk jaar sterven ook duizenden mensen door auto-ongelukken.”

De provincie Zeeland heeft volgens Sander Kool, bestuurder van de onderwatersportbond, de afgelopen jaren het gebied interessanter en veiliger gemaakt voor de duiksport. Er liggen zorgvuldig geprepareerde wrakken en er zijn goede duiksteigers aangelegd om het water makkelijk in en uit te kunnen. Kool: „Dat maakt het recente incident echt triest en tragisch. Hier is juist goed nagedacht over de veiligheid.”

Jaarlijks komen volgens Kool zo’n vier tot vijf Nederlandse duikers om het leven, ongelukken in het buitenland meegeteld. Dat een buddypaar samen overlijdt is zeldzaam, maar niet uniek.

Foto David van Dam

Gedenkplaatjes

De Duitse familie Briehl is net het water ingegaan en drijft nog aan de oppervlakte. Het is rustig deze middag. Boven het Grevelingenmeer is een lichte nevel te zien. Wat verderop dobberen de boeien die aangeven waar de verschillende wrakken liggen – een grote ronde witte boei is voor Le Serpent. Op de houten palen van de duiksteiger zijn gedenkplaatjes aangebracht voor overleden duikers. „Rust zacht buddy”, is op een te lezen.

Lees ook: Tweede vermiste duiker gevonden in Zeeland