Verzamelgenot

Niet elk werk kan op een pronkplek in het museum hangen. Wim Pijbes kiest elke maand een stille schat, en volgt daarbij de seizoenen.

Vandaag:

een uitbundig tafereel vol zomers plezier

Foto Merlijn Doomernik

Ooit was er op het Haagse Binnenhof een prachtige balzaal. De plek voor wufte taferelen, aangespoord door de benevelingen van Bacchus. Wat heeft dat met dit schilderij te maken? Dat wordt straks duidelijk. Op het doek zien we een vrijwel naakte god Bacchus, aanbeden door een uitgelaten groep musicerende, dansende en zingende figuren. Op een stenen altaar wordt geofferd aan de god van de wijn. Een uitbundig tafereel vol zomers plezier. Ondanks het grote formaat is dit drukbevolkte schilderij letterlijk een voorbijganger. Hoog in een wat smalle gang hangt het enigszins buiten beeld al eeuwen in een statig huis aan de Prinsessegracht in Den Haag. Al in 1783 duikt het op in een boedelinventaris van de toenmalige bewoners van het pand. Tegenwoordig is het Museum Meermanno hier gevestigd. Ondanks dat het museum zich als het huis van het boek afficheert, is er veel meer te zien dan drukwerken en incunabelen (ook wel wiegendruk genoemd: boeken gedrukt vóór 1 januari 1501). De grootste attractie is misschien wel het museum zelf. Ik betreed een verstilde wereld met vitrines vol verzamelgenot. Meermanno is een mijmermuseum. Een tijdcapsule voor mensen en dingen die voorbijgaan.

De schilder van deze Offerande aan Bacchus heet Theodoor Cornelisz. van der Schuer. Dat zegt u hoogstwaarschijnlijk niets. Deze productieve Haagse meester komen we vooral buiten de musea tegen en bovendien op plekken die niet voor iedereen toegankelijk zijn, zoals de Trêveszaal op het Binnenhof. Ik stel mij zo voor dat op de vrijdagochtenden dat het kabinet hier bijeenkomt menig bewindsman of -vrouw de gedachten heeft laten afdwalen bij het zien van het wulpse plafondstuk dat Van der Schuer hier aanbracht. Evenals op de Offerande aan Bacchus leidt het tafereel boven de hoofden van de ministerraad (met het weekend voor de deur) vast en zeker weleens af van de wekelijkse beraadslagingen. Theodoor van der Schuer brengt de geesten in vervoering en laat zo onze gedachten dansen. Zelfs in de doodsaaie Haagse politieke arena waar ooit nóg een plafondstuk van Van der Schuer te zien was. Die werd destijds in 1879 verwijderd en ligt nu verweesd in losse delen in het depot van het Rijksmuseum, te wachten op betere tijden. Aanvankelijk was het stuk niet eens bekend, want niet als schilderij in de collectie beschreven maar als kunstnijverheid. Zou het niet mooi zijn wanneer bij de aanstaande renovatie van het Binnenhof de losse planken en gebeeldhouwde gewelfdelen weer bijeenkomen op de oorspronkelijke plek, de voormalige slaapkamer van Mary Stuart, de echtgenote van stadhouder Willem II, die enige tijd in het huidige Eerste Kamergebouw woonde. Als dat toch eens zou lukken, dan maak ik een vreugdedansje!