Een week geleden finishte de Giro d’Italia in Rome. Als daverend slot van de etappe en de ronde was een parcours van elf kilometer uitgezet in de historische binnenstad. Na protesten van de renners werd de etappe geneutraliseerd. De straten van het centrum van Rome waren te gevaarlijk. Er zaten levensgrote gaten in het wegdek. In de weken daarvoor hadden de renners via een onverhard geitenpad de Colle delle Finestre beklommen en waren ze in de stromende regen afgedaald door spekgladde haarspeldbochten in de Dolomieten – dat was allemaal nog tot daaraantoe geweest, maar de kwaliteit van het Romeinse wegdek ging hun te ver.
Sinds twee jaar wordt Rome bestuurd door de Movimento Cinque Stelle, de Vijfsterrenbeweging met de fotogenieke burgemeester Virginia Raggi als boegbeeld. Het stadsbestuur van de hoofdstad werd gezien als de eerste serieuze test om te zien of de populistische protestpartij rijp was voor het dragen van bestuurlijke verantwoordelijkheid. Italianen beseffen wel dat alle problemen in Rome niet door Cinque Stelle zijn veroorzaakt, maar trekken na twee jaar toch de conclusie dat de beweging ze evenmin heeft kunnen oplossen, om niet te zeggen dat ze zijn verergerd. De stad is zienderogen verloederd. Romeinen kijken niet eens meer verbaasd op wanneer een stadsbus vlam vat vanwege achterstallig onderhoud.
Gezien de ervaringen met de partij in de hoofdstad beschouwt niet iedereen in Italië de Movimento Cinque Stelle als de verlossers waarvoor ze zichzelf zo graag houden, en wordt de afgelopen vrijdag geïnstalleerde regering van Cinque Stelle en de Lega Nord met scepsis tegemoetgezien. Italianen verwachten sowieso nooit iets van hun regeringen en beschouwen al hun politici met scepsis. En zo ze de verse populistische coalitie vooralsnog enig krediet geven, doen ze dat vooral op basis van het feit dat de bekende oude politici die ze hebben leren haten, er geen zitting in hebben.
Mijn schoonmoeder is zo iemand. Zij is een geleerde, beschaafde, geraffineerde vrouw, hoogleraar vroeg-christelijke letterkunde aan de universiteit van Genua, dochter van de beste vriend van de eerste president van Italië, opgevoed in de schoot van de socialistische aristocratie, en uiteraard geeft ze mij gelijk wanneer ik tijdens het diner betoog dat de Vijfsterrenpopulisten van Beppe Grillo antipolitieke amateurs zijn met gevaarlijke ideeën. Maar toch heeft ze op hen gestemd. Omdat ze die gezichten van Renzi en trawanten niet meer kan zien. Omdat ze haar buik vol heeft van alle beroepspolitici die in haar ogen al decennialang niets anders doen dan zichzelf verrijken ten koste van hardwerkende burgers.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/03/data25779487-518d8b.jpg)
Woedend was ze toen president Sergio Mattarella begin deze week, conform zijn constitutionele bevoegdheden, zijn veto uitsprak over Paolo Savona, die door de Lega Nord was voorgedragen als kandidaat voor het ministerie van Financiën, en de formatie klapte. Dat deze Savona als een verklaard tegenstander van de euro, die in het verleden gênante uitspraken heeft gedaan over de Duitsers, evident geen presentabele kandidaat was, versterkte haar alleen maar in haar overtuiging dat Mattarella een marionet is van Merkel, dat de democratie in Italië een poppenspel is dat mag worden opgevoerd zolang de Duitsers dat goed vinden en dat het land de facto wordt bestuurd door de Bundesbank.
Wijdverbreid sentiment
Dat is een wijdverbreid sentiment in Italië, evenals het hardnekkige idee dat bij de invoering van de euro alle prijzen verdubbeld zijn en de salarissen gelijk zijn gebleven. Bovendien gelooft iedereen in Italië dat er nog steeds een economische crisis heerst, die indirect het gevolg is van de invoering van de euro en die is verergerd door het strenge begrotingsbeleid waartoe Italië door Duitsland wordt gedwongen.
Ik schat in dat de meerderheid van de Italianen niet daadwerkelijk uit de euro zou willen stappen, beseft dat we niet moeten willen terugkeren naar het verleden en snapt dat de toekomst van Italië, zo die er al is, gelegen moet zijn binnen de Europese Unie. Maar een meerderheid van die meerderheid vindt het stiekem of openlijk toe te juichen, rechtvaardig en lekker dat er afgelopen vrijdag een regering is beëdigd waar Europa een beetje bang voor is.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/06/data32071102-da6c32.jpg)
Het amateurisme bij de Lega en vooral bij Cinque Stelle is evident. De kabinetsformatie, die uiteindelijk ruim tachtig dagen heeft geduurd, was een chaos, waarbij vrijwel dagelijks de meest onhaalbare plannen en onrijpe conceptakkoorden prematuur uitlekten, de onderhandelaars elkaar zwart maakten op persconferenties en bij talkshows en er op een gegeven moment formeel drie beoogde premiers (Conte, Cottarelli en Gentiloni) in functie waren.
De periode zal de geschiedenis in gaan als de ernstigste politieke crisis van de republiek. Ook in de ministersploeg viert amateurisme hoogtij. Dat de politiek leider van Cinque Stelle, Luigi Di Maio, die een maagdelijk blank cv kan tonen en nog nooit in zijn leven een baantje heeft gehad, minister van Arbeid wordt, mag misschien een symbool zijn voor de lage prioriteit die er gegeven is aan relevante ervaring.
Bleue ministerploeg
En deze bleue ministerploeg staat onder leiding van Giuseppe Conte, eveneens een man zonder enige politieke ervaring, die de taak zal hebben om de vreemdste coalitie die Italië ooit heeft gekend bij elkaar te houden.
Dit evidente amateurisme is een zwakte. De ervaringen met het stadsbestuur van Rome herinneren Italianen daaraan. Maar het is ook een kracht met het oog op de allergie die vele Italianen, zoals mijn schoonmoeder, hebben ontwikkeld voor beroepspolitici. De nieuwe regering krijgt, ondanks alle scepsis, het voordeel van de twijfel. En Giuseppe Conte weet zich goed te kleden. Dat is heel belangrijk in Italië.
Het meest positieve nieuws is wellicht dat er in Italië de afgelopen tachtig dagen, terwijl de onderhandelaars er langzaam achter kwamen dat er Europese regels bestonden en internationale verdragen die hun meest woeste plannen in de weg staan, meer dan ooit is gegoogled op de Italiaanse grondwet, Europese begrotingsregels en internationale overeenkomsten. Na een verkiezingscampagne van beschamend laag niveau zijn de kiezers zich gaan informeren, terwijl de populisten in rap tempo gedwongen werden realistisch te worden.
Politiek was tachtig dagen lang het gesprek van de dag. Dat noem ik winst.