Op zandgrond moet je geen groene daken maken

Wateroverlast In Utrecht en Gelderland hebben gemeenten een stresstest voor klimaatverandering ondergaan. De les: wees je bewust van je natuurlijke omgeving.

Stevige buien trokken donderdag over Nederland, zoals hier in het centrum van Den Haag.
Stevige buien trokken donderdag over Nederland, zoals hier in het centrum van Den Haag. Foto Bart Maat/ANP

Bereid je voor op een ander klimaat. De inmiddels vertrouwde boodschap van achtereenvolgende kabinetten was zelden zo actueel als deze week, vol warmte, hitte, regen en onweer.

Alle gemeenten, zo werd vorig jaar met Prinsjesdag bepaald, zijn verplicht een stresstest te ondergaan, uiterlijk volgend jaar, voor wat hun te wachten staat: meer water, hitte en droogte. Deze vrijdag presenteren alvast 28 gemeenten in de Gelderse Vallei en op de Veluwe, met het waterschap en de provincies Utrecht en Gelderland, de bevindingen in een gezamenlijke stresstest. „Ik hoop dat de rest van Nederland volgt”, zegt dijkgraaf Tanja Klip-Martin van waterschap Vallei en Veluwe. „Wij noemen het grensontkennend samenwerken. Je kunt beter rekening houden met het landschap en het watersysteem dan uitgaan van toevallige bestuurlijke grenzen.”

De stresstest legt kwetsbaarheden bloot van gemeenten, en vervolgens is het aan de gemeenten zelf om een afweging te maken van mogelijke maatregelen. Die moeten uiterlijk 2020-2021 in beleid zijn vastgelegd. De afwegingen kunnen per gemeente behoorlijk verschillen, vertelt Hasse Goosen, maker van de stresstest, onderzoeker bij Wageningen Environmental Research en directeur van de stichting Climate Adaptation Services (CAS), die helpt bij anticiperen op de gevolgen van klimaatverandering. „In sommige gemeenten wordt wateroverlast gemakkelijker geaccepteerd dan in andere. Ik was laatst ergens in de Achterhoek, waar men zei: we pompen het water wel weg als het zo ver is. In andere gemeenten is de kans op schade en maatschappelijke ontwrichting veel groter. Een verkeerstunnel bij een ziekenhuis die onderloopt, bijvoorbeeld, dat wil je niet.”

Voor de hand ligt dat gemeenten meer rekening houden met bijvoorbeeld wateroverlast, door bijvoorbeeld straten zo in te richten dat ze veel water kunnen bergen en groen en waterpartijen aan te leggen. „En als je een plein bouwt, denk dan aan het planten van boomsoorten die in het klimaat van over vijftig jaar ook nog goed groeien”, zegt Goosen. Ook de gevolgen van langdurige droogte, zoals het risico op bosbranden, moeten gemeenten kennen. „Zorg voor voldoende bluswater. En plaats waarschuwingsborden.” Ook de inzet van burgers is hard nodig. Ze kunnen een regenton kopen, of tegels uit hun tuin of oprit halen zodat het water de grond in kan.

Vóór alles moeten gemeenten zich bewust zijn van hun natuurlijke omgeving. „Weten hoe de bodem is samengesteld. Raadpleeg geologen”, zegt Tanja Klip-Martin. Onderscheid maken tussen stad en platteland is hierbij volgens haar niet erg vruchtbaar. „Je kunt heel goed de problemen in de stad oplossen door maatregelen op het platteland te nemen.” Onderzoeker Goosen: „Een maatregel heeft over een groot gebied effect. Als je overtollig water bovenstrooms vasthoudt, zoals op het Veluwemassief, dan heb je er benedenstrooms minder last van.”

Groene daken

Gemeenten die zich niet bewust zijn van hun natuurlijke omgeving, maken fouten. Zo heeft het geen zin tegels uit alle tuinen te halen in een wijk met kleigrond onderaan een heuvel, vertelt onderzoeker Goosen, als je niet zorgt dat het water daar ook weer weg kan. „Dan krijg je heel veel water onderaan.” En groene daken die het regenwater vasthouden zijn „prima”, maar niet op de hoge zandgronden. „Die zandgronden zijn droog. Als er geen water meer in stroomt, ontstaat échte droogte.” En nog een tip: wie drempels in winkelstraten weghaalt, omdat dit zo comfortabel is, „moet wel bedenken dat water dan sneller de winkel in stroomt”.

De stresstest is bedoeld voor regionale overlast van water, hitte en droogte. „Alles waar duinen en grote dijken ons niet tegen beschermen”, legt Goosen uit. Het beleid tegen deze effecten van klimaatverandering kun je niet overlaten aan een nationale overheid. „Neem het riool; aanleg van een joekel zou te duur zijn. Riolen zijn tegen hevige buien nu eenmaal niet opgewassen. Een riool kan doorgaans hooguit twintig millimeter uit een plensbui verwerken. Als er veertig tot vijftig millimeter regen valt, dan blijft het water op straat staan, of het stroomt naar binnen. Dáár moet je iets tegen doen.”