‘Boven het toneel van Nationale Opera & Ballet hangt een hijsinstallatie die 80 ton aan techniek kan dragen: lampen, kabels, rails, projectoren, decorstukken, vliegende mensen. Bij 100 ton zou het dak naar beneden komen. De toneelvloer kan met liften 3 meter omhoog en omlaag schuiven. Vanuit de toneeltoren worden zo’n duizend schijnwerpers bediend.”
Frans Huneker is technisch directeur bij Nationale Opera & Ballet. Onder zijn leiding zorgen honderdzestig technici – mensen van de decorbouw, licht, geluid, beeld – dat een voorstelling er goed uitziet en zonder technische problemen verloopt.
Hij heeft geen theaterbloed, zegt hij. Dus toen Huneker werd gevraagd of hij als technisch directeur aan de slag wilde, moest hij daar even over nadenken. „Maar dat was precies wat ze zochten, zeiden ze: iemand met afstand tot het artistieke proces. En het vakmanschap dat ik in de bouw steeds minder tegenkwam, vond ik terug in de ateliers en bij de techniek hier. Of ik nu bij de schoenmaker of de coupeur naar binnenliep, iedereen was op zo’n mooie manier met zijn vak bezig. Dat gaf de doorslag.”
Een groot deel van de dag zit hij in overleg. Afspraken maken over wat ze die dag gaan doen, evalueren hoe de voorstelling is gegaan. „Ik begin iedere ochtend op het toneel: een rondje langs de velden. Hoe staat het met de planning? Heeft iedereen genoeg mankracht? Werkt de techniek?
„Meestal loopt alles prima, maar er zijn dagen dat ik een rood aangelopen toneelmeester tegen het lijf loop: ‘Er zijn mensen ziek en te weinig flexwerkers beschikbaar. Wat moet ik nu?’ Dan zorg ik ervoor dat zijn ploeg hulp krijgt. Een opera of ballet is een kunstwerk waar veel mensen aan werken, zangers en dansers, musici, figuranten, voorstellingsleiding, kleders, technici. In het talentenprogramma dat we hier hebben, zitten niet alleen artistieke talenten, maar ook jonge technici. Het is belangrijk dat we de kwaliteit behouden. We spelen in de Champions League van opera en ballet.”