Louis van Gaal eist van iedereen het al-ler-bes-te. Oranje werd er verrassend derde mee op het WK 2014, maar zijn maniakale werkwijze dreef spelers en staf tot het uiterste. ‘Oké, we winnen die beker, maar daarna sla ik ’m vol op die scheve neus.’

Een winnend team

Alles ging precies zoals Louis van Gaal voorspelde

Door Hugo Logtenberg. 31 mei 2018

Analyse. Louis van Gaal eist van iedereen het al-ler-bes-te. Oranje werd er verrassend derde mee op het WK 2014, maar zijn maniakale werkwijze dreef spelers en staf tot het uiterste. ‘Oké, we winnen die beker, maar daarna sla ik ’m vol op die scheve neus.’

Innovatie

Ik wil de beste zijn. En daar moet jij me bij helpen

Het is een mooie zomerdag in 2012 als Bert van Oostveen op zijn mobiele telefoon het nummer van Louis van Gaal intoetst. De KNVB-directeur is op zoek naar een opvolger van Bert van Marwijk, wiens vertrek als bondscoach na het voor Oranje dramatisch verlopen Europees Kampioenschap – alle drie de poulewedstrijden zijn verloren gegaan – onvermijdelijk was geworden.

De KNVB-top heeft zijn oog laten vallen op Van Gaal, de man die in 2000 al eens het Nederlands elftal onder zijn hoede nam, maar zich toen niet wist te kwalificeren voor het WK van 2002. „De grootste teleurstelling uit mijn carrière,” zei Van Gaal bij zijn live uitgezonden vertrek uit Zeist. In de tien tussenliggende jaren is de geboren Amsterdammer onder meer kampioen geworden met AZ en Bayern München.

„Dag Bert,” zegt Van Gaal op het moment dat hij zijn telefoon opneemt. „Ik had wel verwacht dat je zou bellen.”

Een paar dagen later volgt een gesprek bij Van Gaal thuis, in Noordwijk, met uitzicht op zee. De coach zit in een trainingsbroek en witte sokken op de bank, een paar loopkrukken liggen naast hem op de grond. De 60-jarige Van Gaal is net geopereerd aan zijn heup. Het gesprek verloopt soepel. Het wordt niet uitgesproken, maar aan het einde van de avond is het duidelijk: Louis van Gaal wordt de nieuwe bondscoach.

Op het moment dat de KNVB zijn benoeming wereldkundig maakt, is de kritiek niet van de lucht. De aanstelling van „de vaak polariserende” Van Gaal is volgens De Telegraaf „een grote gok”. Weekblad Voetbal International, net als de ochtendkrant een invloedrijk voetbalmedium, maakt een achtergrondverhaal over de nieuwe bondscoach. De conclusie van het acht pagina’s tellende artikel: „Bert van Oostveen is gewaarschuwd.” Met de eigenwijze Louis van Gaal wordt het twee jaar lang op eieren lopen, is de voorspelling.

Van Gaals relatie met beide media is beroerd. Niet lang daarvoor is hij frontaal in botsing gekomen met Johan Cruijff over het te voeren beleid bij ‘hun’ Ajax. Van Oostveen is zich bewust van de risico’s van het aantrekken van Van Gaal, maar zet die af tegen de professionele werkwijze van de coach. Van Gaal heeft volgens de KNVB de strakke hand waar de verouderde selectie zo dringend behoefte aan heeft en is in tegenstelling tot Van Marwijk innovatief, is de analyse van de KNVB.

Zelf heeft Van Gaal zijn les getrokken uit het echec van 2001, toen hij vertrouwde op een vaste kern van spelers met wie hij eerder grote successen had behaald bij onder meer Ajax. Niet langer heeft het bouwen van een basiselftal waarmee hij op het eindtoernooi succesvol kan zijn de prioriteit. Elke wedstrijd kan het team weer anders zijn; kwalificatie is een doel op zich geworden. „Mijn vertrouwen in spelers is gereduceerd tot één interland,” zegt Van Gaal in zijn eerste maanden tegen mensen die hem om een toelichting vragen.

In zijn hart zou hij niets liever willen dan een team smeden en dagelijks met spelers werken om ze te onderwijzen in het vak van profvoetballer. Als bondscoach heeft hij de internationals steeds maar een paar dagen bij zich voor ze weer uitwaaieren. Maar het wereldkampioenschap is nu eenmaal een aangelegenheid voor de allerbeste landenteams en dus „offert” hij zich twee jaar op – want zo ziet Van Gaal het. De kwalificatiereeks is een noodzakelijk en tijdrovend proces om op het podium te belanden waarvan hij al droomt sinds hij in 1986 aan de slag ging als assistent-trainer van AZ.

Bondscoach Louis van Gaal tijdens de training van het Nederlands elftal. Oranje bereidt zich voor op de vriendschappelijke wedstrijd tegen Colombia. Foto Koen van Weel/ANP
Bondscoach Louis van Gaal tijdens de training van het Nederlands elftal op het trainingscomplex van voetbalclub Flamengo ter voorbereiding van het WK voetbal. Foto Koen van Weel/ANP
Bondscoach Louis van Gaal tijdens de training van het Nederlands elftal op het trainingscomplex van voetbalclub Flamengo, daags na de 2-3 overwinning op Australie. Foto Koen van Weel/ANP
Bondscoach Louis van Gaal tijdens de training van het Nederlands elftal op het trainingscomplex van voetbalclub Flamengo, daags na de 2-3 overwinning op Australie. Foto Koen van Weel/ANP

Om zijn spelers mee te krijgen in zijn voetbalfilosofie zet Van Gaal nieuwe technologieën, inzichten en hulpmiddelen in. Eén daarvan is op maat gesneden videoanalyse. Bij AZ is hij in contact gekomen met Max Reckers. De oud-hockeyer van Oranje Zwart uit Eindhoven is zeer bedreven in het gebruik van wedstrijdbeelden en het daaraan koppelen van allerlei data, zoals de afgelegde afstanden van spelers en hun topsnelheid. Van Gaal ziet meteen mogelijkheden om de (vaak sterk visueel ingestelde) spelers nog beter te scholen. In Alkmaar heeft hij Reckers bij zich geroepen. „Ik weet hoe ik moet trainen en ik weet hoe ik moet coachen,” zegt Van Gaal tegen hem. „Maar ik wil ook de beste zijn voor de huidige generatie spelers. En daar moet jij me bij helpen.”

Spelers krijgen op hun telefoon of laptop de belangrijkste fragmenten van alle door hen gespeelde wedstrijden te zien, waaruit bijvoorbeeld blijkt dat de onderlinge afstand tot hun medespelers te groot is om nog rugdekking te kunnen verlenen. Afstanden die door Van Gaal nauwkeurig zijn berekend en waarop veel wordt getraind.

Sinds hun periode bij AZ is Reckers met Van Gaal meegegaan naar al zijn bestemmingen: Bayern München, het Nederlands elftal en Manchester United – zoals ook andere specialisten Van Gaal zijn gevolgd naar nieuwe werkgevers. Criticasters spreken van ‘het circus Van Gaal’. Zelf zweert de coach bij het eigenhandig samenstellen van zijn staf. Wat zijn assistenten met elkaar delen is dat ze een specialisme beheersen dat Van Gaal ontbeert, dat ze volledig toegewijd zijn aan hem en zijn voetbalvisie en, heel belangrijk voor de achterdochtige Van Gaal: dat ze loyaal aan hem zijn. Wie eenmaal zijn vertrouwen heeft, kan rekenen op zijn aandacht en bescherming tegen de buitenwacht.

Bondscoach Louis van Gaal in gesprek met de media tijdens de training van het Nederlands elftal in voorbereiding op het WK voetbal in Brazilie. Foto Koen van Weel/ANP

Voorbereiding

Henk heeft me beloofd het al-ler-bes-te trainingsveld aan te leggen

De wieken van de helikopter draaien nog als Louis van Gaal uitstapt op Gávea, het trainingscomplex van de Braziliaanse topclub Flamengo. De armoedige accommodatie ligt pal naast een vervallen torenflat en het gras is dramatisch slecht, voor zover er überhaupt groen is te ontwaren op de hobbelige zandvlakte. Het terrein ligt wel dicht bij het Caesar Parkhotel in Rio de Janeiro. Dat zal tijdens het WK dienen als uitvalsbasis, als het Nederlands elftal zich kwalificeert.

De voortekenen zijn in oktober 2012 goed. Oranje heeft de eerste vier kwalificatiewedstrijden gewonnen als Van Gaal met teammanager Hans Jorritsma verschillende hotels en trainingsaccommodaties in Rio bezoekt. De bondscoach ziet de potentie van Gávea, maar is bezorgd over de grasmat. Jorritsma, de oud-hockeycoach met wie Van Gaal nog op de sportacademie heeft gezeten in Amsterdam, weet hoeveel belang de bondscoach hecht aan een perfect veld. „Het uitsluiten van toeval,” noemt Van Gaal het. Een essentiële voorwaarde om te komen tot succes.

Bij terugkomst in Nederland belt Jorritsma direct Henk van Raan, sinds de oplevering van de Amsterdam Arena eindverantwoordelijk voor de grasmat in het Ajax-stadion. Van Raan en Van Gaal kennen elkaar goed sinds die periode, dus nu Jorritsma namens de bondscoach een beroep op hem doet, kan Van Raan geen nee zeggen. Louis van Gaal weiger je geen gunst, weet hij. Van Raan maakt een plan dat met militaire precisie zal moeten worden uitgevoerd op het moment dat kwalificatie een feit is.

Zodra hij op zijn kantoor in de Arena onbekenden over de grasmat in Rio ziet lopen, belt hij het ingevlogen Nederlandse personeel aldaar.

Bij een thuiswedstrijd van Ajax, eind 2012, eet Van Gaal met een gezelschap in het restaurant van de Arena. De bondscoach zit aan het hoofd van de tafel en roept Van Raan bij zich, die toevallig langsloopt. „Mensen, dit is Henk van Raan”, zegt Van Gaal tegen zijn disgenoten. Die zien een vriendelijk lachende man van middelbare leeftijd met een keurig geknipte snor. Van Gaal: „Henk heeft me beloofd in Brazilië het al-ler-bes-te trainingsveld aan te leggen.”

Van Raan is vereerd, maar voelt ook de druk. Het is een klassieke Van Gaal-truc: mensen in wie hij vertrouwen heeft met lof overladen. Zo groeit behalve iemands zelfvertrouwen ook diens verantwoordelijkheidsgevoel. Want niemand stelt Louis van Gaal graag teleur. Ook Henk van Raan niet. En dus vliegt hij, naast zijn drukke baan in Amsterdam, steeds vaker naar Brazilië om de voortgang te inspecteren. Dat is nodig, want het Zuid-Amerikaanse arbeidsethos blijkt niet dat van Henk van Raan te zijn. „Morgen komt alles in orde,” bezweren de Brazilianen hem meer dan eens. Van Raan is er niet gerust op en laat een camera installeren naast het veld. Het apparaat staat in permanente verbinding met zijn telefoon. Zodra hij op zijn kantoor in de Arena onbekenden over de grasmat in Rio ziet lopen, belt hij het ingevlogen Nederlandse personeel aldaar. „Jaag ze eraf!” Belofte maakt schuld, zeker bij Louis van Gaal. Wanneer het Nederlands elftal begin juni 2014 in Rio de Janeiro arriveert, is de grasmat als een groen tapijt.

Bondscoach Louis van Gaal tijdens de laatste training van het Nederlands elftal in voorbereiding op het WK voetbal in Brazilie. Foto Koen van Weel/ANP

Tactiek

We geloven in wat de trainer ons vertelt

Of Danny Blind even tijd heeft, vraagt Louis van Gaal. „Tuurlijk”, zegt de assistent, die geen idee heeft waarover Van Gaal het met hem wil hebben. Samen lopen ze door de gangen van het hoofdkantoor van de KNVB naar het kantoor van Van Gaal. Het is dinsdag 25 maart 2014. Over minder dan drie maanden begint het WK.

Blind pakt een stoel en gaat zitten. Van Gaal maakt met zwarte, ronde magneten op een whiteboard een opstelling: een keeper, drie centrale verdedigers, kort daarvoor een controlerende middenvelder, dan vier middenvelders – waarvan de buitenste twee de hele zijkant moeten bestrijken – en daarvoor twee spitsen. In Van Gaals terminologie: 1-3-1-4-2.
Tegen Blind: „Zo wil ik gaan spelen. Wat denk je ervan?”
Blind: „Daar moet ik even over nadenken.”
Van Gaal: „Dat is goed.”
Na een halve minuut zegt Blind: „Je hebt gelijk.”
Van Gaal: „Mooi. Dan ga jij de beelden erbij zoeken van teams die zo spelen.”

Danny Blind begrijpt direct wat Van Gaal bedoelt. De geboren Zeeuw staat bekend om zijn duizelingwekkende feitenkennis van het spel. Zo herinnert hij zich meteen dat Italië tijdens de poulefase van het EK in 2012 het machtige Spanje op 1-1 heeft gehouden met een soortgelijke opstelling. „Precies”, zegt Van Gaal. Blind: „Maar in de finale van dat EK speelde Italië met een ander systeem en gingen ze er met 4-0 af tegen Spanje.” Van Gaal knikt.

Bondscoach Louis van Gaal en Robin van Persie tijdens de training van het Nederlands elftal op het trainingscomplex van voetbalclub Flamengo. Oranje herstelt een dag na de 2-0 overwinning tegen Chili. Foto Koen van Weel/ANP
Een onderonsje tussen bondscoach Louis van Gaal en Arjen Robben tijdens de training van het Nederlands elftal op het trainingscomplex van voetbalclub Flamengo. Oranje herstelt een dag na de 2-0 overwinning tegen Chili. Foto Koen van Weel/ANP
Bondscoach Louis van Gaal en Memphis Depay tijdens de training van het Nederlands elftal op het trainingscomplex van voetbalclub Flamengo. Oranje herstelt een dag na de 2-0 overwinning tegen Chili. Foto Koen van Weel/ANP
Bondscoach Louis van Gaal en Dirk Kuyt tijdens de training van het Nederlands elftal op het trainingscomplex van voetbalclub Flamengo. Oranje bereidt zich voor op de achtste finale van de WK voetbal tegen Mexico. Foto Koen van Weel/ANP

De ingrijpende wijziging van het spelsysteem, zo kort voor het WK, typeert Van Gaal. Hij heeft zijn spelers, de onder zijn leiding gespeelde interlands, de weersomstandigheden in Brazilië en de tegenstanders in de poulefase uitvoerig bestudeerd. Vasthouden aan de klassieke Nederlandse spelopvatting van aanvallend voetbal met liefst drie aanvallers (4-3-3) zou zelfmoord betekenen, is zijn conclusie. Het ontbreekt het Nederlands elftal simpelweg aan kwaliteit om dominant, aanvallend voetbal te spelen. Zijn selectie bestaat uit jonkies met alleen ervaring in de eredivisie, aangevuld met spelers van onbeduidende clubs als Norwich City en Augsburg. Oranje heeft maar twee spelers uit de Europese top: Arjen Robben (Bayern München) en Robin van Persie (Manchester United).

De wijziging van het spelsysteem is geen futiliteit, beseft Blind. De internationals zijn allemaal opgeleid in het spelen van aanvallend voetbal met twee buitenspelers, Van Gaal is er zelf al decennia een groot aanhanger van en de dominante voetbalmedia zullen zeer kritisch zijn op de toch al weinig populaire bondscoach. Dat deert Van Gaal niet. Hij zal de groep tot een eenheid smeden die in dienst speelt van Robben en Van Persie.

Exact twee minuten later torent Fer hoog boven de Chileense defensie uit en kopt Oranje op voorsprong, precies zoals Van Gaal heeft voorspeld.

Er volgt inderdaad harde kritiek van De Telegraaf, het weekblad Voetbal International en het gelijknamige tv-programma met Johan Derksen als duidelijk wordt dat het Nederlands elftal achterin een muur gaat optrekken. „Ongelofelijk, maar waar,” schrijft Valentijn Driessen in De Telegraaf. Volgens de chef voetbal getuigt de plotselinge systeemwissel „van paniekvoetbal en opportunisme”. Driessen: „Het is bijzonder merkwaardig dat een ervaren coach als Van Gaal op zo’n belangrijk moment zo met vuur speelt bij Oranje, het vlaggenschip van het totale Nederlandse voetbal.”

Ook stafleden en spelers als Wesley Sneijder moeten wennen aan het idee, gewend als ze zijn aan veelvuldig balbezit en het domineren van de tegenstander. Van Gaal doceert en boetseert zijn team vanaf de eerste dag van de voorbereiding op het WK. Hij zit er bovenop. „We trekken allemaal aan hetzelfde touwtje! Con-cen-tratie!” Een 5-1 overwinning op Spanje doet de rest. Na een achterstand weet het Nederlands elftal Robben en Van Persie met uitvallen in stelling te brengen, precies zoals Van Gaal heeft gedoceerd. De eclatante zege is voor de spelers hét bewijs van de kracht van het nieuwe systeem, dat ze veel houvast biedt.

Van Gaal bereidt zijn spelers minutieus voor op wat ze kunnen verwachten van hun tegenstander. In zijn hoofd is de volgende wedstrijd al meerdere keren gespeeld. ‘Imagineren’, noemt Van Gaal het. Zo benadrukt hij in de voorbereiding van de derde poulewedstrijd tegen Chili dat ze de kleine Zuid-Amerikanen kapot gaan spelen in het laatste deel van de wedstrijd als iedereen zich aan zijn taak houdt. Dan zal er ruimte ontstaan om toe slaan. „Begrijp je dat?!”, schreeuwt Van Gaal op de laatste training tegen reservespeler Leroy Fer. De middenvelder knikt braaf. De volgende dag brengt Van Gaal hem in de slotfase van het duel in bij een 0-0 stand. Exact twee minuten later torent Fer hoog boven de Chileense defensie uit en kopt Oranje op voorsprong, precies zoals Van Gaal heeft voorspeld. Voor de uitzinnige Fer het definitieve bewijs dat de bondscoach helderziend is.

Exemplarisch is de rol van Dirk Kuyt in de groep. „Dirk, ik heb geen positie voor je in het team, maar wel een plek in de selectie”, heeft Van Gaal de spits voor vertrek naar Brazilië verteld in een persoonlijk gesprek. Zoals vaker in zijn carrière vecht Kuyt zich alsnog in het team, dit keer als linksback. Het is een probeersel van Van Gaal tijdens de training, dat in de wedstrijd tegen de Chilenen resulteert in een basisplaats. Kuyt na afloop: „We geloven in wat de trainer ons vertelt en wij geloven in dit systeem. Hij heeft een strijdplan en dat komt iedere keer uit. Het klopt allemaal.” Johan Derksen: „De bondscoach had vandaag echt een toegevoegde waarde. Het is, ik kan het haast niet uit mijn strot krijgen, een beetje de overwinning van Van Gaal.”

Bondscoach Louis van Gaal tijdens de laatste training van het Nederlands elftal in Nederland voor vertrek naar het WK in Brazilie. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Groepsgeest

We hebben misschien niet de beste spelers, maar we zijn wel het beste team!

Rio Ferdinand weet niet wat hij ziet. De voormalig Engels international zit in een hotelbar in Rio als de bijna complete selectie van Oranje de bar binnenloopt. Ferdinand, ploeggenoot van Robin van Persie bij Manchester United en tijdens het WK werkzaam voor de BBC, loopt naar Wesley Sneijder.
„Weet de bondscoach dat jullie hier zijn?” vraagt hij. Sneijder knikt.
Ferdinand: „En dat vindt hij goed?!”
Sneijder lachend: „Ja hoor, als we maar om uiterlijk elf uur terug zijn in het hotel!”

Voor Ferdinand is het onvoorstelbaar. Bij de Engelse ploeg zou een soortgelijk uitstapje zijn uitgelopen op een drinkgelag. Niet bij Oranje. Van Gaal gunt de internationals veel vrijheid tijdens het WK. Een privilege waar ze geen misbruik van moeten maken, weten de spelers. Ordnung muss sein. En erg vergevingsgezind is Van Gaal niet.

Toch is hij minder star in zijn opvattingen dan in zijn eerste periode als bondscoach, valt stafleden op die al lang met hem werken. Zo willen de spelers in Brazilië muziek draaien in de kleedkamer bij trainingen. Van Gaal vindt het niets, wil dat de internationals zich inleven in wat komen gaat. Maar hij laat zich overtuigen: tot een kwartier voor aanvang mogen ze muziek draaien. Dan moet het apparaat uit. Hét moment voor Wesley Sneijder om nog één nummer op te zetten. Bij voorkeur André Hazes met Ik leef mijn eigen leven.

Sneijder is de gangmaker van de groep, smeert de brillenglazen van kok Johan Klein Gebbink in met een banaan als de man in het vliegtuig in slaap is gevallen. Hilariteit alom als Klein Gebbink een paar uur later wakker wordt en denkt ernstig troebele ogen te hebben overgehouden aan zijn dutje.

Bondscoach Louis van Gaal en keeper Jasper Cillessen na de wissel tijdens Nederland-Costa Rica. Foto Koen van Weel/ANP
Tim Krul en bondscoach Louis van Gaal na de gewonnen penalty serie tijdens Nederland-Costa Rica. Foto Koen van Weel/ANP

Van Gaal roept het al weken: „We worden wereldkampioen!” Aanvankelijk vonden de spelers het wel grappig, maar door vier overwinningen op rij ontstaat in de groep het geloof dat het echt kan. De sfeer is opperbest. Van Gaal: „We hebben misschien niet de beste spelers, maar we zijn wel het beste team!” Exemplarisch is de terugvlucht naar het basiskamp in Rio de Janeiro na de vijfde overwinning tegen Costa Rica in de kwartfinale. Van Gaal heeft, net voor de beslissende penaltyserie, een keeperswissel toegepast. Het is nooit eerder vertoond op een WK. En het werkt. Reservedoelman Tim Krul pakt twee strafschoppen. In het vliegtuig wordt op de Bang & Olufsen-muziekinstallatie van Dirk Kuyt, zoals na iedere overwinning, hard de hit Happy van Pharrell Williams gedraaid. Louis van Gaal krijgt kippenvel als hij achteromkijkt en iedereen ziet meezingen.

Lang laat hij de euforie niet duren. De volgende ochtend bij het ontbijt ontbreekt Edward Metgod. De scout heeft een ernstige vorm van acute diarree. Van Gaal grijpt het aan om de boel weer op scherp te zetten. Staand achter de lege stoel, zegt hij: „Deze lul is zo slim geweest om toch ijs te eten hier in Brazilië, ondanks alle waarschuwingen om dat niet te doen.” Hij tikt met zijn rechterwijsvinger tegen zijn slaap. „De slimmerik.” Andere stafleden die de avond ervoor hetzelfde hebben gedaan, kijken elkaar aan maar houden zich angstvallig stil. Bij Van Gaal kan de sfeer ieder moment omslaan.

Bondscoach Louis van Gaal met zijn assistenten Danny Blind en Patrick Kluivert tijdens de vriendschappelijke oefeninterland Nederland tegen Ghana ter voorbereiding op het WK voetbal in Brazilie. Foto Koen van Weel/ANP

Mentaliteit

Wel zwaaien naar de mensen, hè? Ze staan er voor jullie!

Robin van Persie zit niet lekker in zijn vel. De spits is niet topfit en heeft na de goede openingswedstrijd tegen Spanje, waarin hij twee keer scoorde, zijn niveau niet vast weten te houden. Hij krijgt in de pers veel kritiek en heeft last van pijntjes. Voorafgaand aan de halve finale tegen Argentinië wil hij graag een training overslaan, zegt de aanvoerder tegen de medische staf.

Aan de vooravond van het duel komen de spelers in het Pullman Ibirapuera Hotel in São Paulo bijeen voor de teambespreking. Van Persie kijkt naar de opstelling die de bondscoach heeft opgehangen. De aanvoerder ziet tot zijn schrik zijn eigen naam er niet tussen staan.

„Wat flik je me nou?” zegt Van Persie tegen Van Gaal. „Ik ben fit!”
Van Gaal: „O! Ben jij fit?! Dan laat je me dat zo eerst maar eens zien op de training!”

Wie is er in staat om de meeste pijn te lijden? Daar komt het nu op aan

De spelers zijn inmiddels ruim acht weken met elkaar op pad. Het grote aantal wedstrijden, het tropische klimaat en de druk die Van Gaal ze oplegt, vragen het uiterste van de internationals. De bondscoach waakt voor verslapping. Hij eist maximale toewijding. Het overslaan van een training bij een beetje pijn past daar niet bij. De spelers en stafleden zijn onder de indruk van hem. Technisch en tactisch is hij voor de meeste spelers de beste trainer die ze ooit hebben gehad. Bovendien heeft Van Gaal het vermogen de internationals iets te laten presteren wat voor onmogelijk werd gehouden, zien de stafleden. Want dat de wereldcup binnen handbereik is, lijdt geen twijfel meer. Het ontzag voor zijn vakmanschap is groot. Met zijn karakter heeft een deel van de groep meer moeite – vooral door zijn soms onvoorspelbare reactie wanneer iemand tegenwicht biedt. Vrijwel iedereen kent Van Gaals repliek „O, vind jij dat?!” uit eigen ervaring.

Bondscoach Louis van Gaal tijdens de training van het Nederlands elftal ter voorbereiding op het WK voetbal in Brazilie. Foto Koen van Weel/ANP
Bondscoach Louis van Gaal en Arjen Robben tijdens de training van het Nederlands elftal op het trainingscomplex van voetbalclub Flamengo, ter voorbereiding op het WK voetbal. Foto Koen van Weel/ANP
Bondscoach Louis van Gaal (M) doet of hij een foto maakt tijdens de training van het Nederlands elftal in stadion de Kuip ter voorbereiding op het WK voetbal in Brazilie. Foto Koen van Weel/ANP
Wesley Sneijder tijdens de laatste training van het Nederlands elftal in Nederland voor vertrek naar het WK in Brazilie. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Wesley Sneijder heeft een haat-liefdeverhouding met de bondscoach, zeker nadat Van Gaal hem in juni 2013 de aanvoerdersband heeft ontnomen vanwege een avondje stappen in Amsterdam tussen twee interlands. Alle regels, de dikdoenerij, de stemverheffingen: Sneijder is er na al die weken wel klaar mee, al ziet de middenvelder Van Gaals kwaliteiten. Perschef Kees Jansma en Dirk Kuyt praten vaak op Sneijder in. Tegen de laatste heeft Sneijder in de kwalificatiereeks al eens gezegd, na wéér een praatsessie over het opvliegende karakter van de bondscoach: „Oké, oké. We gaan naar dat kut-wk, winnen de titel, maar dan sla ik ’m vol op die scheve neus.” Een uitspraak waar Kuyt de kleine middenvelder voor de halve finale tegen Argentinië lachend aan herinnert.

De ultieme beproeving wacht als die wedstrijd na strafschoppen verloren gaat en Oranje zich op moet maken voor de troostfinale tegen het gastland. „Die wedstrijd kan me gestolen worden,” zegt Arjen Robben direct na de deceptie tegen Argentinië. Van Gaal weet: nu spant het er om. Krijgt hij de groep nog één keer mee?

De kunst om je beter te prepareren dan je tegenstander is voor hem een vanzelfsprekendheid. Sterker: het is voor hem de essentie van topsport. „In het mentale deel zit nu de winst,” zegt hij in de dagen voor het treffen met Brazilië tegen zijn stafleden. „Wie is er in staat om de meeste pijn te lijden? Daar komt het nu op aan.”

Van Gaal nodigt de internationals die tegen Argentinië hebben gespeeld één voor één uit op zijn kamer. Zijn vraag: „Ben je mentaal sterk genoeg om je op te laden voor de wedstrijd tegen Brazilië?” Geen speler zegt nee. In een groepsgesprek komt Van Gaal erop terug: „Is er iemand die niet wil spelen tegen de Brazilianen? Dat moet hij nu zijn hand opsteken.” De bondscoach kijkt de zaal rond. Het is een retorische vraag, weet ook Van Gaal. Niemand zal het in zijn hoofd halen zijn vinger op te steken. „Mooi, dan is het nu afgelopen met de pijntjes en het gezeur.”

Door een 3-0 overwinning verovert het bij aanvang van het toernooi kansloos geachte Nederlands elftal het brons. De ploeg vliegt vanuit Brasília via Kaapverdië terug naar Nederland. Na een reis van ruim zestien uur landt Oranje op de luchthaven van Rotterdam, waar duizenden fans de ploeg opwachten. Met de spelersbus rijdt de groep naar Huis ter Duin, waar familie en vrienden klaarstaan. Van Gaal neemt zijn vaste plek in, helemaal voorin. Achter hem zitten de spelers en zijn stafleden, totaal vermoeid. De een dommelt in slaap, de ander pakt zijn telefoon om naar muziek te luisteren. Op het moment dat de deuren van de bus dichtgaan en de chauffeur wegrijdt, draait Van Gaal zich om. „Wel zwaaien naar de mensen, hè? Ze staan er voor jullie!” Achter in de bus kijken een paar spelers elkaar aan. „Nog een uurtje, jongens, dan zijn we van hem af.”

Bondscoach Louis van Gaal en Wesley Sneijder op de trap van het vliegtuig dat het Nederlands elftal naar Rio de Janeiro zal vliegen voor het WK voetbal in Brazilië. Honderden uitgelaten supporters kwamen naar Schiphol om Oranje uit te zwaaien. Foto Jeroen Jumelet/ANP

Hoe dit stuk tot stand kwam

Dat heb ik je al eens uitgelegd!

Louis van Gaal schuift zijn stoel achteruit, staat op en begint te zingen. Het is, ook op het terras van de golfclub van het Portugese Vale do Lobo, een niet alledaagse gebeurtenis. Hoewel de voormalig bondscoach er kind aan huis is – zijn zelf ontworpen villa (“Ik wist precies wat ik wilde: een symmetrisch huis met de deur in het midden”) ligt om de hoek – trekt zijn actie op een woensdagmiddag in oktober 2017 de aandacht van de lunchende golfers aan de tafels om ons heen. “Second time, second time!”, zingt Van Gaal.

Mijn vraag aan hem was waar hij zijn dagen mee vult, sinds hij met pensioen is. Hij is hartstikke druk, zegt hij. Van Gaal vertelt dat hij kort daarvoor nog analist is geweest bij de wedstrijd Liverpool – Manchester United. “Toen ze me zagen, begon dat hele vak met Manchesterfans te zingen: ‘Second time, second time!’ – als uitnodiging om terug te keren bij hun club.” Van Gaal, terwijl hij weer gaat zitten: “Dat vind ik geweldig. Daar word ik emotioneel van.” Hij nipt aan zijn dubbele espresso macchiato en zegt: “Ik krijg volop waardering, zeker na het WK in 2014.”

Precies die prestatie – Oranje werd derde – fascineert me dan al bijna vier jaar. Voor een groot stuk in NRC wil ik van binnenuit achterhalen hoe hij dat heeft geflikt, door te gaan praten met leden van zijn technische staf van destijds, spelers en andere betrokkenen. Van Gaal, terwijl hij met zijn zilveren zegelring op tafel tikt: “En niet met mij?!” Een typisch Van Gaal-moment: even kijken of de opponent blijft staan bij tegenwind. Dat ik mijn verzamelde informatie in een aantal gesprekken bij hem wil toetsen, stelt hem gerust. Tot mijn verbazing zegt hij zelfs: “Dat is een goed idee!”

Louis van Gaal is een man van zijn woord. Niets heeft hij me sindsdien in de weg gelegd om het verhaal en uiteindelijk het boek te kunnen maken dat ik voor ogen had, al schuurde het soms tijdens onze gesprekken. “Dat heb ik je al eens uitgelegd!,” klonk het als ik nog eens vroeg naar het waarom van zijn tactische varianten of de (vermeende) rol van de media. Of: “Ik weet helemaal niet wat je aan het doen bent en ik heb er geen controle over,” zei hij voor aanvang van een van onze gesprekken, met een gezicht dat het midden hield tussen een waarschuwing en een verwijt.

Een half jaar later gaf ik hem in zijn woonplaats Noordwijk volgens afspraak het manuscript, ter controle van feitelijke onjuistheden. Drie dagen later ging mijn telefoon. De korte versie van het gesprek: het was akkoord. Er hoefde geen punt of komma te worden verzet. Van Gaal: “Wanneer is de uitreiking? Truus en ik zullen er zijn.”

De bronzen medaille die Oranje won en het horloge met inscriptie dat Louis van Gaal na afloop van het toernooi kreeg van Wesley Sneijder.

Tekst
Hugo Logtenberg.
Beeldredactie
Miriam Vieveen.
Foto’s
Jeroen Jumelet, Robin van Lonkhuijsen en Koen van Weel voor ANP en Hugo Logtenberg.
Video
Reuters, bewerking Midas van Son.
Vorm
Koen Smeets.