Kent u de Proust questionnaire? Het is een vragenlijst die je ware aard zou onthullen. De Franse schrijver Marcel Proust gaf er ooit openhartig antwoord op toen hij 13 jaar was en toen hij 20 jaar was. De vragenlijst werd daarom naar hem vernoemd. Ik heb de vragenlijst zelf ook twee keer in mijn leven ingevuld, één keer toen ik 34 jaar was en één keer toen ik 46 was. Beide keren werden mijn antwoorden gepubliceerd in HP/De Tijd.
Twee ogenschijnlijk gemakkelijke vragen van de lijst zijn de volgende:
1.Welke eigenschap waardeert u in de man?
2.Welke eigenschap waardeert u in de vrouw?
Toen ik 34 was, en geen relatie of kind had, waardeerde ik de zogenaamde vrouwelijke eigenschappen in de man: zorgzaam, lief, attent, sensitief. En in vrouwen waardeerde ik dat wat als mannelijk te boek staat: kracht, lef, humor. Maar twaalf jaar later waren mijn antwoorden anders. In vrouwen waardeerde ik hun vermogen om te zorgen, en verbinding te maken. In mannen waardeerde ik „de bereidheid om zijn kracht in te zetten om anderen te helpen. Variërend van een galant gebaar, zoals een jas om iemand heen slaan die het koud heeft, tot een duwtje in de rug op de fiets, tot een brandend huis in gaan om iemand te redden.” Ik waardeerde het klassiek, of zo uw wilt, stereotiep mannelijke in de man.
Ik brak er een tijdje mijn hoofd over. Er rustte voor mij toen ik 34 was een taboe op het waarderen van het mannelijke in de man. Een man kon van mij – als feminist – vooral bonuspunten verdienen als hij zijn vrouwelijkheid goed had ontwikkeld. Maar daarmee zei ik ook dat een man op zijn leukst was als hij zoveel mogelijk op een vrouw leek. En dat de beste vrouw zo mannelijk mogelijk uit moest vallen.
Mijn dochter van acht heeft zich onlangs ook over een variant van deze twee vragen uit de Proust Questionnaire gebogen. In het kader van de schoollessen over lentekriebels (lessen over seksualiteit) moest zij haar ideale man en vrouw omschrijven in de vorm van tops en flops. Haar ideale man kookt, is lief en stoer. Haar ideale vrouw draagt leuke kleding, is sportief en rookt niet.
Dat deze oefening onderdeel uitmaakt van de lessen lentekriebels is veelzeggend. Als ze het over seksualiteit hebben, horen ideeën over mannen en vrouwen en hun gedrag – wie maakt de grappen, wie neemt er initiatief, wie trekt er iets leuks aan – daar kennelijk bij. Sterker nog, ze vormen de basis van de normen, waarden en verwachtingen over seksualiteit. Kijkend naar mijn dochter zie ik dat het hier allemaal ergens begint, al die ideeën die mee spelen als we het gaan hebben over #MeToo.
Ontslag
Laat ik beginnen met een concreet voorbeeld van #MeToo, om daarna te inventariseren wat er veranderd zou moeten worden. Zes jaar geleden nam ik ontslag op de Vrije Universiteit. Intimidatie door een hoogleraar – op dat moment mijn leidinggevende – vormde de druppel die mijn beslissing vergemakkelijkte. Ik deed er direct na mijn ontslag melding van bij de decaan en bij personeelszaken, temeer omdat meerdere collega’s (een vijftal vrouwen, een studente en één man) lastig werden gevallen door dezelfde hoogleraar.
Ten tijde van #MeToo – ik had vernomen dat de situatie onveranderd was – klom ik in de pen en schreef op persoonlijke titel een stuk op de opiniewebsite joop.nl. Kern van het stuk betrof de rol van de bestuurders, mensen in machtsposities, die niet op tijd ingrijpen terwijl ze weten van misstanden. En ik wees op de rol van vertrouwenspersonen, hun zichtbaarheid en aanwezigheid in organisaties.
Mijn stuk trok weliswaar veel aandacht in de media, maar pas toen ik de zaak op het allerhoogste niveau neerlegde, bij het College van Bestuur en de Raad van Toezicht, sorteerde het effect: het onderzoek werd in gang gezet, de persoon in kwestie per direct op non-actief gesteld. Voor mijzelf was het een leerzame ervaring: de pers is weliswaar een machtig middel om aandacht te trekken, de klok te luiden, en de druk op te voeren omdat hier reputaties gemaakt en gebroken kunnen worden, maar het is onvoldoende om echte veranderingen te bewerkstelligen – die besluiten vallen bij machtigere machthebbers, zoals besturen, of rechtbanken. Ik ontdekte ook dat het niet gaat om één machtige persoon die het kwaad vertegenwoordigt en dat als die maar weg gaat, alles dan koek en ei is.
Onderzoek macht
Als #MeToo over macht gaat, dan moeten we macht en machtswerking dus nader onderzoeken. Binnen de psychologie wordt macht gezien als de mogelijkheid van de één om invloed uit te oefenen op de ander, op zijn positie, zijn bronnen, zijn gemoedstoestand. Dat gebeurt door middelen te onthouden of te geven (zoals geld, eten, kennis, liefde) of door straffen uit te kunnen delen (fysiek dan wel financieel) of sociale uitsluiting.
Macht is dus niet iets wat iemand heeft, maar het is het effect dat je kunt hebben op het leven van anderen. Iedereen heeft dus macht, dat is niet alleen voorbehouden aan de machtshongerige mannen in pak of aan instituties. Peuters ontdekken hun macht als zij gestrekt in de supermarkt gaan liggen en weigeren op te staan zolang ze geen snoep krijgen. Mens zijn betekent per definitie dat je je in allerlei machtsrelaties begeeft.
Machteloosheid corrumpeert evenzeer als macht. Een intrigerend voorbeeld van de corrumperende werking van macht komt van voormalig fotomodel Sander Kok. In zijn opiniestuk ‘Probeer de onschuld van Weinstein te zien’ (NRC, 20/10/2017) geeft hij het voorbeeld van een zeer populaire vrouw met vele fans. Zij beveelt haar fans – veelal jonge meisjes – die haar handtekening willen om sigaretten voor haar kopen. Ze komen bezweet aangerend. De populaire vrouw in kwestie vindt het tamelijk vanzelfsprekend wat ze doet, ze wordt ook niet gecorrigeerd, maar ook de fans zelf vinden zich in het slavengedrag.
We lijken af te gaan op een samenleving waarin de verschillen alleen maar groter worden, zoals Thomas Piketty in zijn baanbrekende boek Kapitaal in de 21ste eeuw heeft laten zien. Als de machtsongelijkheid toeneemt in plaats van afneemt, en er geen gezondere definities van macht zijn, dan kunnen we, vrees ik, in de toekomst niet minder maar meer #MeToo verwachten. Bij een gezondere machtsdefinitie hoort het tegengaan van corrumperend gedrag.
Jezelf leren beheersen, of het nu gaat om eten, seks, geld, macht – dat vergt nogal wat oefening
Kijkend naar mijn dochter, en haar lessen in lentekriebels, realiseer ik me dat ze hier de basis van haar toekomstige kijk op man-vrouw verhoudingen aan het ontdekken is. Wat is er voor nodig om haar te laten opgroeien in een maatschappij waarin #MeToo klinkt als iets uit een ver verleden?
Ten eerste: we willen graag verder, maar eigenlijk zijn we nog maar net begonnen. We moeten vooralsnog ook #MeToo ervaringen blijven delen. Er zijn nog veel verhalen te vertellen over machtsmisbruik. We hebben nog lang niet alle verhalen gehoord, zoals ook onthullingen over hulporganisaties uitwezen.
Ten tweede: als we niet werk maken van een gelijkere machtsverdeling tussen mannen en vrouwen, blijven we midden in #MeToo steken. Om tot die gelijkere machtsverdeling te komen is veel nodig: van mannen die hun privileges afstaan tot vrouwen die ze opeisen; van diversiteitsbeleid tot alternatieve beeldvorming in televisieprogramma’s, reclames en films waarin gelijkwaardigheid vanzelfsprekend is en grensoverschrijdend gedrag niet langer beloond wordt.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/11/web_1111zat_opidef1.jpg)
Ten derde: we hebben een machtsconcept nodig waarin voortdurend geoefend wordt op waarden als integriteit, empathie en sociale intelligentie – zodat gecorrigeerd wordt op de corrumperende werking van macht. Dat vergt institutionele veranderingen bij bedrijven en organisaties waar vertrouwenspersonen als vanzelfsprekend zijn ingebed, en machtsmis bruik niet in de kraag rondom macht wordt gesmoord of zelfs in stand wordt gehouden.
Ten vierde: geld, seks, eten en macht zijn de grootste verleiders in onze samenleving. We geven kinderen daarom ook les in deze zaken op school, want jong bewust is oud verantwoordelijk. Over geld leren we ze in de ‘week van het geld’, over seks tijdens de ‘lessen in lentekriebels’ – en daarbij hoort eigenwaarde, je lichaam ontdekken, ja en nee zeggen – en over gezond eten worden kinderen bijgepraat in allerlei educatieve programma’s op school .
Maar hoe leer je kinderen over macht? In een consumptiemaatschappij worden we, en jonge kinderen zeker, voortdurend aangesproken op meer hebben en willen: meer geld, meer eten, meer likes, meer schoonheid, meer volgers. Waarom meer? Word je daar gelukkiger van? Help je er iemand anders mee? Hoe weersta je een verleiding? Welke wel en welke niet? Er zijn naast lessen geld, seks en gezond eten, ook lessen nodig in menselijke waarden die bevorderlijk kunnen uitpakken als het gaat om macht. Ik zou me kunnen voorstellen dat empathie en integriteit onderdeel zijn van lessen filosofie.
Ademen
Maar over waarden als integriteit en empathie of impulsbeheersing en macht kun je eindeloos lesgeven en filosoferen, daar word je niet per se een meer empathisch, meer integer en minder machtsbelust mens van. Zelf denk ik dat bijvoorbeeld empathie deels te vergroten is door in contact met anderen te treden, open te staan en nieuwsgierig te zijn, je proberen te verplaatsen in anderen, ook al zijn ze niet sympathiek. Dat is mooi gezegd, maar hoe krijg je die openheid voor elkaar? Empathie kun je ook lijfelijk trainen. Met je ademhaling, of door de handen op je hart te leggen, en de aandacht zo naar het hart te brengen, letterlijk. In de yoga-opleiding die ik heb gedaan, wordt vaak geoefend om de energie en drift die in de drie lagere chakra’s volop aanwezig zijn (seksorganen, buik, navel) en waar de opwinding (lust, woede) en ook het willen huist, te transformeren naar het hart, naar het wij. Van ik naar wij wordt dat genoemd. Er zijn oneindig veel hartopenende oefeningen binnen de yoga. En uiteindelijk moet je naar een zogenaamd hoger zelf, je ego overstijgen en voorbij jezelf denken en het juiste doen.
Dit appèl op een ‘higher self’ is niet zozeer religieus, en je hoeft het ook niet te overdrijven, te verheerlijken of jezelf weg te cijferen, maar voor mij persoonlijk is het een ongelooflijke ontdekking geweest dat dit soort zaken ook een kwestie is van lichamelijkheid en trainen van je bewustzijn.
Hoe wij omgaan met eten, seks, geld en macht, dat heeft met je lijf te maken, met je geest en de connectie daartussen. Ben je slaaf van je impulsen, ben je je bewust van je eigen gewoonten en ingesleten gedragspatronen als het gaat om macht? Jezelf leren beheersen of iets veranderen, of het nu gaat om eten, seks, geld, macht – dat vergt nogal wat oefening. Hoe word je je bewust van je behoeften, en hoe geef je je lijf de ruimte?
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data22466906-e04923.jpg)
Leer kinderen vroeg gedachten uit te wisselen over delen, empathie en omgangsvormen – in lijf, hart en hoofd zou ik zeggen. Waar zitten die lentekriebels eigenlijk, en wat doe ik met al die opwinding? Welke kriebels te volgen, waaraan toe te geven, waaraan ook niet? Maar ook door te erkennen en leren verdragen dat je niet meteen krijgt wat je wilt.
Tegen volwassen vrouwen zou ik willen zeggen: stap uit je dienende rol zonder het kind met het badwater weg te gooien en bijvoorbeeld een ‘vrouwelijke’ waarde als dienstbaarheid maar helemaal de deur uit te werken – want het is op zichzelf een mooie waarde waar de maatschappij meer van kan gebruiken, niet minder – mits die niet wordt ingezet om corrumptieve machtsstructuren in stand te houden.
Als je de vraag stelt: hoe verder na #MeToo, wees dan pro-actief over het alternatief. Wees de verandering die je graag in de wereld zou zien. Na de stap ‘ik ben slachtoffer’, #MeToo, sta dan als vrouw sterk voor de positieve invulling van machtsrelaties en seksualiteit.
Tegen vrouwen zou ik ook willen zeggen: behandel jezelf met respect, geef andere vrouwen respect, durf af en toe hardop te zeggen: ‘Ik ben vrouw.’ En maak dat gracieuze ‘ik ben vrouw’ (I am woman) niet afhankelijk van de mate waarin je wel of niet complimenten, cadeautjes of rekeningen betaald krijgt door mannen als bewijsproeve dat jij een seksueel aantrekkelijk wezen bent.
Op mannen zal dat twee effecten hebben. Ze raken in crisis en ze worden boos. Geef ze de ruimte om in die crisis te vertoeven, ga ze niet meteen helpen, goed praten of dienen. Als het om man en vrouw zijn gaat: herken en erken de polariteiten mannelijk en vrouwelijk in jezelf, die mix van eigenschappen van de Proust Questionnaire, wijs het één niet af, noch in jezelf, noch in de ander, maar wees je bewust van de consequenties van je verwachtingen. Neem de Proust Questionnaire, pak ‘m beet, iedere zeven jaar af, onderzoek wat er is veranderd in je antwoorden – en waarom.