‘Demonstraties zijn oefeningen voor de revolutie, dat zei de Britse auteur John Berger al”, vertelt Angela Davis de ochtend nadat ze een volle aula aan de VU heeft toegesproken. Het is laat geworden, en ze moet nog inpakken voordat ze bij Schiphol afgezet wordt, maar de 74-jarige Amerikaanse activiste, schrijver en hoogleraar bruist van de energie. Ze is een week in Nederland op uitnodiging van de School voor Nieuwe Dans Ontwikkeling, de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en het Nationaal Museum voor Wereldculturen – om lezingen te geven, maar ook om workshops bij te wonen rondom het thema Moving Together: Activism, Art and Education.
Omdat ze een strakke planning heeft, wil ze weten hoeveel vragen we hebben. Negen, antwoorden we lukraak. „Laten we de beleefde plichtplegingen overslaan en meteen ter zake komen”, zegt ze.
Angela Davis is een icoon van de strijd voor sociale rechtvaardigheid en economische, raciale en gendergelijkheid. Beroemd werd ze toen ze in 1970 op een ‘Most Wanted’-lijst van de FBI kwam en ook daadwerkelijk anderhalf jaar in voorarrest zat omdat ze medeplichtig zou zijn aan de ontvoering van en de moord op rechter Harold Haley. Het was duidelijk dat het hier om een politiek proces ging. Er kwam een wereldwijde solidariteitsactie op gang om haar vrij te krijgen en afbeeldingen van Davis met haar kenmerkende afro verschenen op talloze protestposters met de tekst ‘Free Angela Davis and all political prisoners’. Die toevoeging stond erop omdat Davis dat wilde.
Een jaar eerder had Ronald Reagan (toen nog gouverneur van Californië) geprobeerd haar aanstelling aan de Universiteit van California ongedaan te krijgen omdat ze lid was van de communistische partij. De rechter stak daar een stokje voor. In de jaren tachtig was ze twee keer kandidaat voor het vicepresidentschap toen de communist Gus Hall een gooi naar het presidentschap deed.
Na verschillende universiteiten is Davis weer terug bij de Universiteit van Californië Santa Cruz, waar ze emeritus bijzonder hoogleraar is in ‘De geschiedenis van maatschappelijke bewustwording’ en in ‘Feminist Studies’.
Sinds haar tijd in de gevangenis heeft ze zich constant ingezet voor de afschaffing van het gevangenissysteem. Want in het prison-industrial complex, zoals ze het noemt, komen alle uitwassen van het kapitalisme samen. Of het nu gaat om het ongelofelijk hoge percentage van de (zwarte) bevolking dat in de VS achter de tralies zit, of migrantendetentie in Europa.
Terwijl ze een espresso met honing bestelt, praten we over het belang van activisme dat haar hele leven heeft bepaald en nog steeds bepaalt. Ze is nog altijd bezig mensen bewust te maken van de structuren die gelijkheid in de weg staan, of het nu om racisme, kapitalisme of genderongelijkheid gaat. In Nederland is de discussie rondom Zwarte Piet volgens haar zo fel omdat in Nederland mensen nog steeds denken dat er daarbij sprake is van onschuld of een onschuldige houding, terwijl er geen onschuld is. Dat idee moet constant bevochten worden, blijkt uit alles wat ze zegt.
Wel vindt ze dat Nederland de laatste twintig jaar is veranderd. Het onbewust racisme is bespreekbaarder geworden. „De antiracismebeweging stond in 1997 toen ik hier voor het laatst was nog in de kinderschoenen en de feministische dimensie ervan was nog niet zo sterk ontwikkeld als nu. Nu sprak ik met veel jonge mensen, en je merkt dat de discussie over racisme veel meer leeft. Ik heb het idee dat het activisme is gegroeid.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/11/raster-featured.jpg)
Neemt onbewust racisme af als activisme toeneemt?
„In de Verenigde Staten is onbewust racisme nog steeds diep ingebed in de maatschappij. Mensen dachten dat er geen racisme meer was, niemand ziet zichzelf zo, maar het is belangrijk dat mensen ervan doordrongen blijven dat racisme overal sterk aanwezig is, in alle landen waar slavernij of kolonialisme deel uitmaken van de geschiedenis. Vooral in een land als Nederland, waar men er graag vanuit gaat dat er gelijkheid is, en dat er geen racisme is omdat Nederland zichzelf als tolerant land ziet. In Brazilië, een land met een totaal andere geschiedenis, had men lange tijd het zelfbeeld van een racial democracy, een maatschappij waar ras er niet toe deed. Daardoor leek het alsof er minder racisme in Brazilië was. Later is er veel kritiek op dat idee gekomen, net als in Nederland gebeurde. Dat zelfbeeld van tolerantie werd juist gebruikt om racisme onzichtbaar in stand te houden.”
Het is belangrijk dat mensen ervan doordrongen blijven dat racisme overal sterk aanwezig is
Is dankzij Trump onbewust racisme niet verdwenen? Het racisme is nu immers openlijk.
„Ja, dat is waar. Racisten voelen zich veilig om zich te laten zien, je zag dat bij de aanslag van neonazi’s op een demonstratie in Charlottesville. Trumps beleid en de angst die hij aanwakkert, zijn een voedingsbodem voor racisme, en ook voor vrouwenhaat.”
Heeft de anti-racismetheorie in de VS terminologie aangereikt voor de situatie in andere landen?
Na een korte zucht: „Mensen gaan ervan uit dat de VS dominant zijn in de strijd tegen racisme. Het probleem is echter dat veel oplossingen die zijn aangedragen samenhangen met assimilatie. Ik bedoel: dat je in een maatschappij wilt worden opgenomen zonder die compleet te hoeven veranderen, is een teken dat je deel wilt uitmaken van een bestaande structuur. Maar zolang die structuur racistisch blijft, is dat heel schadelijk voor zwarte mensen. Volgens mij is dat wat er in bijvoorbeeld Zuid-Afrika dreigt mis te gaan. De zwarte middenklasse maakt deel uit van de bestaande structuur, en veel arme zwarte mensen blijven zo achter. Er was hoop dat het in Brazilië anders zou zijn, maar die is met de komst van Michel Temer [een witte man] de grond in geboord.”
Racisten voelen zich veilig om zich te laten zien, je zag dat bij de aanslag van neonazi’s op een demonstratie in Charlottesville
U legt veel internationale verbanden wanneer het gaat om de strijd tegen ongelijkheid. In lezingen heeft u het vaak over de Palestijnen. Waarom zijn zij belangrijk voor u?
„Er zijn altijd plekken geweest die even het centrum van de strijd werden, waar alle energie terecht kwam. Zuid-Afrika bijvoorbeeld – als je daartegen demonstreerde, was je ook bezig te demonstreren tegen het racisme in de VS of in de hele wereld. Volgens mij is de Palestijnse strijd ook zo’n voorbeeld, die is nu emblematisch.
„Voor mij persoonlijk gaat die betrokkenheid bij Palestina heel ver terug – het is in Amerika moeilijk om kritiek te uiten op de staat Israël, wie dat doet wordt al snel als antisemiet gezien. Maar ik zat op Brandeis University, een universiteit met sterke Joodse wortels, en juist van mijn studiegenoten heb ik geleerd om solidair te zijn met de Palestijnen. Dat heeft me ook geleerd hoe belangrijk het is om onderscheid te maken tussen mensen en de staat.”
Is solidariteit grenzeloos, of moet je rekening houden met culturen, landen en verschillende maatschappijen? Kun je de kwestie van de Palestijnen gelijk stellen aan die van bijvoorbeeld de Rohingya in Myanmar of van de Afro-Amerikanen?
„Ik wil absoluut niet beweren dat de strijd overal hetzelfde is. Maar de strijd in Palestina laat zien hoe belangrijk het is om wereldwijd solidair te zijn met iedereen die vecht voor een bestaansrecht. En dat is dus inclusief de Rohingya.”
Maar er is toch verschil tussen onderdrukking wegens huidskleur of wegens geloof?
„Islamofobie is sterk verbonden met de war on terror. Daar zit zeker een politieke dimensie aan, en ook een militaire. Er is niet één analyse, maar het anti-vluchtelingenracisme is heel islamofoob. De migratie is het logische gevolg van kolonialisme en racisme.”
Islamofobie is sterk verbonden met de war on terror
In uw werk legt u vaak een verband tussen racisme en kapitalisme. Waarom?
„Omdat het idee dat het twee verschillende dingen zijn, die je apart kunt bestrijden, niet klopt. Alsof de zwarten de gelijkheidsstrijd moesten voeren, en de werkende klassen (wat dat ook moge betekenen, maar men denkt dan aan de witte arbeiders) verantwoordelijk waren voor de strijd tegen kapitalisme. Maar ‘raciaal kapitalisme’ – een term van Cedric Robinson – laat zien dat kapitalisme altijd een raciale dimensie heeft gehad. Sterker nog: slavernij ligt aan de oorsprong van kapitalisme.”
Wordt u nooit pessimistisch? Er lijkt weinig vooruitgang te zijn.
„Je moet niet toegeven aan wanhoop. Zelfs al zijn er zaken waar we al eeuwen aan werken, zoals het racistische geweld, waar we al mee bezig zijn sinds de kolonisatie en de slavernij, en daarna. Tot op zekere hoogte kun je zeggen dat er niks is veranderd, en dat is tot op zekere hoogte ook waar. Maar er is tegelijk ook veel veranderd. Er is iets veranderd aan het geweld, maar vooral: ons begrip ervan is veranderd.
„Zo lang ik activist ben geweest, hebben we met geweld te maken gehad, van het particuliere geweld zoals de moord op Emmett Till in de jaren vijftig [de 14-jarige jongen die in 1955 werd vermoord omdat hij naar een witte vrouw zou hebben gefloten, de daders werden vrijgesproken – red.] tot en met het politiegeweld. Lange tijd was het idee: je moet de dader vinden. Het individu. Die moest berecht worden en dat zou alles oplossen. Maar zelfs als dat lukte bleek er niks te veranderen. Je kunt elk individu berechten, elke politieagent die de fout ingaat, en nog steeds niets oplossen. Het besef dat het geweld institutioneel is, begint te groeien. Tegenwoordig kunnen we het hebben over het failliet van de politie als bron van veiligheid, en op zoek gaan naar andere manieren om veiligheid te waarborgen. Dat is een enorme verandering.”
Er is nog tijd voor één vraag. Davis moet haar spullen pakken en snel naar Schiphol gebracht worden. Terwijl we door onze papieren snuffelen, vraagt Davis: „Hebben jullie een vraag over feminisme?” Nee, dat nou net niet. Davis lacht hard, geen vraag over feminisme aan een zwarte feminist… en dat terwijl „het een bijzondere tijd is, waarbij vrouwen wereldwijd steeds meer invloed krijgen. Dat heeft lang geduurd, maar het lijkt nu zover. Vrouwen én mannen mogen blij zijn dat vrouwen het voortouw nemen bij zaken als Black Lives Matter, bij #MeToo. Dat is spannend en belangrijk. Het is een oud gezegde: als vrouwen hogerop komen, nemen ze de hele wereld met zich mee.”