De Nederlandse staat doet genoeg om aan de Europese normen voor de uitstof van fijnstof te voldoen en hoeft geen extra maatregelen te nemen. Dat besliste het gerechtshof in Den Haag dinsdag in hoger beroep, na een kort geding dat was aangespannen door onder meer Milieudefensie. De milieuactivisten wonnen de zaak begin september nog in eerste aanleg.
Milieudefensie en stichting Adem Rotterdam stapten in september naar de rechter omdat ze vonden dat de Nederlandse staat niet genoeg doet om de uitstoot van fijnstof aan banden te leggen. Volgens de twee organisaties moet er een veiligheidsmarge komen om de uitstoot van fijnstof verder in te perken bij maatregelen als de aanleg van snelwegen of het verhogen van de maximumsnelheid. Om via de rechter af te dwingen dat Nederland aan de Europese norm voldoet, werd een bodemprocedure gestart. Toen die te lang duurde, vroegen Milieuorganisatie en Stichting Adem in september om een kort geding.
De uitspraak van dinsdag wordt meegenomen in de bodemprocedure, die nog loopt. In een tussenvonnis in december werd de staat overigens in het gelijk gesteld ten opzichte van Milieudefensie. Wel stelde het hof dinsdag dat de Nederlandse staat verantwoordelijk blijft om de grenswaarden voor fijnstofuitstoot niet opnieuw laten overschrijden.
Risico voor volksgezondheid
Fijnstof komt met name vrij door verbrandingsmotoren en de uitstoot door industrie en veehouderij. In januari adviseerde de Gezondheidsraad de regering om meer te doen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Jaarlijks draagt de concentratie fijnstof in de lucht volgens de raad bij aan zeker twaalfduizend vroegtijdige sterfgevallen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/12/data23206853-eb5357.jpg)
Uit metingen van het Rijksinstituut voor Milieu en Gezondheid (RIVM) werd vorig jaar duidelijk dat ook de normen voor stikstofdioxide in binnensteden van Rotterdam en Amsterdam worden overschreden.