Om ouderen uit hun isolement te halen en met elkaar in contact te brengen, bedacht Suna Duijf in 2012 Het Danspaleis: een dansmiddag waar ouderen samen met vrijwilligers, familie of verzorgers kunnen swingen in hun zorgcentrum of buurthuis, op muziek uit de jaren veertig en vijftig. Want muziek verbindt mensen van alle leeftijden en uit alle culturen en biedt troost in een wereld die voor ouderen steeds kleiner wordt. Dat is het idee.
Onlangs is Het Danspaleis uitgebreid met twee nieuwe activiteiten: ‘Een Praatje en een Plaatje’, waarbij een vrijwilliger met een mobiele platenspeler bij een oudere thuis muziek draait. En met ‘De Muzieksalon’, waar een kleine groep senioren elkaar in een huiskamersetting ontmoet, naar muziek luistert en verhalen uitwisselt.
Herkenbare muziek is belangrijk, zo komt een gesprek makkelijker op gang
Als één van 250 vrijwilligers werkt Else Petersen nu zo’n anderhalf jaar voor Het Danspaleis en gaat geregeld langs bij Lenie uit het Oude Noorden. Lenie is in de tachtig en komt weinig buiten. „Door Een Praatje en een Plaatje kom ik nu elke week bij haar over de vloer”, legt ze uit. Muziek is een middel om het eerste contact te leggen, maar plaatjes draaien hoeft voor Lenie niet meer zo nodig. „Het gaat haar vooral om een persoonlijk gesprek, over de kinderen en wat ze allemaal heeft meegemaakt. Ze was vroeger heel actief en kaartte veel. Nu leert ze mij klaverjassen.”
Ook vrijwilliger Maarten Hol heeft een ‘vaste’ oudere waar hij wekelijks langs gaat met zijn platenkoffer. „Meneer Nugteren is blind en houdt van beatmuziek uit de jaren zestig. Elke week draai ik Dracula voor hem, van ZZ & De Maskers. Hij kent de hele tekst uit zijn hoofd, en ik inmiddels ook”, zegt Maarten. „Het is muziek uit zijn jeugd, het zit nog allemaal in zijn hoofd. Die herkenbaarheid is belangrijk om het gesprek op gang te krijgen.”
Vertrouwensband
Wekelijks een vreemde over de vloer is voor veel ouderen een drempel, waardoor eenzame mensen soms moeilijk te bereiken zijn. Ze melden zich vol enthousiasme aan, maar haken op het laatste moment toch af. De dansmiddagen en groepsgesprekken helpen een vertrouwensband tussen ouderen en vrijwilligers op te bouwen waaruit later persoonlijke bezoeken kunnen voortkomen.
Stijve heupen of een rolstoel zijn voor de ouderen geen belemmering om met de voetjes van de vloer te gaan. Petersen: „De dansmiddagen zijn altijd een vrolijke bedoening. Zodra mensen muziek horen die ze kennen komen ze in beweging, al is het maar met een tikkende voet. Dat kan op In the Mood zijn van Glenn Miller, maar ook bij Happy van Pharrell Williams.”
De ouderen daadwerkelijk aan het dansen proberen te krijgen, leidt in het begin nog tot wat weerstand. „Dan hebben ze opeens allemaal een stijve knie of stramme rug en durven ze niet. Maar als er één de dansvloer op gaat, staan na een kwartier alle rollators aan de kant”, zegt Petersen.
De organisatie van Het Danspaleis krijgt van de vrijwilligers dan ook steeds vaker het verzoek om dansles te krijgen, of om te leren bewegen met iemand in een rolstoel. Vrijwilliger Koos legt uit: „Ouderen hebben in hun jeugd allemaal leren stijldansen. Na de Tweede Wereldoorlog was het overal feest en werd er flink gedanst. Jongeren van nu kennen dat niet, dus moeten ze bijgespijkerd worden om mee te kunnen komen met de oudjes.”