Het industrieterrein in Utrecht-Overvecht stroomt vol met studenten. Rijen jonge vrouwen, sommigen in zwarte gewaden, anderen in spijkerbroek, lopen deze dinsdagavond in februari het partycentrum Luxury in. Bij binnenkomst gaan de Iphone-oortjes uit, pakken ze een flesje Spa Blauw en gaan achter een tafel zitten.
Honderden jongeren zijn hier op hun vrije avond naartoe gekomen voor een islamcursus van de populairste imam van Nederland, Aboe Ismail (43). De Marokkaanse Nederlander geeft leiding aan de As Soennah-moskee in Den Haag, maar preekt ook elders in het land, zoals hier in Utrecht. Op de grond liggen stekkerdozen waar de cursisten hun laptops inpluggen. Zodra de imam begint te praten, typen ze druk mee. Aboe Ismail bespreekt vandaag een tekst uit de Koran: over de straf die ongelovigen te wachten staat.
Allah heeft voor ongelovigen „een vuur gereed gemaakt”, verzekert de imam. Het enige wat zij in de hel te drinken zullen krijgen, is „kokende olie”. Het wordt er zó heet, roept Aboe Ismail, dat „hun gezichten beginnen te ontvellen”. Vervolgens „worden al hun ingewanden uiteengerukt. Ze spatten uiteen door de hitte”.
En weet je wat nog het ergste is, gaat hij verder. Als de ongelovigen al die pijn hebben doorstaan, dan is het nog niet voorbij, néé, dan wordt hun lichaam hersteld, en begint het hele proces opnieuw!
De organisatie van de cursus had vooraf gewaarschuwd: het maken van geluidsopnamen is verboden. Aboe Ismail vertelt liever in beslotenheid over de bestraffing van ongelovigen.
Onder leiding van Aboe Ismail wist de As Soennah-moskee in Den Haag de afgelopen jaren haar imago op te vijzelen. De moskee kwam in 2004 en 2005 in het nieuws met preken waarin toenmalig VVD-Kamerlid Hirsi Ali en columnist Theo van Gogh werden vervloekt. Na het ontslag in 2012 van imam Fawaz Jneid, die deze preken hield, werd een koerswijziging ingezet. Sindsdien draagt de moskee een verbindende boodschap uit. Op haar website staan teksten over ‘tolerantie’ en ‘barmhartigheid’ tegenover andersdenkenden.
Imam Aboe Ismail spreekt in interviews verzoenende woorden over niet-moslims en in debatten heeft hij het over vrede en saamhorigheid. In Trouw zei hij vorig jaar niet langer geassocieerd te willen worden met het salafisme, de fundamentalistische islam. Als ‘radicaliseringsdeskundige’ geeft hij les op scholen en reist hij door het land met een rabbijn, eveneens om de verbinding op te zoeken met „andersdenkenden”.
Volgens Jozias van Aartsen, tot vorig jaar burgemeester van Den Haag, is de As Soennah-moskee de afgelopen jaren „totaal veranderd”, zo zei hij eerder tegen de gemeenteraad. En onlangs herhaalde Van Aartsen, nu als waarnemend burgemeester in Amsterdam, dat As Soennah in zijn ogen „een positieve bijdrage levert aan de gemeenschap”.
Volgens de burgemeester blijkt uit de verandering van As Soennah dat de overheid deze moskee niet moet problematiseren, maar juist „de hand moet reiken”.
Dankzij de opstelling van Van Aartsen gold de As Soennah-moskee de afgelopen jaren als een samenwerkingspartner van de gemeente Den Haag. De moskee ontving sinds 2013 zo’n 50.000 euro subsidie van de gemeente, voor onder andere het bevorderen van de ‘leefbaarheid’, het organiseren van taallessen in de moskee en het assisteren van de politie tijdens de oudjaarsviering. Bij de aanhoudende rellen in de Schilderswijk in de zomer van 2015 werd ook een beroep gedaan op de moskee. Nadat vrijwilligers van As Soennah de straat op waren gegaan om jongeren naar huis te sturen, waren de rellen gauw voorbij.
Maar hoe oprecht is de nieuwe koers van de As Soennah-moskee? In een vertrouwelijk stuk van de veiligheidsdiensten dat Nieuwsuur en NRC hebben ingezien, wordt ervoor gewaarschuwd dat de moskee met een „gespleten tong” spreekt: zij zou zich veel gematigder voordoen dan zij in werkelijkheid is. Hoe verschilt de boodschap naar buiten toe van wat er binnen de muren wordt gepredikt? Een blik achter de façade van het meest invloedrijke islamitische centrum van Nederland.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2018/04/anp-49530115.jpg)
Buitenlandse prediker
De warme relatie tussen moskee en gemeente die onder Van Aartsen ontstond, leidde tot regelmatig overleg. Als de moskee zich zorgen maakte over haar veiligheid, stond de gemeente klaar. Andersom toonde de moskee zich bereid om tegemoet te komen aan wensen van de gemeente. Zo werd een omstreden buitenlandse prediker teruggetrokken nadat Van Aartsen bedenkingen had uitgesproken. Maar tijdens de gesprekken bleef het moskeebestuur over één onderwerp vaag: zijn financiering.
Als NRC en Nieuwsuur aan moskeevoorzitter Abdelhamid Taheri vragen of de moskee vanuit het buitenland wordt gefinancierd, ontkent hij. Het „is een bewuste visie van de stichting” om „zelf alles te bekostigen”. De moskee is „onafhankelijk en dat willen we ook zeker zo behouden”, zegt de voorzitter.
Uit geheime lijsten die het ministerie van Buitenlandse Zaken ontving van de Golfstaten, blijkt dat dat niet kan kloppen. De moskee vroeg in 2011 in Saoedi-Arabië om geld. Ook op lijsten uit Koeweit komt de naam van de moskee met variërende spelling voor – overheidsbronnen gaan ervan uit dat het de As Soennah-moskee betreft. Uit Koeweit zou in 2014 een donatie van 130.000 dollar zijn ontvangen voor de verspreiding van islamitische boeken. Deze informatie werd pas in het najaar van 2017 gedeeld met Den Haag toen Van Aartsen al weg was, bevestigt hij zelf.
In de zomer van 2015 koopt As Soennah voor 1,9 miljoen euro een gigantisch kantoorpand aan de rand van de Schilderswijk. De transactie loopt via een schimmig autobedrijf. De As Soennah-moskee wil het nieuwe pand, met de oppervlakte van een voetbalveld, gebruiken voor een eigen middelbare school en een basisschool. Daarnaast moeten er een islamitische universiteit en een jongerencentrum komen.
Geldschieter van het salafisme
Pas als Den Haag twee jaar later wordt getipt door inlichtingendienst AIVD, springen bij de gemeente de seinen op rood. De dan net aangetreden burgemeester Pauline Krikke krijgt van de AIVD te horen dat As Soennah het pand heeft gekocht met steun van de Koeweitse liefdadigheidsinstelling Revival of Islamic Heritage Society (RIHS). Het gaat om een zeer omstreden investeerder. De Verenigde Staten hebben filialen van RIHS op de terrorismelijst geplaatst vanwege steun aan Al-Qaeda. Den Haag blokkeert direct de onderwijsplannen: het zegt vorig jaar zomer tegen de moskee dat die zich moet houden aan het bestemmingsplan, dat alleen bedrijfsactiviteiten in het pand toelaat.
RIHS is een belangrijke geldschieter van het salafisme wereldwijd, zegt Zoltan Pall, onderzoeker aan de Singapore National University. Hij publiceerde vorige maand een boek dat voor een deel gaat over de invloed van RIHS. De Koeweitse organisatie is actief in meer dan vijftig landen, waar het hoofdzakelijk geld steekt in salafistische scholen en moskeeën, zegt Pall. De Nederlandse As Soennah-moskee is er één van, vernam hij van RIHS-werknemers die hij voor zijn onderzoek sprak. „Ze hebben de moskee overgenomen sinds het vertrek van imam Fawaz”, zegt Pall.
De Koeweiti’s oefenen volgens hem veel invloed uit op de organisaties die zij sponsoren. „In elk geval komen zij op bezoek bij die organisaties. Ze controleren de boodschap. Ik ken ook gevallen waarbij RIHS bepaalt hoe een moskee of school eruit moet komen te zien, of het curriculum van de school schrijft.” Pogingen van deze krant om in contact te komen met RIHS waren niet succesvol.
Invloed van de geldschieter is ook zichtbaar bij de As Soennah-moskee. Uit online foto’s en video’s blijkt dat kopstukken van RIHS bij de Nederlandse moskee op bezoek komen, en dat aan RIHS verbonden imams er preken houden.
De liefdadigheidsinstelling bemoeit zich ook met de gewapende strijd in Syrië. Na het uitbreken van de burgeroorlog richtten RIHS-medewerkers de ‘Council of Supporters’ op. Onder deze andere naam financierden zij strijdgroepen. In de beginfase zou het geld zijn gegaan naar groepen die zijn verbonden aan Al-Qaeda. Na ingrijpen van de Koeweitse overheid stopte deze steun en ging het geld naar strijders van Jaish al-Islam en Ahrar al-Sham. Deze groepen zijn door Westerse overheden niet aangemerkt als terroristisch, maar gelden wel als jihadistisch: ook zij vechten voor een shariastaat in Syrië. Het Openbaar Ministerie in Nederland stelde in een recente rechtszaak dat beide groepen zijn gelieerd aan Al-Qaeda.
Opruiende preek
De Koeweitse instelling financiert dus zowel de As Soennah-moskee als jihadistische groepen in Syrië. Wat voor gevolgen dit kan hebben, wordt duidelijk als RIHS eind 2013 een van haar predikers naar Den Haag stuurt om een conferentie te houden gericht tegen shi’ieten.
Op dat moment is de strijd in Syrië, tussen shi’itische en sunnitische groepen, op haar hevigst. Er vertrekken uit Den Haag veel jongeren naar het strijdgebied. De RIHS-prediker gaat in de Haagse moskee in op het gewapende conflict. Hij noemt shi’ieten „walgelijk”, „gevaarlijker dan joden en christenen”. De strijd in Syrië is volgens hem een „legitieme jihad”. Er wordt immers gevochten tegen vertakkingen van shi’ieten, zegt Al Khamees. „Dat zijn geen moslims. Dat zijn ongelovigen. Ze hebben niets met de islam te maken. De jihad is dus geldig.”
Op de vraag uit het publiek of zij shi’ieten moeten haten, antwoordt Al Khamees: „Wij haten iedereen die is afgedwaald van de waarheid, zoals nieuwlichters en vervalsers van de Koran.”
Een opruiende preek, noemt terrorisme-onderzoeker Bart Schuurman van de Universiteit Leiden het. „Hij moedigt hiermee sektarisch geweld aan tegen shi’itische moslims.” Op het moment dat de preek werd gehouden, eind 2013, werd de strijd in Syrië volgens Schuurman aangevoerd door jihadistische groepen. „Impliciet spreekt hij zijn steun daarvoor uit, met name voor de strijd tegen de in zijn ogen afvallige moslims.”
Financiering uit de Golfstaten maakt het voor moskeeën zoals As Soennah extra makkelijk hun boodschap aan een groot publiek over te brengen. Dat is ook de zorg van de overheid, die ziet dat de As Soennah-moskee zo hard is gegroeid dat haar invloed reikt tot ver buiten de Schilderswijk. Dat zou ten koste gaan van de meer gematigde islamitische organisaties.
Online is de moskee vertegenwoordigd met een eigen webshop, tv-kanaal, cursussen en live sessies op Facebook waarbij jongeren vragen kunnen stellen over de islam. Daarnaast organiseert de moskee huiswerkbegeleiding, koranlessen, lezingen, zomerkampen naar Mekka en een ‘sociaal loket’ waar mensen die slecht Nederlands spreken terecht kunnen met administratieve vragen. Ze organiseren ‘ouderendagen’ en geven opvoedcursussen. Jongeren worden geholpen bij het opstellen van hun CV of het vinden van een stageplek, maar ook bij ‘problemen thuis of op school’ en ‘vragen over drugs, alcohol, seks, beroepskeuze’. Ook biedt de stichting huwelijkstherapie en opvoedlessen, runt ze een halal voedselbank en heeft ze een commissie van imams en islamitische juristen.
Maar wat is het gedachtengoed dat de moskee in deze activiteiten, deels met hulp vanuit de Golf, uitdraagt?
Bespotters van de islam
We schrijven ons in voor de islamcursus die Aboe Ismail in het Utrechtse partycentrum verzorgt. Daar horen we over de straffen die ongelovigen te wachten staan. Ook beluisteren we preken van de imam. Daarin horen we dat de vrouw eigenlijk thuis hoort te blijven. Ze mag alleen naar buiten toe als zij iets nodig heeft, zegt Aboe Ismail, en dat mag alléén als haar man haar toestemming geeft. „Dat is een recht van de man”, aldus Aboe Ismail.
Als wij ons inschrijven voor een online islamcursus, blijken op het besloten deel van de website heel andere teksten te staan dan de verzoenende op het openbare deel. Een docent brengt de cursisten via video’s de regels van de islam bij. Wie zijn strikte interpretatie van de islam niet volgt, wordt verketterd. Moslims die bijvoorbeeld vinden dat het geloof niet zit in het laten staan van een baard, of in het dragen van een hoofddoek, zijn volgens de docent bespotters van de islam. Dit plaatst hen buiten het geloof.
Een problematische boodschap, zegt Saïd Bouharrou na het zien van de videoles. Hij is woordvoerder van de Raad van Marokkaanse Moskeeën waarbij zeventig moskeeën zijn aangesloten. Volgens Bouharrou leren jongeren hier om geloofsgenoten te verketteren. „Daarmee creëer je tweespalt binnen de gemeenschap, dat is heel kwalijk”, zegt hij.
Het bestempelen van een moslim als afvallige, kan voor de betrokkene grote consequenties hebben. In een andere videoles zegt dezelfde docent dat afvalligen de doodstraf verdienen. Deze straf kan alleen in een islamitisch land tot uitvoer worden gebracht, tekent hij erbij aan.
Een volgende les gaat het over de besnijdenis. Die is verplicht voor de moslimman, voor vrouwen is de besnijdenis „aanbevolen”, zegt de docent. De gedachte hierachter is dat haar „lusten” worden verminderd. De ingreep zou moeten plaatsvinden als het meisje zeven dagen oud is. Op vrouwenbesnijdenis staat in Nederland twaalf jaar cel.
Spelen met vuur
Tijdens de cursus wordt ook gesproken over het straffen van getrouwde mensen die vreemdgaan. De docent: „Een vrouw of een man die getrouwd is en overspel pleegt, zijn bestraffing is de doodstraf”.
Dat de predikers erbij zeggen dat deze straffen alleen in islamitische landen gelden, is voor Bouharrou geen geruststelling. „Deze predikers roepen op tot zeer ernstige lijfstraffen die in strijd zijn met de Nederlandse wet. Ze kunnen er wel bij zeggen dat dit alleen opgaat voor islamitische landen, maar daar hoeven hun toehoorders zich niets van aan te trekken. De strekking van de preek blijft dat dát de straf hoort te zijn. Mensen kunnen daar een legitimering in vinden om ook in Nederland het recht in eigen hand te nemen. Het is spelen met vuur.”
De inhoud van de online cursus staat niet op zichzelf. Soortgelijke teksten zijn terug te vinden in boeken die As Soennah verkoopt en verspreidt onder moslimjongeren. Op haar website schrijft de moskee dat wie zich inlaat met een vorm van duivelaanbidding „gedood” moet worden, weer in een islamitische staat.
Ook in de moskee wordt gepreekt over lijfstraffen. Zo zegt prediker Mohamad Yamani in 2014 dat overspeligen het verdienen „om gestenigd te worden tot aan de dood”. „Dat zijn de wetten van Allah en ik schaam mij daar niet voor”, zegt Yamani in zijn preek. De lijfstraffen zouden een „gemeenschappelijk doel” dienen. Omdat medegelovigen moeten toekijken terwijl de straf wordt uitgevoerd, worden zij zó bang dat zij het wel uit hun hoofd zullen laten om overspel te plegen. „Een reiniging voor de samenleving”, aldus Yamani.
Mensen die iemand onterecht beschuldigen van overspel komen er iets milder vanaf, vertelt hoofdimam Aboe Ismail in een van zijn preken. Zij verdienen volgens de imam een geseling van „tachtig slagen”.