Opinie

Twistgesprek

Stéphanie Raeymaekers (die haar biologische familie zoekt) vindt zwanger worden met anonieme zaad- of eicellen onethisch. José Knijnenburg respecteert het besluit van de ouders. Een twistgesprek per e-mail onder leiding van
Twistgesprek

In Nederland is het sinds 2004 niet meer toegestaan om anoniem zaad- en eicellen te doneren. Dus gaan wensouders steeds vaker naar het buitenland en zullen steeds meer kinderen niet weten wie hun biologische ouders zijn. Is dit in het belang van het kind?

Stéphanie Raeymaekers is SR, José Knijnenburg is JK

SR: „Ik ben 39 jaar en ik weet niet wie mijn biologische vader is. Ik ben er op mijn vijfentwintigste achter gekomen dat mijn ouders sperma van een donor hadden gebruikt. Sindsdien heb ik een constant gevoel van ontworteling van mijn ziel. Ik ben in een gezin terechtgekomen waar ik eigenlijk niet hoorde. Ik heb 25 jaar geleefd met een valse identiteit. Ik ben niet alleen op zoek naar mijn biologische vader, maar naar mijn hele familie. Ik mis die. Het veroorzaakt grote onrust. Ik heb geen antwoord op vragen over mijn achtergrond, ik kan niet achteruit kijken. Dat voelde ik nog sterker toen ik zelf moeder werd en zag hoe mijn zoon op mij lijkt. Iedereen die meewerkte aan deze donor-constructie, vond gezinsvorming belangrijker dan mijn onrust. „Elk kind of mens heeft het recht om te kunnen weten waar hij of zij vandaan komt. Aan eenieder trouwens de vrijheid en keuze om hierover al dan niet meer te willen weten.”

JK: „Dat een kind graag wil weten waar hij/zij vandaan komt, is begrijpelijk. Uit onderzoek blijkt dat openheid over de ontstaansgeschiedenis van een kind direct vanaf het begin belangrijk is. Maar er bestaat geen absoluut recht op afstammingsinformatie. Ten aanzien van anonieme donatie bestaan in sommige landen andere opvattingen en regels. Wij van Freya, de vereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen, zijn van mening dat wensouders op basis van alle beschikbare informatie zelf een afweging moeten maken die past bij hun overtuiging.”

SR: „Een organisatie die volwassenen met een kinderwens adviseert heil te zoeken in fertiliteitsbehandelingen die in eigen land niet worden toegepast – juist omdat die de kinderen die er uit voortkomen fundamenteel kunnen schaden – ondergraaft niet alleen haar eigen verantwoordelijkheid tegenover de kinderen, ze promoot ook slecht ouderschap. Deze ouders maken de belangen van de kinderen ondergeschikt aan hun eigen belang: koste wat het kost een kind krijgen.”

JK: „Binnen de Europese Unie ben je vrij om naar een ander land te gaan voor een medische behandeling. Freya adviseert niet over wel of niet naar het buitenland gaan, maar geeft objectieve informatie over de mogelijkheden en de consequenties. Wensouders hebben hun eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van hun beslissingen. Wij zouden het toejuichen als patiënten in eigen land geholpen zouden kunnen worden. In de meeste gevallen wijken wensouders uit omdat de behandeling in Nederland niet mogelijk is. Bijvoorbeeld omdat hier een zeer groot tekort is aan eiceldonoren.”

SR: „Het gaat hier niet over rugoperaties of chirurgische ingrepen. Dit soort ‘medische’ behandelingen zorgen wel voor de verwekking van mensen. Ook al kan ik begrip opbrengen voor het vurig verlangen naar een kind, dat begrip bereikt een grens wanneer er bewust in belangen en stambomen van kinderen gesnoeid wordt. Een kinderwens is niet gelijk aan het recht op, èn ten koste van, kinderen.”

JK: „Het recht op een kind bestaat niet, het recht op gezinsvorming wel. Ouders nemen in vele situaties beslissingen over hun kind. Sommigen nemen de stap naar donor-conceptie. Dat is een persoonlijke keuze. Wel zou het fijn zijn als mensen niet naar het buitenland hoeven voor een anonieme donor als anoniem niet hun voorkeur heeft. Maar ze worden gedreven door de schaarste.”

SR: „Er is een schaarste omdat de vraag de laatste jaren gewoonweg exponentieel is gestegen door de toename in vraag bij de verschillende doelgroepen, zoals alleenstaanden, homoseksuele stellen, late moeders en heterostellen met vruchtbaarheidsproblemen. Daarnaast is het aanbod aan sperma-donoren in Nederland afgenomen sinds het niet meer anoniem mag. Het is niet zo dat het verdriet of gemis van een kind bij wens-ouders ooit het fundamentele gemis en verlies bij het verwekte kind dat uit anonieme donatie voortkomt, zal kunnen rechtvaardigen.”

JK: „Voor ouders is het cruciaal deze stap goed te overdenken. Het klimaat ontstaat nu dat wens-ouders niet meer durven te vertellen dat ze naar het buitenland zijn gegaan. De discussie is gebaat bij openheid en empathie. We schieten er niets mee op om recht tegenover elkaar te staan.”