Drumtalen, waarmee in het oerwoud gecommuniceerd wordt, zijn vaak gebaseerd op gesproken taal. Zo ook de drumtaal van de Bora, die in de Amazone leven. Het ritme en de toonhoogtepatronen van hun getrommelde berichten komen overeen met het ritme en de toonhoogtepatronen van de woorden en zinnen die ze ermee overbrengen.
Maar wat is precies, het ‘ritme’ van taal? Door de drumtaal en de gesproken taal van de Bora heel nauwkeurig met elkaar te vergelijken, zou je dat mooi kunnen vaststellen, dachten taalkundigen Frank Seifart en Julien Meyer. Woensdag kwamen ze in een artikel in Royal Society Open Science met een verrassende conclusie: de ritmische structuur van taal is niet hetzelfde als de lettergrepenstructuur.
Gesproken taal kun je zien als een snelle opeenvolging van langere en kortere lettergrepen. Dat resulteert in een karakteristiek onregelmatig ritme. Je zou verwachten dat het ritme in de drumtaal het lettergrepenritme van de onderliggende gesproken taal weerspiegelt. Maar uit de zeer precieze metingen en analyses van dit onderzoek blijkt dat de beat van de drumtaal niet telkens op het begin van een lettergreep valt, maar telkens op het begin van iedere klinker (zie inzet). Voor taalkundigen, die gewend zijn om in lettergrepen te denken, is dit opwindend nieuws.
De Bora drummen hun berichten behoorlijk snel: gemiddeld vijf slagen per seconde. In hun gesproken taal zijn er tussen twee klinkers vier verschillende tijdsduren te onderscheiden. In hun drumtaal dus ook. Het verschil tussen die vier tijdsduren is maar heel miniem: telkens ongeveer 20 milliseconde. Eenvijftigste seconde. De tijdsduren die in de drumtaal gebruikt worden hebben globaal de volgende lengtes: 170, 190, 210 en 230 milliseconden. Hoe miniem ook, de mens kan die tijdsduurverschillen perfect hóren.
Daarnaast is er in de drumtaal van de Bora ook nog een toonhoogtepatroon. Er wordt op twee trommels geslagen. De ene trommel geeft een lage toon, de andere een hoge. Die twee toonhoogtes corresponderen prachtig met de twee ‘tonen’ waarvan deze Amazonische toontaal gebruikmaakt: elke klinker in die taal wordt of laag of hoog uitgesproken.
Bij ‘we gaan vissen’ krijg je bijvoorbeeld, in de anderhalve seconde dat het getrommelde zinnetje duurt, dit toonhoogtepatroon te horen: laag hoog laag hoog hoog laag laag.
Met hun drumtaal kunnen de Bora flinke afstanden overbruggen. Tien kilometer is geen enkel probleem. Over het water van de brede rivier kunnen ze onder gunstige omstandigheden zelfs mensen bereiken die twintig kilometer verderop zitten. Of nog verder, door die groep te vragen het bericht door te sturen naar een groep die nóg verder weg zit. In theorie kun je zo in heel korte tijd grote afstanden overbruggen.
Ringtone
Het verzenden van een bericht begint altijd met een kort muzikaal intro. Dat is als het ware de ringtone. Daarna volgt de boodschap, in een vaste volgorde. Eerst een openingszin die het onderwerp van het bericht aangeeft: een standaardzinnetje, zoals ‘Onmiddellijk komen!’ Daarna de namen van de clan en van de persoon aan wie het bericht gericht is. Vervolgens komt dan de feitelijke boodschap. Tot slot de vaste eindzin: „En zeg nu niet dat ik een leugenaar ben.”
Zo gebeurde dat vroeger, toen alle volwassen Bora-mannen de drumtaal beheersten. Inmiddels wordt er veel minder getrommeld en zijn er nog maar vijftig mannen die het kunnen. Het sterft langzaam uit, net als de onderliggende gesproken taal. Die wordt langzaam ingeruild voor het Spaans.
Met de trommels wordt overigens ook gewoon muziek gemaakt. Dan worden er uit diezelfde twee trommels niet twee maar vier verschillende toonhoogtes te voorschijn getoverd, door op de twee verschillende kanten van iedere trommel te slaan. Elke kant heeft een andere toonhoogte.