Het Transition Jazz Festival laat zich lastig labellen. Het legt verbindingen tussen traditioneel en modern, tussen een jonge garde die graag experimenteert en oude meesters die de eigen lijn doortrekken. En juist met die mix trok Transition ook op derde editie weer veel publiek.
Met grote namen als Cory Henry en soulzangeres Lizz Wright speelde het festival op veilig. Henry, die zich in de kijker speelde bij Snarky Puppy, is een toetsentovenaar bij wie virtuoos spel voorop staat, maar zijn stem beschikt niet over dezelfde vrijheid.
Schokkende soul
Lizz Wright opende sterk. Begeleid door dof slagwerk en een schokkende soulgitaar gedijde haar stem perfect in een lome uitvoering van Neil Young’s Old Man. Haar set kende ook een goede opbouw – tot ze zich in nummers over ‘Grace’ en ‘Redemption’ richting het sacrale bewoog.
Spannender bleken de minder bekende artiesten. In de kleinere zalen eisten jonge musici met tot synth verworden blaasinstrumensten de aandacht op. STUFF gaf de filmmuziek van Howard Shore een futuristische gloed.
Gitaren
Minstens zo opwindend was de dubbelformatie Tommy Got Waxed. In Star-Trek uniformen namen de leden van het Nederlandse Tommy Moustache en het Litouwse Sheep Got Waxed het publiek mee op ruimtereis. Soms vloog het ruimteschip in volle vaart, dan weer viel alles in chaos uit elkaar.
De festival-organisatie had merkbaar moeite gestoken in de uitwerking van een sterke gitaarlijn in de programmering. Liberty Ellman en Lage Lund bewezen zich in hun optredens waardige opvolgers van grootmeester Pat Martino. Gitaristen Anton Goudsmit en Reinier Baas brachten een eerbetoon aan Martino’s grote inspirator, Wes Montgomery. Bij dit optreden, door een Nederlandse all-starformatie die zonder repetitie bijéén was gekomen, leek de Grote Zaal van TivoliVredenburg door de speelsheid en het zichtbare plezier van de musici zelfs klein.
Wollige toon
Anton Goudsmit kwam met zijn holle Gretsch-gitaar en stroef getimede octaafspel nog het dichtst in de buurt van de naturelklank van Montgomery. Baas raasde er met compacte toon liever overheen, net als pianist Peter Beets, die zijn vingers virtuoos over de toetsen liet glijden.
In triovorm, met Pat Bianchi op hammondorgel, hield Pat Martino zelf vast aan de stijl waarmee hij vijftig jaar geleden bekend werd: opsmuksloos spel met een voorliefde voor dalende lijnen. Met zijn pet op en de blik gericht op zijn gitaarhals, vermeed hij contact met zijn publiek en verkoos een wollige toon. Alleskunner Bianchi moest zijn best doen er niet op orgel overheen te krassen.
Geniepig gitaarspel
Liberty Ellman fladderde in zijn show veel vrijer uit, en het minimalisme van Lage Lund stond daar haaks tegenover. Lund speelde haast geniepig, met delicate, sprankelende toon. Jammer dat beiden te kampen hadden met een leeglopende zaal: de publieksvoorkeur ging uit naar Young VIPS als pianist Sebastiaan van Bavel en saxofoniste Kika Spranger.
Transition doet jaarlijks zijn best een goede verbinding te leggen tussen generaties en sub-genres; deze gitaarprogrammering was een geslaagde poging. En dat verbanden soms ontbraken siert het festival óók. De paraplu van Transition bood zo voor ieder wat wils.