Als iemand zijn hand in een piranha-aquarium steekt, slaat de fantasie van de meeste mensen bliksemsnel op hol. Tientallen van die Zuid-Amerikaanse roofvissen komen aanschieten en elke vis scheurt met zijn messcherpe tanden grote stukken vlees uit de arm.
Maar nee, ik moet fans van griezelfilms en stripverhalen teleurstellen: de roodbuikpiranha is in werkelijkheid een schuw diertje.
Piranha’s leven in de Zuid-Amerikaanse rivieren in scholen met tientallen of zelfs honderden soortgenoten. En dat heeft een onverwachte reden. Want Britse en Braziliaanse onderzoekers vonden dat piranha’s met zo veel soortgenoten samen zitten omdat ze bang zijn, voor de vele andere dieren die piranha’s willen eten: grote vissen, vogels, kaaimannen en rivierdolfijnen. Voor een piranha is het leven gevaarlijk. Als hij een menselijke hand ziet, dan is dat voor hem een potentieel roofdier. De piranha vreest voor zijn leven en poetst de plaat.
En ik kan het weten. Ik steek iedere week mijn hand in mijn piranha aquarium. Hoewel mijn zes roodbuikpiranha’s tientallen driehoekige messcherpe tanden hebben vallen ze nooit menselijke handen aan. Deze ervaring van veiligheid hebben alle piranhahouders, zo bezweren ze op internetfora.
Braziliaanse wetenschappers observeerden in de jaren 1980 langdurig het gedrag van roodbuikpiranha’s in de vrije natuur en analyseerden hun maaginhoud. In tegenstelling tot hun reputatie eten de roofvissen vooral kleine vissen en dode, zieke en gewonde dieren, naast krabben en andere ongewervelden.
Levende mensen staan niet op de menukaart van piranha’s. En belangrijk: ze ruiken niet eens smakelijk. Verrottend vlees is véél aantrekkelijker. Op de Duitse tv liet onlangs een bekende presentator zich in de Amazone zakken. Met een lichaamsbedekkende maliënkolder met overal stinkend rottend vlees eraan. Binnen seconden schuimde het water van al die piranha’s die een stuk lekker bedorven vlees wilden krijgen. De presentator raakte niet gewond maar was achteraf wel een zenuwinzinking nabij.
Piranha’s zijn dus heel nuttige dieren: de gezondheidspolitie van de Amazone. Doordat zij de dode en gewonde dieren vernietigen kunnen ziekten zich niet verspreiden. Zelfs hun overleden soortgenoten vinden deze kleine kannibalen ontzettend smakelijk. Dan zag ik ook wel eens, toen in mijn aquarium een piranha overleed – de achtergeblevenen gingen dan meteen aan het werk.
Waar komt dan toch die menseneterreputatie van de piranha vandaan? Die ontstond in het begin van de 20de eeuw tijdens een bezoek van de Amerikaanse president Theodore Roosevelt aan Paraguay. In zijn boek „Through the Brazilian Wilderness” schreef hij over piranha’s als de „belichaming van boze wildheid”. Hele koeien kunnen ze verslinden als die de rivieren in lopen! Naar verluidt hadden Paraguayanen de president misleid door een deel van de rivier af te zetten zodat de piranha’s heel hongerig werden. Dat werd de koe fataal.
En hier hebben we dan toch een kleine kern van waarheid in de overdreven griezelverhaaltjes. Als de honger té groot wordt kan een piranha inderdaad toch koeien en mensen aanvallen. In de droogteperiode tussen juli en oktober vallen vaak zijrivieren van de Amazone droog. Een groep piranha’s kan dan makkelijk in een klein poeltje vast komen te zitten. Als dán een mens hun natte gevangenis binnenkomt, vergeten de visjes alle schuwheid en ze bijten toe. Daarom is het advies voor aquariumhouders: vergeet uw piranha’s niet te voeren - het beste een keer per week.
Oh ja, er is nog iets. Piranha’s kunnen schrikken. Ook van een hand. En dan gaan ze zich verdedigen. Dat hebben we een keer ook thuis ervaren. Een bange piranha beet mijn man in zijn vinger. Het wondje was heel snel weer genezen, en hij durft nog steeds zelf het aquarium schoon te maken. Zo eng was die ervaring dus ook weer niet.