Dirk Monsma is nog directeur van een kunststichting als hij met zichzelf afspreekt: ik ga op mijn zestigste met pensioen. Leidinggeven doet hij dan al bijna zijn hele werkende leven, die directeursfunctie is de derde. En in zulke rollen ben je toch vooral met „geld en mensen” bezig, zegt Monsma. „Terwijl ik eigenlijk weer terug naar de inhoud van mijn vak wilde. Ik dacht: wat als ik met pensioen ga, en daarna alleen nog dingen doe die ik écht leuk vind. Dan ga ik er financieel weliswaar op achteruit, maar dat is op een andere manier toch winst.”
Inmiddels is Monsma (69) zelfstandig adviseur kunsteducatie en schreef hij twee boeken. Zijn leven als zzp’er bestaat uit „praten, lezen, schrijven, van alles uitpluizen”. Het doel: scholen adviseren over onderwijs in muziek, dans en beeldende kunst. Want de talenten van kinderen tot hun recht laten komen, dáár wordt hij enthousiast van. Het liefst werkt hij met jongeren „die wel een extra zetje kunnen gebruiken”: jongeren uit Rotterdam-Zuid of leerlingen in het speciaal onderwijs. Bovendien merkt hij dat sinds hij voor zichzelf werkt, er meer tijd is voor verwondering. „Als ik iets tegenkom waar ik me boos over maak of dat ik verder wil uitzoeken, dan pak ik dat gewoon aan. Voorheen ging die tijd op aan dagelijkse verplichtingen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/03/web_2303eco_carzzp_monsma_27503690.jpg|//images.nrc.nl/UUb_moYTfE5Kvb6rUcadhBg2hzM=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/03/web_2303eco_carzzp_monsma_27503690.jpg)
Dirk Monsma (69). Foto Lars van den Brink
Hoogste inkomen
Zoals Monsma zijn er meer ouderen die doorwerken. Een op de tien Nederlanders tussen de vijfenzestig en vijfenzeventig jaar had in 2016 een betaalde baan, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Van de drie miljoen vijfenzestigplussers die er zijn, komt dat neer op 180.000 mensen. Ruim 90 procent van de vrouwen en bijna 80 procent van de mannen werkten in deeltijd, het overige deel had een voltijdbaan. Driekwart had een flexibel contract of werkte als zelfstandig ondernemer.
Tussen 2003 en 2016 verviervoudigde het aantal vijfenzestigplussers dat doorwerkt zelfs, blijkt uit onderzoek van TNO. Maar zij zijn niet gelijk verdeeld over de arbeidsmarkt: vooral aan de onderkant en aan de bovenkant blijven mensen doorwerken. Bij laagopgeleide ouderen met een laag inkomen is dat vaak een financiële noodzaak, terwijl hoger opgeleiden met een hoog inkomen vaker doorwerken vanuit interesse of bevlogenheid.
De meeste werkende ouderen hadden daarnaast nog inkomsten uit een AOW of pensioen. Nogal wat zelfs, bleek eind vorig jaar uit aanvullende cijfers van het CBS. Want van alle zzp’ers met neveninkomsten (bijvoorbeeld uit AOW of uit loondienst) hadden degenen met een pensioen niet alleen de hoogste neveninkomsten, maar ook het hoogste zzp-inkomen. Zij ontvingen zo’n 10.000 euro aan pensioen, op een gemiddeld zzp-inkomen van 23.500 euro per jaar. Ruim 4,5 procent van alle gepensioneerden vulde de oudedagsvoorziening zelfs met een gemiddelde van 28.000 euro per jaar aan zzp-inkomen aan.
Bij elke opdracht bedenk ik nu: word ik hier gelukkig van? Pas daarna zeg ik ja
Ter vergelijking: het gemiddelde inkomen van mensen van wie het zelfstandige ondernemerschap hun hoofdinkomen is, was in 2014 32.000 euro per jaar.
Waarom zou je doorwerken na je pensioen? De beweegredenen zijn legio. Iemand heeft geen zin erop achteruit te gaan, het pensioen is nooit goed geregeld, iemand is nog op zoek naar voldoening of is simpelweg nog niet klaar met werken – het pensioen kwam ‘te vroeg’. Krapte op de arbeidsmarkt speelt in sommige gevallen ook een rol: zo staat in Nederland steeds vaker een gepensioneerde docent voor de klas.
Vraag je vijfenzestigplussers die doorwerken als zzp’er waarom ze besloten ondernemer te worden, dan is één van de antwoorden in ieder geval: omdat je als zzp’er kunt werken wanneer je wil, hoe vaak je maar wil en waaraan je maar wil. „Ik doe nu alleen nog dingen waaruit ik voldoening haal en zeg ‘nee’ op de dingen waaruit ik dat niet haal”, verklaart Monsma. Dia Timmermans (68), die drie jaar geleden vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken met pensioen ging om vervolgens door te gaan als zelfstandig ondernemer, zegt: „Bij elke opdracht bedenk ik nu vooraf: word ik hier gelukkig van en hebben die mensen écht wat aan mij? Pas daarna zeg ik ja.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/01/web_2701zateco_car_80_bolk1_24161572.jpg)
Geen gezeur en gedoe
Nu is Timmermans altijd wel een beetje een ‘workaholic’ geweest, geeft ze toe. En toch was niet zíj degene die met het idee kwam door te werken toen ze officieel al met pensioen was. „Ik werd gebeld door oud-collega’s. Ze hadden een klus in Oost-Afrika en zeiden tegen elkaar: ‘Daar moeten we Dia voor hebben.’ Ineens was ik advies aan het geven, net zoals ik in de laaste tien maanden voor mijn pensioen bij Buitenlandse Zaken gedaan had.” Een vriendin raadde haar vervolgens aan zich in te schrijven als zelfstandig ondernemer.
Want dat ze uitgerekend haar moesten hebben, was niet zo gek. Timmermans woont sinds 2013 weer in Nederland, maar verbleef de zeventien jaar daarvoor in Afrika, onder andere in Burkina Faso en Zuid-Soedan. In die regio’s deed ze jarenlang welzijnswerk: zorgen voor een betere toegang tot zorg en anticonceptie voor vrouwen en meisjes. „Daar ben ik eigenlijk nog steeds gepassioneerd over”, vertelt ze. „Ik ben nu vier jaar terug in Nederland, maar telkens als ik hoor dat er nog ergens onvoldoende voorbehoedsmiddelen in ziekenhuiskastjes liggen, dan denk ik: ik kan nog iets bijdragen, we zijn er nog lang niet.”
Als ik er nu drie maanden voor een pasgeboren kleinkind wil zijn, dan kan dat
Die bijdrage levert Timmermans als zzp’er nu in afzonderlijke opdrachten. Soms doet ze mee aan een project, soms beoordeelt ze projectplannen van anderen. Al is ze daarin wel kritisch: leidinggevende functies komen er niet meer doorheen – te veel „stress en gedoe”. En als het werk is waar háár specifieke ervaring niet voor nodig is, gaat er ook een streep door. Gevaarlijk of zwaar werk valt eveneens af, naar Syrië ging ze na lang wikken en wegen bijvoorbeeld niet. Wat overblijft zijn projecten waaraan Timmermans, met haar kennis uit Afrika, denkt iets toe te kunnen voegen. „Er zijn bijvoorbeeld heel wat voorstellen voor gezondheidsprogramma’s in Afrika die niet goed onderbouwd zijn, en alleen ingediend worden om geld te krijgen – dat zie ik meteen, en die keur ik dan ook af.”
Maar is dat werken dan echt alleen maar leuk? Leidt het nooit meer tot stress? Timmermans en Monsma werken uiteindelijk veel minder dan ze deden toen ze nog in loondienst waren, zeggen ze allebei. Bovendien liggen de dagen en weken open – niemand die een zelfstandig ondernemer verplicht op gezette tijden aan het werk te zijn. Timmermans: „Als ik er nu drie maanden voor een pasgeboren kleinkind wil zijn, dan kan dat. Dan neem ik in die periode gewoon geen opdrachten aan.”
Monsma zegt dat hij bovendien een ander soort verantwoordelijkheid draagt. „Als er nu iets niet goed loopt, dan heb ik alleen mijzelf daarmee. Voorheen trof dat ook mijn collega’s, en daar lig je toch echt wat langer wakker van.” Timmermans durft zelfs te stellen dat alleen het combineren van een gezinsleven met kinderen en werk destijds écht stressvol was. „Dat was hectisch. Maar ook toen is het altijd om de balans gegaan: haal je voldoende energie uit dat wat je doet? En met die balans zit het nu heel goed.”
Professioneel fris
Een van de grote voordelen voor de senior zzp’er is natuurlijk ook dat hij beschikt over een netwerk dat hij tijdens een volledige loopbaan op heeft kunnen bouwen. En een bloeiende zelfstandigenpraktijk heeft baat bij contacten uit dezelfde sector, mensen die op de hoogte zijn van elkaars expertise en elkaar op die manier opdrachten toespelen. Alleen als er de keuze uit verschillende opdrachten ís, heb je als zelfstandige immers de luxepositie vrijelijk ‘ja’ en ‘nee’ te kunnen zeggen.
En daarbij geldt ook: wie goed onderneemt zíet werk. Hoe beter je een sector kent, des te beter je weet waar behoefte aan is. Zo beaamt Timmermans volmondig dat ze veel te danken heeft aan haar netwerk en veldkennis. „Ik ken de diplomatieke wereld, ik weet hoe het eraan toe gaat bij de Verenigde Naties en ik weet hoe corrupt een land als Zuid-Soedan is. En dan is er altijd wel iemand die denkt: dat zou zij moeten weten.”
Zowel Timmermans als Monsma blijven het werk doen zo lang ze er nog de energie voor hebben. Monsma haalt voorlopig genoeg voldoening uit de gesprekken die hij met jonge mensen voert. En misschien komt daar over vier jaar wel weer een heel andere rol uit voort, zegt hij. „Vier jaar voelt wel cyclisch, al weet je dat ook nooit.” Timmermans zegt niet eens zo’n behoefte aan veel werk of opdrachten te hebben. Genieten kan ze goed. „Maar dit werk houdt je professioneel fris. En dat vind ik heerlijk zo lang het nog kan.”