Betalen zzp’ers te weinig belasting? Zijn de aftrekposten die alleen zelfstandigen hebben – en werknemers dus niet – te royaal? Deze twee vragen hielden politici het afgelopen jaar regelmatig bezig. Politieke partijen variërend van GroenLinks tot de SGP lieten al voor de landelijke verkiezingen in maart vorig jaar door het Centraal Planbureau doorrekenen hoeveel het afschaffen of versoberen van aftrekposten zou opleveren voor de schatkist. Véél, zo bleek toen: de mkb-winstvrijstelling afschaffen zou ongeveer 1,7 miljard euro per jaar opbrengen, en de zelfstandigenaftrek met 2.000 euro verlagen zou honderden miljoenen euro’s aan inkomstenbelasting opleveren.
Vooralsnog is er niet getornd aan de fiscale privileges van zzp’ers. Zo’n grote groep mensen van zich vervreemden (ruim één miljoen mensen in Nederland is zelfstandig ondernemer), dat was politieke zelfmoord geweest.
Maar wat ook uitbleef tijdens de discussies over aftrekposten was een helder antwoord op de vraag of zzp’ers werkelijk financieel beter af zijn dan werknemers. Samen met financieel planner Andrea Middel van Lyncs Financiële Planning rekende NRC daarom uit hoeveel belasting zzp’ers betalen, in vergelijking met werknemers die hetzelfde bruto inkomen hebben. Zo’n berekening op eigen houtje maken is nogal ingewikkeld: financieel planners toveren met softwareprogramma’s die al snel een paar duizend euro kosten.
In de berekening van planner Middel zijn de uitgaven aan belasting, pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering van een stel bestaande uit één werknemer en één zzp’er vergeleken met die van een ‘loondienstkoppel’. Inzet is de vraag welk van deze twee stellen beter af is. Wie betaalt het minste belasting en wie heeft onder aan de streep het hoogste netto besteedbare inkomen?
Om een eerlijke vergelijking te maken tussen de twee fictieve stellen is uitgegaan van hetzelfde gezamenlijke bruto inkomen per jaar: krap drie keer modaal (90.000 euro) op basis van het in Nederland bij gezinnen favoriete ‘anderhalfverdienersmodel’. Beide paren hebben twee minderjarige kinderen van boven de twaalf jaar en een koophuis ter waarde van 300.000 euro met een annuïtaire hypotheek van 200.000 euro, waarover ze 3 procent rente betalen. Op papier is het enige verschil dat de zzp’er zelf voor een pensioen en arbeidsongeschiktheidsregeling moet zorgen. Omdat de zzp’er in dit geval al langer dan drie jaar zelfstandige is, is er geen recht meer op startersaftrek.
Voorbeeld 1 zzp’er + loondienst
Inkomsten per jaar |
|
---|---|
Bruto jaarinkomen zzp’er | € 60.000 |
Bruto jaarinkomen loondienst | € 30.000 |
Extra inkomsten: kinderbijslag | € 2.298 |
Totale inkomsten | € 92.298 |
Uitgaven per jaar |
|
---|---|
Aflossing en rente hypotheek 1 | € 10.118 |
Verplichte bijdrage zorgverzekeringswet 2 | € 2.562 |
Inleg lijfrenteregeling 3 | € 6.000 |
Premie AOV 4 | € 2.500 |
Eigen bijdrage loondienster aan pensioen werkgever | € 1.000 |
Inkomstenbelasting | € 14.727 |
Totale uitgaven | € 36.907 |
Netto besteedbaar inkomen | € 55.391 |
---|
Voorbeeld 2 allebei loondienst
Inkomsten per jaar |
|
---|---|
Bruto jaarinkomen 1 | € 60.000 |
Bruto jaarinkomen 2 | € 30.000 |
Extra inkomsten: kinderbijslag | € 2.298 |
Totale inkomsten | € 92.298 |
Uitgaven per jaar |
|
---|---|
Aflossing en rente hypotheek 1 | € 10.118 |
Eigen bijdrage pensioen werkgever 5 | € 3.200 |
Inkomstenbelasting | € 24.191 |
Totale uitgaven | € 37.509 |
Netto besteedbaar inkomen | € 54.789 |
---|
Voorbeeld 3 alleenstaande loondienst
Inkomsten per jaar |
|
---|---|
Bruto jaarinkomen 1 | € 36.500 |
Totale inkomsten | € 36.500 |
Uitgaven per jaar |
|
---|---|
Aflossing en rente hypotheek | € 7.589 |
Eigen bijdrage pensioen werkgever | € 1.200 |
Inkomstenbelasting | € 7.569 |
Totale uitgaven | € 16.358 |
Netto besteedbaar inkomen | € 20.142 |
---|
Voorbeeld 4 alleenstaande zzp’er
Inkomsten per jaar |
|
---|---|
Bruto jaarinkomen 1 | € 36.500 |
Extra inkomsten: zorgtoeslag | € 1.128 |
Totale inkomsten | € 37.628 |
Uitgaven per jaar |
|
---|---|
Aflossing en rente hypotheek | € 7.589 |
Eigen storting pensioen via lijfrenteregeling | € 3.650 |
Verzekering arbeidsongeschiktheid | € 1.500 |
Verplichte bijdrage zorgverzekeringswet | € 1.420 |
Inkomstenbelasting | € 900 |
Totale uitgaven | € 15.059 |
Netto besteedbaar inkomen | € 22.569 |
---|
Conclusie
Het stel uit het eerste voorbeeld met één zzp’er betaalt maar liefst 9.464 euro minder belasting dan werknemerskoppel uit het tweede voorbeeld. Maar onder aan de streep blijft er van dat voordeel weinig over: het netto besteedbare inkomen van het eerste stel ligt maar 602 euro per jaar hoger dan dat van het tweede stel. Dat komt doordat de werknemer en zzp’er ruim 8.500 euro hebben moeten inzetten om zélf een pensioen te regelen en het risico op ziekte en arbeidsongeschiktheid af te dekken.
Veel zzp’ers doen dit niet en houden dus wel een beduidend hoger netto inkomen over dan werknemers die bruto hetzelfde verdienen als zij. Zo betaalde in 2015 volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) slechts 20 procent van de zpp’ers met een hoofdinkomen uit ondernemerschap premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering en ruim 10 procent premie voor een lijfrente. In 2017 had één op de vier zzp’ers naar eigen zeggen nog geen pensioenvoorziening geregeld, meldt het CBS.
Volgens financieel planner Andrea Middel is het overigens terecht dat zzp’ers meestal een hoger besteedbaar inkomen overhouden dan werknemers. Zij noemt dat „een compensatie voor het risico dat het inkomen van een zzp’er elk moment kan teruglopen of zelfs wegvallen”. Want als dat gebeurt heeft de zelfstandige, in tegenstelling tot de werknemer, geen recht op een WW-uitkering.
Om dat risico op te vangen voldoet die 603 euro aan ‘extra’ netto besteedbaar inkomen van het koppel in het eerste voorbeeld niet. Als zij verstandig zijn, leggen ze jaarlijks dus meer opzij als buffer voor magere tijden. En doen ze dat, dan is hun netto besteedbaar inkomen juist lager dan dat van het ‘werknemerskoppel’.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/04/zzp_pensioen_web.jpg)
Ook bij de vergelijking tussen de twee alleenstaanden lijkt de conclusie duidelijk: kleine zelfstandigen zijn mazzelaars en hoeven met een bescheiden modaal inkomen maar een klein beetje belasting te betalen. De alleenstaande zzp’er is slechts 900 euro kwijt aan inkomstenbelasting. Maar een zelfstandig ondernemer moet jaarlijks een bijdrage betalen in het kader van de zorgverzekeringswet, die de fiscus int. En ondanks het relatief lage inkomen is hij daar best een fors bedrag aan kwijt: 1.420 euro. Het totaal wordt dan 2.320 euro.
Dat is nog altijd kinderspel vergeleken met de 7.569 euro die de werknemer moet ophoesten. Maar als de zzp’er zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering én pensioen goed regelt, dan houdt hij onder aan de streep slechts 2.427 euro per jaar meer over dan de werknemer. En dat is ook hier een minimale compensatie voor het extra risico dat hij als zelfstandige loopt.