Analyse

Na de balkenendenorm komt mogelijk de klavernorm

Beloning GroenLinks wil een beloningsnorm voor systeembanken als ING. Hoe moet deze norm er uitzien? En gaat ‘ie werken?

Ralph Hamers (rechts) en Jeroen van der Veer (midden) vorig tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van ING.
Ralph Hamers (rechts) en Jeroen van der Veer (midden) vorig tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van ING. Foto Olaf Kraak/ANP

Mark Rutte (VVD) gaf vrijdag de voorzet en GroenLinks-leider Jesse Klaver maakte ‘m zondag kundig af. Ze blijken in essentie hetzelfde te denken over de voorgestelde 50 procent opslag voor ING-topman Ralph Hamers.

Na de ministerraad zei Rutte vrijdag dat banken zoals ING, die een vitale functie hebben in het geldverkeer, de zogeheten systeembanken, een „soort semi-overheidsinstellingen” zijn. Zij kunnen niet zomaar op de beloningsmarkt hun gang gaan.

ING ontketende donderdag een politieke storm door dat wél te doen. De bank wil de totale beloning (salaris plus bonus) van Hamers met 50 procent verhogen tot 3 miljoen euro. Dat moet de achterstand van Hamers op topmanagers van vergelijkbare internationaal actieve bedrijven deels dichten. Hamers krijgt een extra aandelenpakket van 875.000 euro.

In reactie daarop kondigde Klaver zondag nog deze week een wetsvoorstel aan dat de zeggenschap over topbeloningen bij banken in handen legt van de minister van Financiën. Nu is dat Wopke Hoekstra (CDA), die evenals Rutte zijn ongenoegen heeft uitgesproken over de beloningsexplosie bij ING. In Klavers visie moet de minister van Financiën een vetorecht krijgen over topbeloningen bij systeembanken omdat de overheid en de belastingbetalers banken als ING redden.

Politici reageerden verontwaardigd op de hogere beloning voor Hamers. Het is niet de eerste beloningsrel bij ING. Lees ook: ING worstelt al 20 jaar met beloningen

Absolute beloning

Klavers angst: een herhaling van 2008. Toen redden overheden wankelende banken om spaargeld veilig te stellen. Maar de economie stortte in. Werkloosheid sloeg wild om zich heen. Pijnlijke bezuinigingen voor de burgers volgden om de ontregelde staatsfinanciën te saneren.

De vraag is wat Klaver wil bereiken met zijn politieke toets van topbeloningen bij banken. Er is wetgeving tegen excessieve bonussen, die bestuurders en topkader kan stimuleren om excessieve risico’s te nemen in de wetenschap dat hun bank toch wel wordt gered. Daarover klaagt Klaver niet, dus het gaat GroenLinks kennelijk om de absolute beloning. Dus om inkomenspolitiek in de top van het bankwezen.

Dat moet wel in wetgeving te regelen zijn. De beloning met bonussen is dat immers ook. En bij échte staatsbedrijven, waar de overheid alle of de meeste aandelen heeft, kan het ook.

Maar ING ís geen staatsbedrijf, de staat bezít geen aandelen, er is hoogstens een papieren garantie van steun in barre tijden. Ondertussen is ING een internationaal bedrijf met internationale aandeelhouders en deels internationaal topkader. Dus als Klaver enige kans wil maken om de regeringspartijen achter zijn voorstel te krijgen, zal hij met een praktische beloningsnorm moeten komen. Niet met iets dat geënt is op de publieke sector. Dus geen balkenendenorm, zoals dat vroeger in de publieke sector heette. Bovendien geeft het verwarring. Oud-minister president Jan Peter Balkenende (CDA) is bij ING commissaris.

De ‘klavernorm’ moet aansluiten op het karakter en de interne beloningsverhoudingen van ING. Vergelijkbare banken zijn er niet. De Rabobank heeft geen beursnotering. ABN Amro is nog deels in staatshanden. Kijk dus naar de ambities van ING als financiële techneut. Bij kaartenmaker Tomtom is de interne beloningsverhouding van de topman versus de gemiddelde werknemer 25 tegen 1. Bij chipmachineproducent ASML 32 tegen 1. Bij DSM, een bedrijf met een duurzame beloningsnorm, is het ook 32 tegen 1. Nu is het bij ING 33 tegen 1. Dat geeft de bandbreedte voor een ‘klavernorm’ voor de beloning van de topman ten opzichte van de gemiddelde werknemer van ergens tussen 25 en 32.

Beursgenoteerde bedrijven moeten sinds dit jaar rapporteren over het verschil in beloning tussen de top en de werkvloer. En wat blijkt? De groeiende kloof zit 'm in bonussen

Klassieke werkgeverstaak

Hoe zullen de zes belangrijkste belanghebbenden bij ING hierop reageren? Allereerst: de klant. Die is opgelucht en zoekt zijn heil niet elders.

Twee: de Europese Centrale Bank (ECB), de toezichthouder op ING. De ECB zal beseffen dat politici de wet maken.

Maar (internationale) beleggers, de derde groep, worden kopschuw van extra overheidsinterventies. Bestuurders die over hun schouder naar politici (moeten) kijken, zijn niet bezig met groei. Dus: ING is geen aandeel waar je er lekker veel van wilt hebben. Het gevolg daarvan is dat het lastiger voor ING wordt om nieuw kapitaal aan te boren voor expansie of overnames.

Maar er is ook een keerzijde. ING kan juist extra aantrekkelijk zijn voor geduldige financiers, die een stabiele bank prefereren. Denk aan pensioenfondsen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Nederlands pensioenkapitaal liever in het buitenland wordt belegd.

En er is nog een nadeel. Als internationale beleggers ING vaker links laten liggen, zal de overheid niet afzijdig kunnen blijven als er een vijandige overname volgt omdat die ING-aandelen zo goedkoop zijn.

De vierde groep is de raad van commissarissen. Zij zijn de werkgever van Hamers. Het vaststellen van de beloning is een klassieke werkgeverstaak. Wie wil nog commissaris zijn als je een ja-knikker bent bij de beslissing van de minister van Financiën?

Nummer vijf is ING zelf. Een van Hamers voorgangers, de Belg Michel Tilmant zinspeelde ruim tien jaar geleden op vertrek van het hoofdkantoor uit Nederland als iedereen zo bleef zeuren over die topbeloningen. Het is geen plausibel dreigement meer. Het is nu spelen met vuur.

Belanghebbende zes is Hamers zelf. Gaat hij weg als ING zijn beloning niet verhoogt? Nee. Hij zou alle vooroordelen bevestigen dat een topman het alleen maar om het geld doet.

Lux et Libertas Lees ook het commentaar: U bent de samenleving, ING