Een parkeerplaats nabij skioord Sassotetto, Midden-Italië, finishplaats van de koninginnenrit deze Tirreno-Adriatico. Op het dak van een Sunweb-wagen staat alleen de fiets van renner 181. Het zadel is aan de linkerkant geschaafd, net als het stuur en beide trappers. De winnaar van de Giro heeft een serieuze schuiver gemaakt en ligt uit de wedstrijd. Ergens in de teambus likt hij de wonden aan zijn borstkas, ribben, voet, handen. Het was al gauw duidelijk dat hij niet meer verder kon. Hij zal zo één keer kort zijn verhaal komen doen, zegt de ploegarts.
Een half uur later gaat Tom Dumoulin in de deuropening van de bus zitten. Zijn linkersok bungelt aan zijn voet om een schaafwond boven zijn enkel aan de lucht te laten drogen. Om zijn pink zit een verband dat hij met trillende hand aandrukt. Dumoulin is kapot, fysiek en mentaal. „In een afdaling koos ik de verkeerde lijn”, vertelt hij zachtjes. „Ik kwam in een net geasfalteerd stuk terecht en schoof onderuit, op mijn borst. Een paar seconden kreeg ik geen lucht. Alsof je een bal in je maag krijgt. Ik probeerde nog wel door te gaan, maar het deed te veel pijn. Het ging niet meer.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/05/data14699548-2749e3.jpg)
Hoge verwachtingen
Tom Dumoulin beleeft een rampzalige start van een seizoen waarin een hoop mensen van hem verwachten dat hij zich in de grote wedstrijden kan blijven meten met de wereldtop. Na de Giro-zege en de wereldtitel tijdrijden zal hij zich nu blijvend vestigen tussen de allergrootsten, denken fans, journalisten, collega-renners misschien ook. Overal waar hij van start gaat, hoort hij bij de favorieten.
Maar zo makkelijk is dat niet. In de Ronde van Abu Dhabi twee weken geleden schoof hij al tegen het asfalt en kreeg hij daarna tot twee keer toe te maken met materiaalpech, waardoor hij in het algemeen klassement geen rol van betekenis meer kon spelen. In de eendagswedstrijd Strade Bianche liep hij daarna een infectie aan de bovenste luchtwegen op, waardoor hij ook verzwakt aan de Tirreno begon. Aan de vooravond van die rittenkoers temperde hij al de verwachtingen. Hij klaagde over keelpijn, was bepaald niet fit. Hij zou de ploegentijdrit wel overleven, en daarna moest hij maar zien wat hij waar was. Tot zaterdag hield hij zich knap staande, hij handhaafde zich in de toptien. Maar fit werd hij niet, hij bleef sukkelen. En toen dus die val.
De rollen zijn nu omgedraaid. Niet Tom Dumoulin, maar Wilco Kelderman is de titelkandidaat.
„Het heeft nog geen moment meegezeten dit seizoen”, zegt Dumoulin in de bus, met een holle blik in zijn ogen. „Nu voel ik me vooral kut, ik baal hier ontzettend van. Maar ik kan er niks aan veranderen. Ik ben moe, moet hiervan zien te herstellen. Ik neem nu eerst een paar dagen vrij.” Na vijf minuten verdwijnt hij achter geblindeerde ramen.
Wilco Kelderman
Iets meer dan een uur later zoeft ploegmaat Wilco Kelderman de parkeerplaats voorbij. Met het wegvallen van Dumoulin zijn nu alle ogen op hem gericht. Onderweg naar Sassotetto voert hij een groepje wereldtoppers aan en afgaande op zijn gelaatstrekken gaat hem dat gemakkelijk af. Maar dat beeld moet hij even later bij de bus bijstellen, als hij wordt opgewacht door een mecanicien met een sigaret in zijn mond. Kelderman lacht ongemakkelijk, klimt dan op een rollerbank en begint rustig te beschouwen. „Ik was zeker niet meer fris”, zegt de kopman van Team Sunweb. „Ik zat er ook aardig doorheen. Het zijn vervelende dagen. Gisteren verloren we Simon [Geschke, brak zijn sleutelbeen, red.] en Søhren [Kragh Andersen, viel ziek uit, red.] en vandaag ook nog Tom. Die mis je. Zeker op zo’n klim is het wel lekker als je met z’n tweeën omhoog kan fietsen. Maar goed, uiteindelijk is wielrennen een individuele sport. Hier moet ik het mee doen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/05/web_2705zat_test_dumoulin_basis.jpg)
Kelderman heeft dan nog geen idee dat hij door zijn achtste plaats in de etappe in het algemeen klassement naar plaats drie in het klassement is geklommen, met elf seconden achterstand op Damiano Caruso uit Italië. Als een verslaggever dat op een telefoon laat zien, krullen zijn mondhoeken omlaag en fronst hij van verbazing. Met nog een heuvelachtige etappe op zondag, eentje voor de sprinters op maandag en een afsluitende tijdrit van iets meer dan tien kilometer op dinsdag is Wilco Kelderman ineens een serieuze kandidaat voor de eindzege in de Tirreno-Adriatico. De laatste Nederlander die dat deed was Thomas Dekker in 2006. Kelderman wil daar nog helemaal niet aan denken. „Ik moet nu gewoon goede finales rijden en dan gaan we het wel zien. De Tirreno is een lastige ronde, het niveau is hoog en iedereen begint moe te worden. Maar het kan nog wel eens heel verrassend gaan lopen.”
Dan stapt hij van zijn fiets en in de teambus, waar een geknakte Giro-winnaar op hem wacht. De rollen zijn nu omgedraaid. Niet Tom Dumoulin, maar Wilco Kelderman is de titelkandidaat.