Alsof ‘het op je heupen krijgen’ een wetenschappelijke onderbouwing nodig had. Een persbericht van de North American Menopause Society trok deze week ferme conclusies. „Een nieuwe studie oppert dat de hoeveelheid buikvet die een vrouw heeft haar risico op het ontwikkelen van een angststoornis doet toenemen.”
De studie, gepubliceerd in het blad Menopause, is gedaan onder 5.580 vrouwen van rond de 50, afkomstig uit elf verschillende landen in Latijns-Amerika. Maar liefst 61,3 procent van de vrouwen was angstig volgens een score op basis van een korte vragenlijst. En ze waren vaak fors, met een gemiddelde heup-lichaamslengteverhouding (Waist to Height Ratio, WHtR) van 0,54. Voor vrouwen geldt een waarde tot 0,49 als gezond; boven de 0,58 als erg ongezond.
Met de verzamelde gegevens sloegen de onderzoekers aan het rekenen, waarbij ze de deelnemers indeelden in drie categorieën op basis van hun WHtR. De vrouwen in de hoogste WHtR-klasse hadden een significant hoger risico op angsten: 68,4 procent van hen had daar mee te kampen, tegenover 55,8 procent van de vrouwen in de laagste klasse. Maar maakte het extra vet hun angstiger?
Het persbericht suggereert dat dit zo is, maar in het artikel staat duidelijk dat uit deze gegevens geen oorzakelijk verband gelegd kan worden. Dat klopt, laat penvoerder Edward Mezones Holguín vanuit Lima weten. „Ik heb het persbericht niet van tevoren gelezen”, verklaart hij. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is volgens Mezones dat angsten vaker voorkomen bij gezettere vrouwen, onafhankelijk van de overgang. Dat is echter niet het accent dat het persbericht legt. Mezones blijft echter hoffelijk, en zegt dat hij de uitsmijter van het persbericht onderschrijft. Namelijk dat WHtR een goede indicator is om patiënten nader te screenen op angstklachten.