Overal in Europa groeit kritiek op publieke omroep

Referendum Zwitserland stemt zondag over de toekomst van de publieke omroep SRG/SSR. Ook in andere Europese landen wordt het functioneren van de openbare omroepen ter discussie gesteld.

Het Zwitserse referendum gaat over het afschaffen van de contibutie aan openbare radio- en tv-programma’s
Het Zwitserse referendum gaat over het afschaffen van de contibutie aan openbare radio- en tv-programma’s Foto Reuters

Op een dag in januari kreeg Laura Zimmermann in Zürich een doodsbedreiging. De jonge vrouw was op tv geweest, in een debat van het Duitstalige programma Arena over een referendum, op 4 maart, over de publieke omroep. Het referendum draait om één vraag: moet de hoge contributie van elke Zwitser aan openbare radio- en tv-programma’s worden afgeschaft? Het referendum komt er op verzoek van jonge ‘radicale liberalen’, ultraconservatieve jongeren, gesteund door de rechtspopulistische regeringspartij SVP. Zimmermann betoogde bij Arena dat de omroep kapotgaat als je het kijk- en luistergeld stopzet: dit beslaat 75 procent van de totale financiering. Een publieke omroep, zei zij, is van vitaal belang in een directe democratie die uit vier taalgroepen en 26 autonome kantons bestaat: „Burgers stemmen vier keer per jaar over complexe onderwerpen. Ze moeten grondig en breed geïnformeerd zijn.”

Zimmermann, een van de leiders van Operatie Libero – jonge activisten die vechten voor een open, pluralistisch Zwitserland –, is niet de enige die bedreigd werd omdat ze haar mening gaf. Zwitserland is wat gewend, maar zo agressief zijn campagnes zelden. Journalisten worden uitgemaakt voor „luiaards”, „profiteurs” en „linkse parasieten”. De Stasi en Hitler worden erbij gehaald. Toen een van de initiatiefnemers van het referendum, de student Nicolas Jutzet, op de radio zijn grote bezwaar tegen het kijk- en luistergeld uitlegde – „het moet elke Zwitser vrijstaan niet te betalen voor een omroep waar hij niet naar kijkt of luistert” – stuurde een luisteraar hem dit: „Hela nazi’s, ik zie je zo met een snorretje onder je neus”. Simpel provoceren volstaat niet meer tijdens campagnes, zei politicoloog Mark Balsiger tegen de krant Le Temps. „Je moet taboes doorbreken, je opponent bedreigen en het zwijgen opleggen.”

Ideologisch gevecht om de publieke ruimt

De reden dat een debat over kijk- en luistergeld zo uit de klauwen loopt, is dat meningen over de toekomst van de democratie en de instituties in Zwitserland sterk gepolariseerd zijn. De openbare omroep zit in het hart van een ideologisch gevecht om de publieke ruimte. Ook in andere landen stellen (ultra)conservatieven het functioneren van openbare omroepen ter discussie. In Oostenrijk haalde de FPÖ-vicepremier op Facebook zo hard uit naar een journalist dat de omroep naar de rechter stapte. In Polen worden journalisten geacht de regeringslijn te vertolken. In Nederland wil Thierry Baudet een weerman ontslaan die iets zegt waar hij het niet mee eens is.

Volgens Jutzet is de nieuwsgaring bij de publieke omroep „niet neutraal”. Toch is de SRG/SSR, zoals ze officieel heet, een van de weinigen in Europa die niet door de staat gefinancierd is en onafhankelijk is. Al sinds de jaren dertig dragen burgers met kijk- en luistergeld 75 procent van de kosten. Het geld wordt geïnd door een onafhankelijk bureau, Billag (dit referendum heet ‘No Billag’), en direct overgemaakt naar de omroep. De overige 25 procent komt uit advertenties. De staat draagt geen cent bij. Dat Zwitserland een complex land is, waarin elke taalgroep eigen programma’s heeft, maakt de omroep duur. Zwitsers betalen 451 frank (391 euro) per huishouden per jaar; vanaf 2019 is dat 365 frank. Er zijn ook commerciële zenders, maar geen daarvan is nationaal actief: allen opereren binnen één klein taalgebied of kanton. Veel Italiaanstaligen kijken naar de RAI, Franstaligen naar de Franse televisie, enzovoort. Bij de commerciële zenders gaat daarom relatief weinig geld om. De enige die correspondenten in Brussel kan betalen en topvoetbalwedstrijden en Hollywoodfilms kan uitzenden, is de publieke omroep. Zij is verplicht aandacht aan andere landsdelen en minderheden te besteden. 94 procent van de Zwitsers kijkt of luistert ernaar. „Dit zorgt voor nationale cohesie binnen een sterk gedecentraliseerd land,” zegt Flavia Kleiner van Operatie Libero. „Dit is onze enige Zwitserse ‘agora’. Private omroepen berichten vooral over hun eigen Bahnhofstrasse.”

Nederlanders betalen relatief weinig aan de publieke omroep

Afslanking en hervorming

Dit is de SVP, ’s lands grootste politieke partij met eigen communicatiekanalen, net als de Oostenrijkse FPÖ of het Franse FN, een doorn in het oog. Zij zien de publieke omroep als geldverslindende machine vol Zwanggebühren (gedwongen lading), een partijdig monster dat met rugdekking van andere partijen alsmaar groeit. In die kritiek staat de SVP niet alleen: de omroep is een log apparaat dat zich moeilijk laat hervormen. Een jonge bankier in Genève zegt dat zij het kijk- en luistergeld wil behouden omdat je „vitale publieke instellingen niet moet privatiseren”. Maar omdat peilingen uitwijzen dat het referendum het waarschijnlijk niet haalt, stemt zij zondag vóór No Billag. Als waarschuwing: „We houden het kijk- en luistergeld, maar zie dit niet als vrijbrief om alles bij het oude te laten. Hervormingen zijn nodig!”

De regering lijkt die boodschap te hebben begrepen. Zij heeft net een plan gelanceerd voor afslanking en hervorming van de SRG/SSR. Komende maanden wordt dit in het parlement besproken. De toon is daar meestal wat bedaarder.