Hollywood en andere creatieve industrieën zijn voer voor de geest. Ze teleporteren ons naar andere dimensies en tijden, naar een droomwereld van superhelden waar alle ingrediënten aanwezig zijn om het grote kwaad volledig uit te roeien. Zo ook in Black Panther, de nieuwe film van Marvel Studios die twee weken geleden wereldwijd in première ging. ‘Eindelijk, voor het eerst een superheldenfilm waar ik mij als zwarte persoon in herken’ was een veelgehoorde reactie op de film die 200 miljoen dollar als productiebudget had.
‘Zwarte excellentie’ werd ook veel via ‘Black Twitter’ geroepen, waarmee zwart succes wordt gevierd. Black Panther is vooral een antwoord op de bijna wanhopige hunkering naar ‘positieve verhalen’ onder zwarte mensen in de westerse wereld. Na vier eeuwen vol negatieve verhalen en stereotypering over het zwarte lichaam is zo’n verlangen geheel begrijpelijk.
Mensen raken opgewonden door Black Panther omdat de vraag naar het centraal stellen van minderheden in de media veel groter is dan het beschikbare aanbod, concludeerde het Amerikaanse online magazine Vox om de hype rondom de Marvelfilm te verklaren. Maar we zijn al langer gewaarschuwd. ‘Don’t believe the hype’ rapte Public Enemy al in 1988. Want wie verder dan de hype rondom Black Panther kijkt ontdekt minstens twee lelijke waarheden: de exotisering van Afrika en de kapitalisering van zwarte hoop. Na het inzien van deze lelijke waarheden is iedere gehypte doch kritiekloze receptie van Black Panther op z’n minst potsierlijk.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/02/data24709682-cc8767.jpg)
Te beginnen met de exotisering van Afrika. Black Panther speelt zich af in een fictief koninkrijk in centraal-Afrika genaamd Wakanda. De metaforisch soevereine staat van koning T’Challa (de Black Panther) heeft geen kolonisatie gekend. Het is tevens het meeste welvarende land ter wereld. Dat is te danken aan haar monopoliepositie op vibranium, een zeldzame (fictieve) grondstof waarmee Wakanda dankzij haar wetenschappelijke kennis ongekende technologische vooruitgang boekt.
Ik ben geboren in Congo en kon tijdens het kijken naar Black Panther niet ontkomen aan het contrast tussen Wakanda en mijn land van afkomst. Het is net als Wakanda theoretisch het rijkste land ter wereld is dankzij haar natuurlijke grondstoffen als goud, diamant, water en coltan. Dat laatste is noodzakelijk voor de technologische industrie, zoals de mobiele telefoon en de elektrische auto. Het centraal-Afrikaanse land heeft meer dan zestig procent van de wereldwijde coltan tot haar beschikking. Maar anders dan Wakanda heeft Congo helaas geen functionerende staat en beschikt zij niet tot de kennis om van haar grondstoffen hoogwaardige eindproducten te maken. In plaatst daarvan is het land al vier eeuwen een speelbal tussen wereldmachten die haar grondstoffen roven en haar ogen sluit voor het bloed dat vloeit door alle oorlogen die daar tot op de dag van vandaag woeden.
In Afrika, waar de film zich fictief afspeelt, bestaat er geen succesvolle zwarte natie
Wakanda bestaat niet, het is niets meer dan een van de vele verbeeldingen van Afrika waarvan westerlingen zich al zo’n vijf eeuwen een levendige voorstelling hebben gemaakt, aldus Jelani Cobb in The New Yorker. Met andere woorden, de westerling (lees: de witte man) heeft geen monopolie meer op de exotische beeldvorming van Afrika. Nu zijn de nazaten van de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de Afrikaanse diaspora aan de beurt om hun eigen beeld van Afrika en zwarte mensen te verkopen. Via de ogen van de jonge Afro-Amerikaanse regisseur Ryan Coogler verkoopt Black Panther een mythisch beeld van zwart Afrika dat een absolute tegenpool is van het vertrouwde beeld dat zwart Afrika en haar bewoners als minderwaardig beschouwt. Denk aan de schaamteloze IQ-discussie in ons land anno 2018, en de Amerikaanse president die Afrikaanse landen ‘shithole countries’ noemt.
En dat brengt ons bij de tweede lelijke waarheid: de kapitalisering van zwarte hoop. Met Black Panther laat Coogler zwarte mensen dromen, want de gepresenteerde Wakanda is ver van de realiteit. In Amerika, waar de film is gemaakt, gaat de levensverwachting onder volwassenen Afro-Amerikaanse mannen omlaag. In Afrika, waar de film zich fictief afspeelt, bestaat er geen succesvolle zwarte natie. Dat laatste stelde de Nigeriaanse auteur en academicus Chigozie Obioma twee jaar geleden al in Foreign Policy. Volgens de auteur zal vernedering en de hopeloosheid van zwarten in Amerika niet eindigen totdat er een ‘eersteklas’ Afrikaanse natie is, om zwarte mensen echte hoop te geven.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/02/data24895173-9c78d2.jpg)
Omdat het de taak van creatieve industrieën is om ons uit de werkelijkheid te laten ontsnappen, speelt Marvel met Black Panther in op de behoefte van zwarte mensen aan een succesvolle zwarte natie. Het feit dat de film nu tot de beste verkochte Marvelfilms behoort is geen verrassing. Het toont aan dat grote productiemaatschappijen op een slimme manier op de zwarte hoop inspelen en daar miljarden aan verdienen.
Ik gun iedereen een feestje over zwarte excellentie op de rode loper naar aanleiding van Black Panther. Maar ik geloof niet dat zwarte excellentie die Hollywood verkoopt de moeite waard is om te vieren. Het is een gecommercialiseerde en oppervlakkige versie van zwart zijn, met als doel ons te entertainen. Want je kunt van de werkelijkheid ontsnappen, maar het is de vraag of de werkelijkheid jou uit oog verliest. En die werkelijkheid kent geen rode lopers.