Ze vloog over het ijs, haar hoofd rood aangelopen, met bovenbenen twee keer zo dun als die van de concurrentie. Je zou haar bijna verankeren als een pas geplante boom bij een harde windvlaag. Zes seconden sneller dan ze ooit was, in de allereerste vijf kilometer die ze op het hoogste niveau reed tegen de grote mevrouwen op deze afstand: Martina Sablikova, Claudia Pechstein, Ivanie Blondin. Esmee Visser uit Beinsdorp in de Haarlemmermeer, 22 jaar, de gouden verrassing die eigenlijk geen verrassing meer was.
Maandagmiddag 12 februari. Visser fietst uit in de sportersruimte van de ijsbaan in Gangneung. Een wel héél klein verzetje. Haar stem trilt mee met de trappers. Ze had tijdens de training even daarvoor het tempo bepaald van een groepje met ook Antoinette de Jong en Irene Schouten. Haar coach Remmelt Eldering schreeuwde elke ronde de tijden toe. Ze reed rondjes 31,2. „Doe even normaal”, had hij gezegd. „Joh, maar het gaat lekker”, zei zij.
Visser moet tegenwoordig op zoek naar antwoorden op vragen die een half jaar geleden nog belachelijk leken. Er volgen dan vaak wat langere pauzes en veel nerveus gelach. Twee jaar geleden reed ze haar rondjes op de ijsbaan van Haarlem voor de Leimuidense ijsvereniging Nut en Vermaak, die met Bob de Jong al een olympisch kampioen leverde. Nu al is het de club van Bob de Jong én Esmee Visser – De Jong is fan. Basisschoolkinderen uit Leimuiden werden uitgenodigd in het Olympisch Stadion in Amsterdam naar haar vijf kilometer te gaan kijken. Enkele leden van de club zijn naar Zuid-Korea gevlogen, onder wie een speciale verslaggever. Voor het clubblad.
„Is haar eigen schuld”, zou coach Eldering even later zeggen over zijn „topwijffie”. „Moet ze maar niet zo hard rijden.” Goud won ze op de ploegenachtervolging tijdens de WK junioren in 2015, maar die prestatie krijgt het gemiddelde publiek niet mee. Ze reed ook wel op Nederlands kampioenschappen, maar in de marge. Intussen studeerde ze farmaceutische wetenschappen aan de Vrije Universiteit. Daar lieten ze haar de studie combineren met het schaatsen.
Dit seizoen, het eerste met Eldering onder de vlag van Plantina, werd alles anders. 7.14 minuten in de eerste vijf kilometer van de ijsperiode, 7.02 op de NK afstanden – goed voor een vijfde plaats. Daarna 6.58 in de B-groep van de wereldbekerwedstrijd in Stavanger en de 6.56 op het olympisch kwalificatietoernooi in Heerenveen. Ze mocht naar Pyeongchang, maar ze vroeg wel aan haar coach „wanneer zijn die Spelen”. Weer een paar weken later won ze Europees goud op de drie kilometer, niet eens echt haar afstand.
Trainen met de jongens
Waarom het dit seizoen nou met zulke stappen gaat? Visser is een trainingsbeest, maar Eldering heeft het vooral over „een flow”. Visser noemt het „een positieve spiraal”, alle ervaringen die ze nu opdoet in korte tijd. Wat wel helpt, is het trainen met de jongens. Louis Hollaar, Lex Dijkstra, schaatsers die variëren in niveau, maar waar ze zich mooi aan kan vastklampen. „Ik wil echt niet lossen”.
Visser vindt de Spelen in Zuid-Korea bonus-Spelen, maar ze merkt wel dat er over haar wordt gepraat. Let op die Visser, die gaat verrassen. Concurrenten komen naar Eldering toe. Even hoi zeggen, maar ook even vragen waar hij haar vandaan heeft. „Ik wil de druk voor mezelf niet te hoog hebben. Als ik het al van de daken ga schreeuwen, dan gaat iedereen dat doen. Maar ik wil niet over het resultaat nadenken.” Eldering ziet het als zijn taak om haar een beetje in bescherming te nemen, maar hij is wel eerlijk. Hij heeft haar verteld wat ze zou kúnnen rijden een paar dagen later. „Ja, dat ga ik natuurlijk niet nu zeggen.”
Steeds meer mensen willen wat van haar, het is wennen. „Nu stromen berichten binnen. Ik wil niet opeens arrogant zijn of naast mijn schoenen gaan lopen, maar het is niet te doen iedereen te antwoorden. Ik snap nu wel hoe een Kramer of een Wüst zich gedragen. Je prestaties worden er zo niet beter op.”
Crowdfunding
Sponsors heeft ze nog niet, ze bekostigt haar materiaal met geld uit crowdfunding via een platform van drievoudig olympisch kampioen Yvonne van Gennip. Maar intussen willen allerlei merken zich „opeens” aan haar binden. „Als je het heel goed doet, komen er allemaal mensen naar je toe en kun je dingen krijgen. Maar de weg naar de top is zoveel moeilijker en dan heb je dat zoveel meer nodig en krijg je dat niet. Ik had het liever twee jaar geleden gehad dan nu.”
„Voor mezelf komt dit allemaal niet écht ineens”, zegt Visser. Haar stem trilt mee met de trappers van de fiets. „Ik vind dat ik een mooie progressie heb. Ik vind dat sommigen bij de junioren er ineens zijn en dan proberen ze door te stromen, maar dat gaat dan heel lastig. Ik ben blij dat ik er zo kom. De media kijken er wat zwart-witter naar. Die volgen echt alleen de toppers en als je daar net iets onder valt, ben je onbekend. Ik vind het prima hoor, anoniem rondrijden.”
Vier dagen later staat ze daar, een beetje verbouwereerd, op de hoogste trede van het podium. Een nieuw hoogtepunt rijker, een last armer. Want was ze zenuwachtig geworden. Van de druk, van haar eigen droom over een huldiging, van al dat goud van andere Nederlanders. Alsof ze nu zelf móest, maar ze wilde het vooral ook zo graag. Aan de vooruitgang van Esmee Visser komt waarschijnlijk nog even geen einde. Die blijft wel vliegen.
Correctie 17-02-2017: In een eerdere versie van dit artikel stond dat Esmee Visser biomedische wetenschappen studeerde aan de Vrije Universiteit. Ze studeerde farmaceutische wetenschappen. In deze versie is dat aangepast.