Al sinds 2004 mag op de werkvloer niet gerookt worden en sinds 2014 moet de horeca rookvrij zijn. Deze week besloot het Gerechtshof in Den Haag dat ook rookruimtes in de horeca niet mogen.
Tom Voeten is TV, Matthijs Pontier is MP.
TV:„Roken is een zware verslaving met veelal dodelijke afloop. Er zijn 3 miljoen dagelijkse rokers in Nederland. Iedere dag sterven er meer dan vijftig aan hun verslaving. Roken is een maatschappelijke ramp. We moeten onze kinderen beschermen tegen deze dodelijke verslaving. Sigaretten moeten zoveel mogelijk uit het gewone leven en straatbeeld verdwijnen. Ook omdat roken voor anderen hinderlijk is en meeroken net zo kankerverwekkend kan zijn als roken zelf.”
MP:„Die 3 miljoen verslaafden zijn niet gebaat bij verdere stigmatisering. Rokers kregen er al mee te maken dat zij – letterlijk – in een hokje werden weggestopt. Dat nam de gevolgen van meeroken weg. Je kunt nu niet meer stellen dat niet-rokers in de horeca door rokers gedupeerd worden. Als we op te veel plekken waar mensen samenkomen verbieden dat mensen kunnen roken, dreigen rokers in een sociaal isolement te komen.”
TV:„Waarom gaan jongeren roken? Omdat ze anderen zien roken, op feestjes, in de horeca en bij evenementen. Willen we voorkomen dat kinderen gaan roken, dan moeten we het stoere, gezellige imago van roken geheel afbreken. Het doel is niet rokers te kleineren en stigmatiseren. Niet de roker maar het roken willen we sociaal isoleren. Horeca heeft een belangrijke sociale functie, maar daarvoor is een verslaving stimuleren juist contraproductief. Rokers zijn vroeg of laat de grootste slachtoffers; ze zijn verslaafd, krijgen medische klachten, en sterven vroeger en vooral eerloos. Rokers moeten we helpen en niet laten stikken.”
MP:„Je zegt rokers niet te willen isoleren, maar dat is toch precies wat het resultaat is als rookruimtes verdwijnen? Zonder rookruimtes zal het duidelijk zijn dat rokers niet welkom zijn. Het aanbieden van een rookruimte is niet ‘het stimuleren van een verslaving’, maar het voorkomen van segregatie. Zonder rookruimtes zullen niet-rokers steeds meer gescheiden van rokers gaan leven. Dat zal het juist moeilijker maken voor hen om te stoppen. Rokers zijn inderdaad de grootste slachtoffers in dit verhaal. Juist daarom verdienen zij geen straf, stigmatisering en sociale isolatie.”
Zijn rokers alleen maar slachtoffers? Ze kiezen er toch zelf voor om te blijven roken?
TV:„Rokers zijn nagenoeg allemaal als kind of puber begonnen op het schoolplein, op feestjes of in de horeca. Bij degenen die vervolgens rokend volwassen worden kun je niet spreken van eigen vrije keuze.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/09/roken.jpg)
„Mensen moeten de vrijheid hebben om een wel afgewogen keuze te maken. Wanneer je verslaafd bent, wordt die mogelijkheid ernstig verstoord. Daarom kun je rokers moeilijk verantwoordelijk houden voor hun eigen verslaving.”
Als de rokers niet meer in een rookruimte mogen, gaan ze gewoon voor de deur staan roken
MP:„Dat is dan inderdaad de mogelijkheid die overblijft. Niet-rokers zullen terecht klagen dat ze door een rookgordijn moeten als ze ergens naar binnen of buiten willen. Dat lijkt me ook geen wenselijke situatie.”
TV:„Dat rokers nu vaker voor de deur gaan roken is inderdaad een reëel probleem. Daarom is het belangrijk dat we de niet-roken norm snel doortrekken naar terrassen en alle drukke openbare gebieden. Essentie blijft dat je als roker anderen niet mag hinderen.”
MP:„Bij slecht weer is buiten roken ook geen realistische optie. Het gevolg zal zijn dat rokers plekken op zullen zoeken waar ze wel kunnen samenkomen en roken.”
TV:„ De wereld opdelen in rokers en niet-rokers is niet verstandig. De horeca is er voor iedereen, alleen het roken past hier op geen enkele wijze bij. In tientallen landen waar rookvrije horeca is ingevoerd zien we dat de nieuwe situatie binnen enkele maanden geaccepteerd is als het een duidelijke norm is. In Nederland zijn we jaren verder en nog hebben we discussies en problemen met handhaving. Een wet kan nooit een norm worden als er allerlei uitzonderingen blijven. Rookhokken zijn een ondermijning voor de rookvrije horeca.”
MP:„Een duidelijk beleid is inderdaad nodig. Dat zou volgens mij juist moeten zijn dat rokers op plaatsen roken waar zij geen overlast veroorzaken voor niet-rokers, zonder volledig van hen afgescheiden te worden. Duidelijke rookruimtes met goede afzuiginstallaties zijn dan dus een goede, duidelijke oplossing. „Bovendien: Als rookruimtes verboden worden, is dat oneerlijk voor kleine horeca-ondernemers die net dure afzuiginstallaties hebben aangeschaft en aparte ruimtes hebben ingericht. Hun investeringen zouden in een klap waardeloos worden.”
TV:„Nog steeds zijn er horeca-ondernemers die zich meer zorgen maken om hun investering in het rookhok dan om de gezondheid en welzijn van hun gasten. De horeca is vooral slachtoffer van het onduidelijke en zwalkende beleid. Dat het rookverbod nadelig is voor de horeca is een misplaatste angst gebleken. De horeca maakt al jaren toptijden door met omzetten als nooit tevoren.”