Dagen van meer dan 12 uur, 1 keer per maand vrij

Dwangarbeid op werf Noord-Koreaanse arbeiders werkten onder slechte omstandigheden bij een Poolse werf met Nederlandse klanten.

Op de Partnerscheepswerf in Polen werken vermoedelijk Noord-Koreaanse dwangarbeiders.
Op de Partnerscheepswerf in Polen werken vermoedelijk Noord-Koreaanse dwangarbeiders. Foto Andrew Testa/The New York Times

Een Poolse scheepswerf die schepen levert voor Nederlandse bedrijven maakte gebruik van tientallen Noord-Koreaanse dwangarbeiders. Dat blijkt uit onderzoek van het Leiden Asia Centre (LAC) van de Universiteit van Leiden, het Deense mediacollectief Why Foundation en De Correspondent. Wat is hier precies aan de hand, en vijf andere vragen.

  1. Wat is er aan de hand?

    De Noord-Koreanen werkten van 2011 tot eind 2017 op de Partner-scheepswerf in Police, dichtbij de Duitse grens. De Partnerscheepswerf bouwde in die tijd 43 schepen. Minstens 36 daarvan waren bestemd voor elf Nederlandse scheepsbouwers. Het gaat onder meer om Shipkits (later omgedoopt tot CIG Shipbuilding), Hartman, Boskalis en Koninklijke Bodewes.

    De arbeiders, tewerkgesteld via het Noord-Koreaanse uitzendbureau Redshield, maakten dagen van meer dan twaalf uur, werkten weekends, kregen slechts één keer per maand rust (vrij) en ontvingen niet meer dan een fractie van het salaris dat officieel in de boeken staat.

  2. Gaat het om een geïsoleerd fenomeen?

    Het verhaal van de Noord-Koreanen in Police past binnen het bredere beeld dat academici, de Verenigde Naties en diverse regeringen schetsen over Noord-Koreaanse dwangarbeid in het buitenland. Het Noord-Koreaanse regime verkoopt de arbeid van zijn burgers via onderaannemers aan bedrijven op verschillende continenten, volgens Korea-deskundige Remco Breuker van het LAC. Hij noemt de regering in Pyongyang „het grootste illegale uitzendbureau ter wereld”.

    Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken schat dat tot 100.000 Noord-Koreanen buiten hun thuisland werken. Tijdens werkverblijven die langer dan drie jaar kunnen duren, zwoegen ze vaak in gevaarlijke omstandigheden. Ze krijgen zelden rust en hokken samen onder permanent toezicht van Noord-Koreaanse oppassers. Die laatsten onderwerpen hen geregeld aan ideologische indoctrinatie-sessies. Het welzijn van hun familie in het thuisland wordt ingezet als drukmiddel, paspoorten worden ingehouden, arbeiders zien slechts een klein deel van hun loon. Pyongyang zou volgens een VN-rapport uit 2015 jaarlijks tussen 1 en 1,9 miljard euro verdienen aan de praktijk.

  3. Waar worden de Noord-Koreanen tewerkgesteld?

    De voornaamste bestemmingen zijn China en Rusland, maar ook in Afrikaanse landen, Arabische Golf-staten en de Europese Unie werken Noord-Koreanen in erbarmelijke omstandigheden. Op het einde van 2016 bedroeg het aantal Noord-Koreaanse burgers met een verblijfs- en werkvergunning in de EU 630. Het grootste aandeel verbleef in Polen: 534 mensen. Ook in Oostenrijk stonden in datzelfde jaar 110 Noord-Koreanen geregistreerd als werknemer.

    In januari 2018 waren nog steeds 460 Noord-Koreaanse arbeiders actief in Polen, volgens het Poolse ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat aantal zal alleen nog dalen: sinds augustus verlenen Poolse overheden geen nieuwe werkvergunningen aan Noord-Koreanen.

  4. Wat zeggen de Nederlandse klanten van de Poolse scheepswerf?

    Grootste Nederlandse klant van de Partnerwerf was Shipkits, dat in 2016 failliet ging. Het Groningse bedrijf bestelde 22 schepen. Oud-directeur Feico Hogeveen sloot tegenover de NOS niet uit dat Noord-Koreanen betrokken waren bij de bouw van schepen voor zijn bedrijf: „Ik denk het wel, maar ze hadden geen bordje om: Noord-Korea.”

    Hartman uit Urk ontdekte in 2015 dat Noord-Koreanen werkzaam waren op de werf. „Wij hebben toen direct uitdrukkelijk verboden Noord-Koreanen op onze schepen te gebruiken”, zei een woordvoerder van het bedrijf tegen De Correspondent.

    Peter Berdowski, topman van Boskalis uit Papendrecht, zei tegen BNR Radio dat zijn bedrijf al sinds 2014 niet meer samenwerkt met de Partnerwerf. En, zei hij: „Ik kan u verzekeren dat in die periode ons niets ten ore is gekomen over dat er sprake zou zijn van de inzet van Noord-Koreanen.”

    Damen Shipyards bestelde via dochter Maaskant Stellendam scheepsrompen bij Crist in Gdynia. Dat bedrijf kwam in het vizier van de Poolse arbeidsinspectie nadat in 2014 een Noord-Koreaanse lasser overleed. Zijn uitrusting, die niet voldeed aan de veiligheidsvoorschriften, had vuur gevat. LAC-onderzoekers onthulden in 2016 dat Noord-Koreaanse arbeiders bij Crist en een andere scheepswerf in Gdynia hun loon moesten afdragen aan hun oppassers.

    „Wij wisten niet dat ze gebruik maakten van Noord-Koreaanse arbeid”, zegt Arold de Vries, woordvoerder van Damen Shipyards. Nadat het nieuws over Noord-Koreaanse arbeid bij Crist bekend werd, vroeg Damen om uitleg. Crist zou toen verklaard hebben dat het volkomen legaal handelde. „Sinds 2014 hebben we daar geen schepen meer gebouwd.” Die beslissing had volgens De Vries niets te maken met het nieuws over misstanden.

  5. Is er nog meer bekend over Noord-Koreanen in Polen?

    Noord-Koreanen bleken de afgelopen jaren ook actief op Poolse bouwwerven en in diverse fabrieken. Zo raakte begin 2017 bekend dat een vijftigtal Noord-Koreaanse vrouwen werkten bij Fructofresh, de grootste Poolse producent van fruitsalade en verse fruitsappen. Lokale media vergeleken hun werkomstandigheden met die in een „werkkamp”. Het bedrijf ontkende alle aantijgingen.

    In 2016 stelde NRC vast dat Noord-Koreaanse arbeiders actief waren bij het bouwen van luxeflats in Warschau. Bij controles in heel Polen bij bedrijven die Noord-Koreanen tewerkstelden, vond de arbeidsinspectie een lange lijst inbreuken op de arbeidsregels. Gevallen van dwangarbeid konden de inspecteurs echter niet aantonen. Hun slagkracht wordt sterk gehinderd door hun beperkte bevoegdheden, angst bij de arbeiders om te getuigen en de taalbarrière.

  6. Hoe reageren overheden?

    De Poolse minister voor Werkgelegenheid Elzbieta Rafalska verklaarde dat Poolse autoriteiten geen nieuwe werkvergunningen meer verlenen aan Noord-Koreanen sinds augustus 2017. Dat die maatregel pas in 2017 genomen werd, is volgens de Poolse regering te wijten aan juridische belemmeringen die het vlotte uitzetten van Noord-Koreaanse arbeiders onmogelijk maakten. Maar een resolutie die de VN-veiligheidsraad aannam in 2017 als reactie op Noord-Koreaanse raketproeven, bracht daar verandering in. VN-lidstaten moeten nu alle Noord-Koreaanse arbeiders binnen twee jaar uitwijzen. EU-landen besloten in het kader van de internationale sancties tegen Pyongyang werkvergunningen voor Noord-Koreanen niet meer te vernieuwen.

    Oud-vakbondsbestuurder en Europarlementariër Agnes Jongerius (PvdA) wil dat alle werkvergunningen voor Noord-Koreanen in EU-landen meteen worden ingetrokken. Zij bepleit sancties voor alle betrokken bedrijven.